Na de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober dit jaar weten we eindelijk welke mensen op de 150 stoelen plaats mogen gaan nemen om Nederland te vertegenwoordigen. Over die vertegenwoordiging maakt oud-kamervoorzitter Gerdi Verbeet zich zorgen. In een artikel van BN de Stem gepubliceerd op 12 november vertelt ze ‘’De nieuwe Tweede Kamer is geen goede afspiegeling van de bevolking’’. Klopt deze uitspraak eigenlijk wel en moet de Tweede Kamer eigenlijk een afspiegeling van de Nederlandse samenleving zijn?
In de nieuwe Tweede Kamer gaat er op het gebied van vertegenwoordiging veel veranderen, blijkt uit een artikel van de Volkskrant. Nooit eerder komen er zoveel vrouwen in de Tweede Kamer. Met 65 vrouwen, wat overeenkomt met 43 procent van de Tweede Kamer, is dit nog steeds een ondervertegenwoordiging. Dit in vergelijking met de samenleving waar vrouwen 50,2 procent van de Nederlandse bevolking zijn. Bij mannen is er dan weer sprake van een oververtegenwoordiging met 56 procent in de Kamer en 49% in de Nederlandse bevolking.
Op het gebied van leeftijd is er overigens wel meer vertegenwoordiging richting de Nederlandse samenleving. Volgens het Nederlands Dagblad is de gemiddelde leeftijd van de nieuwe Kamer ruim 43 jaar, wat het laagste gemiddelde ooit is in de geschiedenis van de Tweede Kamer. Dit komt bijna overeen met de gemiddelde leeftijd in Nederland, die volgens het CBS 42,8 jaar bedraagt. Wat dus goed is voor de representativiteit.
Voor de ouderen is er een ondervertegenwoordiging. Uit cijfers van het Montesquieu Instituut blijkt dat er maar vier Kamerleden 65 of ouder zijn, wat neerkomt op 2,7 procent. Dit is in vergelijking met de Nederlandse samenleving erg weinig. In Nederland vertegenwoordigen de 65-plussers maar liefst 20,8 procent van de Nederlandse bevolking, blijkt uit cijfers van het CBS. Aan de andere kant is de Tweede Kamer niet echt een afspiegeling op het gebied van jongvolwassenen. Volgens Trouw zijn er 26 kamerleden tussen de 18 en 34 jaar. De jongste hiervan is 27. Voor jongvolwassenen (18-25) is er dus geen afspiegeling in de Tweede Kamer. Dit is een groep van ongeveer 1,6 miljoen mensen, volgens cijfers van het CBS.
Het nieuwe Tweede Kamerlid komt, net als de meeste Nederlanders, voornamelijk uit de randstedelijke provincies. 58 procent van de Kamerleden komt uit de randstedelijke provincies, vertelt de Volkskrant in een artikel. De lijst van afkomst per provincie van de nieuwe Tweede Kamerleden komt bijna identiek overeen met de lijst van het aantal inwoners per provincie, wat goed is voor de afspiegeling. De randstedelijke provincies liggen bij beiden bovenaan en Zeeland en Drenthe bungelen onderaan de lijst, blijkt uit vergelijking van CBS cijfers en een artikel van de Volkskrant.
Ook is er een drastisch tekort aan mbo’ers in onze Tweede Kamer, stelt onderzoeker Bram Eidhof, directeur van de Stichting voor Democratie. Dit zegt Eidhof in een artikel van RTL. Er zitten maar 3 Tweede Kamerleden met een MBO achtergrond op een van de stoeltjes. Dit is erg weinig in vergelijking als je weet dat 2,5 miljoen mensen een MBO achtergrond hebben.
Politicoloog René Heeskens vindt de Tweede Kamer als afspiegeling van de samenleving lastig en onhaalbaar: ‘’Het lijkt mij ondoenlijk om er voor te zorgen dat de Tweede Kamer in alle opzichten representatief is voor de samenleving. Dan zou je zoveel quota moeten invoeren: voor vrouwen, voor mbo’ers, voor migranten, voor lhbtiq+’ers, voor elke provincie en voor het platteland. Er zijn nog veel meer (sub)categorieën te bedenken. Representativiteit wordt in principe gewaarborgd door het vrije kiesrecht. Mensen kunnen stemmen op degenen die hun mening en waarden het best vertegenwoordigen’’
Onderzoekster Zahra Runderkamp vertelt tegenover het journalistieke platform Binnenlands Bestuur dat er een structureel probleem zit in ons stemgedrag: “Witte politici kiezen witte politici. Mannen kiezen mannen. Hoger opgeleiden kiezen hoger opgeleiden. En zo wordt de kandidatenlijst wederom een samenstelling van dat wat we al kennen’’.
De nieuwe Tweede Kamer is dus geen representatie van de Nederlandse samenleving. De uitspraak van Gerdi Verbeet klopt dus. Een echte afspiegeling van de Nederlandse samenleving blijkt dus zeer lastig en mogelijk onhaalbaar. Dit ligt aan het structurele probleem in stemgedrag en de ondervertegenwoordiging van bepaalde groepen op basis van leeftijd, afkomst en opleidingsniveau.
