Partij van de Vrijheid overschat het aantal statushouders die na negen jaar nog in de bijstand zitten

Partij van de Vrijheid overschat het aantal statushouders die na negen jaar nog in de bijstand zitten

DEN HAAG - Geert Wilders (PVV) ANP JEROEN JUMELET

‘Één derde van de statushouders zit na negen jaar nog steeds in de bijstand’, deze zin staat in het verkiezingsprogramma van de Partij voor de Vrijheid (PVV). De partij gebruikt deze uitspraak als bewijs dat integratie en arbeidsdeelname van statushouders slecht gaat. De partij noemt het ook wel ‘niet-westerse allochtonen die profiteren van onze uitkeringen en woningen’. Maar de partij overschat het aantal statushouders, blijkt uit cijfers van het CBS.

Om deze claim te controleren, ben ik in de rapporten van het Centraal Bureau voor de Statistiek gedoken. Het CBS volgt cohorten statushouders vanaf het moment dat de statushouders een verblijfsvergunning krijgen. Vervolgens wordt er gekeken naar hun belangrijkste inkomstenbron: werk, uitkering, studiebeurs of anders. Het CBS kijkt naar waar het meeste geld vandaan komt. Het kan dus zijn dat iemand wel werkt, maar als dat werk niet genoeg verdient om van te leven, dan telt de bijstandsuitkering als belangrijkste inkomen. Ook mensen die maar kort een uitkering hebben vallen onder die groep. Maar het deel wat de PVV noemt, namelijk één derde, dat deel klopt niet volgens de cijfers van het CBS.

Het CBS laat namelijk cijfers zien over de inkomsten van statushouders. In het rapport Asiel en Integratie 2025 volgde het CBS een groep die in 2014 een verblijfvergunning kreeg. Deze cijfers laten zien welk deel van de statushouders na een aantal jaar aan het werk ging, en wie nog steeds de uitkering nodig had. Uit deze cijfers blijkt dat ongeveer een kwart van deze groep na negen jaar een uitkering had als belangrijkste inkomstenbron. Het gaat dus ongeveer om 25 procent procent van die groep. Als je kijkt naar de statushouders die na negen jaar nog steeds in Nederland wonen is het iets meer, namelijk 27 procent. Dat is dus minder dan één derde, het percentage dat de PVV noemt. Één derde betekent ongeveer 33 procent, het echte percentage is dus minder.

Negen jaar nadat statushouders hun verblijfvergunning kregen is werk voor bijna vier op de tien van hen de belangrijkste inkomstenbron. In de eerste maanden hebben veel statushouders nog geen salaris, omdat ze vaak nog in een opvanglocatie wonen en alleen leefgeld ontvangen. Na negen jaar leeft zo’n 25 procent van de groep uit 2014 vooral van een uitkering, terwijl 38 procent vooral inkomsten uit werk heeft. Hoe langer mensen in Nederland zijn, hoe vaker werk hun hoofdinkomen wordt.

Renée van der Burg is inburgering adviseur, ook zij wijst erop dat de uitspraak van de PVV niet klopt. Er is wel een deel dat nog na negen jaar in de bijstand zit, maar dat komt volgens Renée om verschillende redenen: “Statushouders die inburgering plichtig waren onder de Wet Inburgering 2013, waren volledig op zichzelf aangewezen. Zij moesten binnen 3 jaar inburgeren en dit zelf financieren. Vaak werd informatie in het Nederlands aangeleverd, waardoor zij niet altijd begrepen wat er van hen werd verwacht. Je komt dan dus naar Nederland, moet zelf uitzoeken hoe je moet inburgeren en moet vervolgens ook nog op zoek naar werk, terwijl je mogelijk ook last hebt van wat je in je land van herkomst hebt meegemaakt. Doordat er geen begeleiding was onder de Wet Inburgering 2013, werd duidelijk dat de inburgering niet altijd even goed verliep en inburgeraars minder snel de taal leerden en integreerden dan gewenst”.

Dit verschil zie je al onder de Wet inburgering 2021, waarbij inburgeraars wel door de gemeente worden begeleid bij het inburgeringstraject. Uit het meest recent gepubliceerde Statistiek Wet inburgering 2021 van het CBS blijkt dat van de mannen die Inburgering plichtig zijn geworden in 2022, 90 procent in het eerste jaar van de inburgering nog een uitkering ontvangt, terwijl dat percentage in het tweede jaar al is gedaald naar 77 procent. Bij vrouwen gaat het in het eerste jaar om 89 procent, en in het tweede jaar om 81 procent. Die daling lijkt dus erg snel te gaan, en dat al in de eerste twee jaar van het inburgeringstraject.

Renée verwacht dus in ieder geval meer begeleiding bij het inburgeringstraject, maar ook begeleiding van de gemeente naar werk. “Dit kan bijdragen aan een snellere arbeidsparticipatie”, vertelt Renée.

De claim uit het PVV-verkiezingsprogramma dat ‘één derde van de statushouders na negen jaar nog steeds in de bijstand zit’ is door de partij overschat. De meest actuele CBS-cijfers laten namelijk zien dat het ongeveer om een kwart tot 27 procent gaat. Dat is dus minder dan één derde. Ook gaat het CBS uit van de belangrijkste inkomstenbron, waardoor ook mensen met werk in deze groep kunnen vallen. Dus het klopt dat een deel van de statushouders na negen jaar nog afhankelijk is van een uitkering. Maar de uitspraak die de PVV doet, dat één derde van de statushouders na negen jaar nog in de bijstand zit, vindt dus geen steun in de feiten.

 

CBS. (2025). Asiel en integratie 2025. Centraal Bureau voor de Statistiek. Geraadpleegd op 18 september 2025, van https://longreads.cbs.nl/asielenintegratie-2025/CBS. (2025).

CBS. (2025, 15 april). Werk steeds vaker belangrijkste inkomstenbron voor statushouders. Centraal Bureau voor de Statistiek. Geraadpleegd op 18 september 2025, van https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2025/16/werk-steeds-vaker-belangrijkste-inkomstenbron-voor-statushouders Centraal Bureau voor de Statistiek

CBS. (2025). Wet Inburgering. CBS. Geraadpleegd op 18 september 2025, van https://www.cbs.nl/nl-nl/deelnemers-enquetes/decentrale-overheden/overzicht/wet-inburgering

Partij voor de Vrijheid (PVV). (2025). Verkiezingsprogramma 2025: Digi [PDF]. Geraadpleegd op 18 september 2025, van https://www.pvv.nl/images/2025/PVV_Programma_Digi_2025.pdf

 

Over de auteur

Bobbie Mulder

Hoi! Ik ben Bobbie Mulder, 19 jaar een woon in Utrecht. Ik zal wat meer over mezelf vertellen. Ik ben heel nieuwsgierig, en wat mij vooral aantrekt is de uitdaging om moeilijke onderwerpen begrijpelijk en aantrekkelijk te maken voor een het publiek. Ik ga zo goed mogelijk proberen om mijn eigen stijl te geven aan de onderwerpen die ik behandel. Daarvoor vind ik het leuk om mijn creativiteit te gebruiken, zodat het nieuws niet alleen informatief is, maar ook inspireert en de aandacht vasthoudt voor de lezers of luisteraars. Met een frisse blik en een passie voor media, heb ik heel veel zin om mijn carrière in de journalistiek over Hilversum hier te beginnen en mijn eigen stijl verder te ontwikkelen. Veel lees of luisterplezier!