Eenzaamheid onder 65-plussers: wordt het minder, of blijft het een groot probleem?

Eenzaamheid onder 65-plussers: wordt het minder, of blijft het een groot probleem?

Twee weken geleden werd er een artikel over eenzaamheid gepost in de Vriendin. Hierin geeft programmamanager van éen tegen eenzaamheid Mirjam Wakelkamp, aan dat onderzoekers eenzaamheid onder 65-plussers licht zien afnemen. Maar klopt deze uitspraak wel? En wat komt er naar voren na dieper onderzoek?

Volgens het Eenzaamheid Informatie Centrum  is eenzaamheid een seintje van je lichaam. Dat seintje betekent dat je iets tekortkomt in je verbinding met andere mensen. Het is een emotie, een fysieke ervaring die aanwijsbaar is in je brein. Die emotie noemen we dan eenzaamheid. Volgens Zorg voor beter betekent eenzaamheid letterlijk: ‘je niet verbonden voelen’. Je mist een hechte, emotionele band met anderen of je hebt minder contact met andere mensen dan je wenst. Bij eenzaamheid horen kenmerken als negatieve gevoelens van leegte, verdriet, angst en zinloosheid en lichamelijke of psychische klachten.

Vormen van eenzaamheid
Volgens Zorg voor beter voelt meer dan een miljoen Nederlanders zich eenzaam. Maar welke vormen van eenzaamheid zijn er eigenlijk?

De belangrijkste vormen van eenzaamheid zijnde volgende: sociale eenzaamheid, emotionele eenzaamheid en existentiële eenzaamheid. Ze betekenen het volgende:

  • Sociale eenzaamheid: Het gemis van voldoende en betekenisvolle sociale contacten, zoals vrienden, kennissen of collega’s. Het gaat hierbij om het gevoel een te klein of beperkt sociaal netwerk te hebben
  • Emotionele eenzaamheid: Het gemis aan een diepe, hechte emotionele band met anderen, zelfs als je veel mensen om je heen hebt.
  • Existentiële eenzaamheid: het gevoel ‘er niet bij te horen’, ‘buitengesloten te zijn’ of ‘er niet toe te doen’, een gemis aan verbondenheid met de wereld of een ervaring van zinloosheid.

Naast deze verschillende vormen van eenzaamheid is er ook nog een verschil tussen je ‘matig’ of ‘enigszins’ eenzaam voelen en je ‘sterk’ eenzaam voelen. Bij matige eenzaamheid ervaart iemand een gemis aan sociale contacten en/of een onbevredigende kwaliteit van bestaande relaties, wat leidt tot gevoelens van leegte en verdriet. Bij sterke eenzaamheid zijn deze gevoelens veel intenser en diepgaander en gaan ze gepaard met een groter sociaal isolement, waardoor het leven als zinloos kan worden ervaren.

Kirsten Andres, Directeur-bestuurder van het Nationaal Ouderenfonds, Vertelt dat mensen sociale pijn kunnen ervaren door eenzaamheid: “Als mens zijn wij gebouwd om samen te leven, als wij niet in connectie staan met anderen dan worden we letterlijk ziek. Ons immuunsysteem wordt aangetast en we krijgen stress,” aldus Andres.

Oorzaken van eenzaamheid onder ouderen
Er zijn natuurlijk allerlei verschillende redenen waardoor iemand zich eenzaam kan voelen. Denk aan buitensluiting, geen aansluiting of weinig contacten. Maar bij ouderen zijn er een paar factoren die de kans op het gevoel van eenzaamheid extra vergroten. “Als je ouder bent, ga je met pensioen, dus dan zie je niet meer elke dag je collega’s met wie je een praatje kunt maken,” vertelt Andres. “Verder staan ouderen natuurlijk vaker voor fysieke uitdagingen: ze zijn minder mobiel en kunnen dus ook minder gemakkelijk het huis uit. Ook moeten ouderen hun rijbewijs opgeven, waardoor ze niet meer makkelijk ergens heen kunnen reizen. Tot slot komt het vaak voor dat, als je ouder wordt, je meemaakt dat je partner en/of vrienden overlijden,” aldus Andres.

