Begin oktober deed de Hoge Raad uitspraak over de export van F-35-onderdelen naar Israël: Nederland moet opnieuw beslissen of die levering nog wel door mag gaan. Tot die tijd ligt de levering van F-35 onderdelen stil. De zaak werd aangespannen door onder andere The RightsForum, PAX en Oxfam Novib. Zij vinden dat Nederland, door het leveren van onderdelen, meewerkt aan oorlogshandelingen die in strijd zijn met het internationaal humanitair recht.
Volgens een woordvoerder van The RightsForum was het hoog tijd dat de rechter hier een streep trok. ‘Wij hebben deze rechtszaak aangespannen, omdat wij van mening zijn dat de beslissing van Nederland om onderdelen te leveren aan Israël in strijd is met het humanitair recht,’ zegt hij. “Op die manier maakt Nederland zich medeplichtig aan die genocide.”
De organisaties vinden dat Nederland zich moet houden aan zijn verplichtingen onder het internationaal recht. Ze verwijzen naar de afspraken die landen hebben gemaakt in verdragen zoals het Wapenhandelsverdrag, Waarin wordt bepaald at er geen wapens geleverd mogen worden als er een duidelijk risico is dat ze worden gebruikt bij mensenrechtenschendingen. Volgens hen is dat op dit moment overduidelijk het geval.
Tegenstanders van het exportverbod zeggen juist dat Nederland gebonden is aan internationale defensiesamenwerking binnen de NAVO en dat het F-35-programma niet zomaar stilgelegd kan worden. De uitspraak van de Hoge Raad brengt de regering dus in een lastige positie: kies je voor je bondgenoten of voor de naleving van het internationaal recht?
Wat Nederland uiteindelijk gaat beslissen, wordt de komende weken duidelijk. Maar één ding is zeker: dit vonnis zet Den Haag aan het denken over de vraag waar de grens ligt tussen militaire loyaliteit en morele verantwoordelijkheid.
Hieronder zie je mijn videoreportage, waarin ik met advocaat Heleen over de Linden praat over het juridische aspect van deze zaak. Ook praat ik met The RightsForum over waarom zij deze rechtszaak hebben aangespannen