Nederland – De afgelopen weken zijn er op verschillende Europese vliegvelden ineens drones gespot. Soms was het maar een kort moment, soms moesten vluchten zelfs worden stilgelegd. Niemand wist precies wat er vloog, maar één ding werd wel duidelijk: Europa voelt de druk. Daarom werkt de NAVO nu aan een soort “dronemuur ”een mega-netwerk dat verdachte drones vroegtijdig moet zien en stoppen. Klinkt futuristisch, maar hoe haalbaar is zoiets eigenlijk? En waarom zijn de Finnen koploper als het gaat om dit soort technologie.
Ik sprak met Mikko Hypponen, hoofdonderzoeker bij Sensofusion. Dat is een Fins bedrijf dat technologie maakt om drones op te sporen. Volgens hem is het logisch dat Finland genoemd wordt. “We’ve been equipped with U.S.-made fighter jets. We have the largest artillery in Europe. So one of the focus areas for our air defense for the last two years has been getting ready to detect and fight drones.” Finland is dus aardig voorbereid, al zegt Hypponen meteen dat niemand dé perfecte oplossing heeft: “No one has perfect solutions for this new problem.”
Ook Europa zelf ziet dat het achterloopt. In het rapport “Critical Technologies for Security and Defence” zegt het Europees Parlement eigenlijk heel duidelijk dat we te langzaam investeren. “The EU’s technological competitiveness is highly dependent on R&D and the ability to rapidly deploy new technologies.” En er is nog een probleem: Europese landen stoppen simpelweg te weinig geld in defensie-onderzoek. “Defence research spending of Member States amounts to only 1.2% of total defence budgets, far below the 2% benchmark.”
Hypponen ziet dat tekort in de praktijk. Hij noemt het voorbeeld van Kopenhagen Airport, waar recent drones werden gezien. “They really couldn’t provide concrete evidence of what kind of drones might have been around the airport… which pretty much tells us they didn’t have the kind of drone defense technology you’d expect from the largest airport in the Nordics.” Volgens hem laat dit zien dat veel landen nog totaal geen overzicht hebben van wat er door hun eigen lucht vliegt.
Volgens Hypponen is detectie dan ook stap één:
“Europe needs much better preparedness for drones. We have to be able to detect what’s in our airspace.” Maar hoe ziet zo’n drone wall er dan echt uit? In ieder geval níet als een fysieke muur. “The idea that we would build something on the NATO border which would block everything is unlikely. We would need long-range radars, antenna networks, sensors… and attacks don’t always come from over the border.” Volgens hem moet het systeem dus letterlijk heel Europa dekken: “To implement a drone wall that works, we would have to have this capability in every country.” Het Europees Parlement is het daarmee eens. In het rapport staat dat de veiligheidssituatie door de oorlog in Oekraïne vraagt om “a stronger and better coordinated effort” op technologisch gebied.
Is zo’n drone wall dan haalbaar? Hypponen blijft voorzichtig positief:
“NATO has understood the problem and is willing to invest in it. Everybody has woken up to this new reality.” Of de drone wall er snel komt? Dat is nog maar de vraag. Maar één ding is zeker: Europa is wakker. En dat is volgens Hypponen al een goede eerste stap
Benieuwd naar wat we kunnen leren van Finse experts als het gaat over antidroneafweersystemen? Beluister dan de reportage hieronder!