Stijging of daling?
Maar ondanks de rol van deze factoren: is het aantal eenzame ouderen de laatste jaren nou gestegen of gedaald?

Om te beginnen is het goed om te weten dat het aantal 65-plussers de afgelopen jaren is toegenomen. In 2023 waren er volgens het Ministerie van Volksgezondheid en Zorg 3.601.167 65-plussers en in 2024 3.677.228. Deze stijging komt door de vergrijzing in Nederland. “We hebben zelfs een dubbele vergrijzing,” Vertelt Andres. “Er komen aan de onderkant steeds meer mensen bij die 65-plusser worden, maar aan de bovenkant worden we ook steeds ouder, want we gaan minder snel dood dan vroeger.”

In veel grafieken lijkt het daardoor alsof eenzaamheid toeneemt, maar dat beeld is genuanceerder. Uit cijfers van het CBS blijkt dat in 2023 62,5% van de 65–75-jarigen en 57,8% van de 75-plussers zich niet eenzaam voelden. In 2024 waren deze percentages 59,2% en 58,9%.

Omdat niet precies bekend is hoeveel ouderen tussen de 65 en 75 jaar zijn en hoeveel 75 jaar of ouder, is uitgegaan van een geschatte verdeling van 60% (65–75 jaar) en 40% (75 jaar en ouder).
Zo kom je uit op:

In 2023: 60% van 3.601.167 = 2.160.700 ouderen van 65–75 jaar en 40% = 1.440.467 ouderen van 75 jaar en ouder.

In 2024: 60% van 3.677.228 = 2.206.337 ouderen van 65–75 jaar en 40% = 1.470.891 ouderen van 75 jaar en ouder.

Vervolgens zijn de percentages gebruikt van ouderen die zich niet eenzaam voelen binnen elke leeftijdsgroep.
Voor 2023 is dat bij de 65–75-jarigen 62,5%, wat neerkomt op
2.160.700 × 0,625 = 1.350.438 ouderen.
Bij de 75-plussers is dat 57,8%, oftewel
1.440.467 × 0,578 = 832.090 ouderen.
Samen zijn dat in totaal 1.350.438 + 832.090 = 2.182.528 ouderen die zich in 2023 niet eenzaam voelden.

Voor 2024 is het percentage bij de 65–75-jarigen 59,2%, wat betekent
2.206.337 × 0,592 = 1.306.151 ouderen.
Bij de 75-plussers is dat 58,9%, oftewel
1.470.891 × 0,589 = 866.554 ouderen.
Totaal komt dit neer op 1.306.151 + 866.554 = 2.172.705 ouderen die zich in 2024 niet eenzaam voelden.

Wanneer we deze uitkomsten met elkaar vergelijken, zien we dat het totaal aantal niet-eenzame ouderen licht is afgenomen: van 2.182.528 in 2023 naar 2.172.705 in 2024. Dat is een verschil van ongeveer 9.800 ouderen minder, oftewel een daling van minder dan één procent.

Dat betekent dus dat, aangezien het aantal ouderen dat zich niet eenzaam voelt is afgenomen, het aantal ouderen dat wel eenzaam is licht is toegenomen.

Conclusie
Kortom: hoewel we geen flinke stijging zien van het aantal 65-plussers dat zich eenzaam voelt, is er zeker wel een lichte stijging. De cijfers van het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport, de cijfers van het CBS en mijn berekening brengen deze ontwikkeling in beeld. De stelling van Mirjam Wakelkamp dat de eenzaamheid onder 65-plussers licht afneemt, kunnen we hiermee dus als onjuist verklaren.

Over de auteur