Op 13 oktober plaatste Forum voor Democratie een filmpje op X waarin Lidewij de Vos uitlegt waarom windturbines ‘alles behalve duurzaam zijn’. In dit filmpje gaat zij hier verder op in en stelt zij dat bij slijtage van windturbines voortdurend schadelijke stoffen vrijkomen, zoals glasvezels. Deze kunnen ‘niet gerecycled worden’, aldus de Vos. Maar kunnen deze stoffen werkelijk niet gerecycled worden? En is de uitstoot van deze stof slecht voor het milieu?
Deze claim raakt niet alleen beleidsmakers, maar ook bewoners die bijvoorbeeld in kustgemeenten wonen waar steeds meer windparken ontstaan. De komende jaren zal Nederland haar windcapaciteit op zee gaan verdubbelen (Rijksoverheid, 2022). Als de materialen in deze turbines niet duurzaam zijn (zoals glasvezels), zou dit gevolgen kunnen hebben voor de milieu-impact en het draagvlak van de energietransitie.
Waaruit bestaan windturbines?
Allereerst is het zaak om vast te stellen waar de windturbines uit bestaan. Volgens Dr. Wina Crijns-Graus, universitair docent Energy & Resources aan de Faculteit Geowetenschappen van de Universiteit Utrecht, bestaan windturbinebladen ‘uit een mix van glasvezel, koolstofvezel en kunststof’. Deze materialen zorgen ervoor dat de windturbinebladen sterk en licht zijn, zodat ze jarenlang efficiënt kunnen draaien. Maar juist deze combinatie van materialen maakt het recyclen lastig.
‘De bladen kunnen gerecycled worden, maar dit kan lastig zijn omdat ze bestaan uit composietmaterialen’, legt Dr. Crijns-Graus uit. Composietmaterialen bestaan uit twee of meer verschillende materialen. Toch betekent dit niet dat de bladen helemaal niet recyclebaar zijn: ‘Ze worden ook gebruikt voor andere constructies, zoals in speeltuinen of geluidsmuren en ze kunnen gebruikt worden als bijmengsel bij cementproductie’.
Dit beeld wordt ook bevestigd in een rapport van WindEurope, hierin wordt namelijk vastgesteld dat het percentage van recyclebaarheid van een windturbine, inclusief alle onderdelen, hoog is: rond 2020 al tussen de 85% en 90%. Wel vormen de bladen nog altijd een extra uitdaging vanwege hun complexe samenstelling van materialen (WindEurope, 2019).
Hoe recyclebaar zijn glasvezels?
Nu we weten waar windturbines uit bestaan, is het zaak om in te zoomen op de glasvezels. Deze worden namelijk door Lidewij de Vos bestempeld als ‘niet recyclebaar’. Dit blijkt echter al meteen niet helemaal waar: een glasvezel zelf is technisch gezien wél recyclebaar, het is namelijk glas dat door verhitting tot vezels wordt gesponnen.
Het probleem zit echter in de epoxyhars, dit is een soort kunststoflijm die de vezels bij elkaar houdt en het geheel sterk maakt. Epoxyhars is niet smeltbaar, waardoor het lastig is om de materialen weer te scheiden. Dit maakt het proces duur en technisch ingewikkeld (Fraunhofer Institute for Wind Energy Systems IWES, 2025).
Toch zijn er meerdere instanties aan het werken aan nieuwe oplossingen voor dit probleem. Zo werken fabrikanten Vestas en Siemens Gamesa aan chemische recycling via solvolyse, een methode waarbij oplosmiddelen de hars losweken, zodat de glasvezels bewaard blijven (Siemens Gamesa, 2021) (Vestas, 2023).
Ook de Nederlandse organisatie TNO werkt aan een techniek, namelijk: pyrolyse. Bij dit proces wordt het turbineblad verhit tot ongeveer 500 °C zonder zuurstof, waardoor de hars verbrand en alleen de vezels overblijven. Deze kunnen dan opnieuw in andere constructies worden gebruikt. De windturbinebladen worden niet alleen helemaal uit elkaar gehaald: ze worden in Nederland en Duitsland ook steeds vaker hergebruikt in infrastructuurprojecten als speeltuinen, zoals eerder benoemd door Dr. Crijns-Graus.
Komen er bij slijtage glasvezels en microplastics vrij?
In de claim van Lidewij de Vos komt naar voren dat er ‘bij slijtage voortdurend schadelijke stoffen vrijkomen zoals glasvezels’. Allereerst is het fout om glasvezels te bestempelen als een schadelijke stof: glasvezels zijn over het algemeen namelijk niet schadelijk voor de natuur en zelfs duurzamer dan andere opties, zoals kopervezels (FOA Glasvezeltechniek, sd). Over het voortdurend afgeven van deze glasvezels is weinig bewijs.
‘Wat betreft glasvezels en microplastics weet ik niet precies hoeveel er vrijkomt’, vertelt Dr. Crijns-Graus. ‘Het zou kunnen gebeuren dat er door slijtage, zoals bij leading edge erosion, kleine deeltjes loskomen’. Leading edge erosion ontstaat door de voortdurende impact van wind, regen en zand. Hierdoor kunnen hele kleine deeltjes van glasvezel en microplastics vrijkomen.
Maar volgens Dr. Crijns-Graus is deze mogelijke bron van afstoot ‘een veel kleinere bron dan bijvoorbeeld autobanden’, die wereldwijd een van de grootste bronnen van microplastics en andere schadelijke deeltjes zijn. Zo werd in een artikel van Marco Caboni (researcher bij TNO) duidelijk, dat de bijdrage van windturbines aan microplastics minimaal is vergeleken met verkeer, kleding en visserij (Caboni, 2025).
Hoe duurzaam zijn windturbines in hun geheel?
Zelfs als rekening wordt gehouden met slijtage en productie, blijft windenergie een van de meest milieuvriendelijke opties. ‘Studies die naar de levenscyclus van technologieën kijken, hebben vele malen laten zien dat windturbines een veel milieuvriendelijkere optie zijn dan elektriciteitsopwekking met fossiele brandstoffen’, benadrukt Dr. Crijns-Graus.
Als het gaat om de uitstoot van CO₂ is een windturbine ongeveer 20 keer milieuvriendelijker dan een kolencentrale (van Vliet, 2021). Ook zijn de meeste onderdelen van een windturbine (zoals staal en koper) wél makkelijk recyclebaar. Hierdoor is de ecologische voetafdruk klein (WindEurope, 2019).
Conclusie
De claim dat windturbines niet duurzaam zijn, onder andere doordat ze gemaakt zijn van ‘niet-recyclebare glasvezels’ en voortdurend schadelijke stoffen in zee afstoten, is onjuist. Windturbinebladeren (met als onderdeel glasvezels) zijn inderdaad moeilijker te recyclen, maar dit is niet onmogelijk. Er bestaan inmiddels meerdere recyclingmethoden en bijkomende nieuwe technologieën maken dit proces steeds efficiënter. Bewijs dat windturbines ‘voortdurend schadelijke stoffen zoals glasvezels uitstoten’, ontbreekt. Bestaande studies laten wel zien dat glasvezels géén schadelijke stoffen zijn, en dat het vrijkomen van deze glasvezels minimaal is in vergelijking tot de uitstoot van andere, wél schadelijke stoffen.
