In Een Vandaag werd onlangs gezegd dat ‘bepaalde vormen van kanker minder vaak voorkomen bij mensen die meer bewegen’. Dat klinkt als een logische gezondheidsclaim, maar ik wilde weten of dit ook echt wetenschappelijk goed onderbouwd is. Daarom heb ik bronnen bekeken die in dit soort onderzoeken als betrouwbaar en deskundig worden gezien, zoals het World Cancer Research Fund (WCRF), het National Cancer Institute (NCI) en recente wetenschappelijke studies.
Uit verschillende rapporten van het WCRF blijkt dat er sterk bewijs is dat regelmatig bewegen het risico verlaagt op een aantal specifieke kankersoorten, zoals dikkedarmkanker, borstkanker na de menopauze en baarmoederkanker. Het WCRF staat in het vakgebied bekend als een onderzoeksorganisatie met een hoge reputatie, omdat zij grote hoeveelheden internationale studies analyseren en daarbij hun methode transparant uitleggen. Dat maakt hun conclusies goed controleerbaar. https://www.wcrf.org/research-policy/evidence-for-our-recommendations/be-physically-active/
Naast die rapporten zijn er ook grote observatiestudies die dezelfde richting op wijzen. Een onderzoek van het National Cancer Institute, waarin gegevens van 1,44 miljoen mensen werden geanalyseerd, laat zien dat mensen die regelmatig bewegen een lager risico hebben op verschillende soorten kanker, waaronder slokdarm-, lever-, nier- en longkanker. Omdat dit soort studies enorme groepen mensen volgen, geeft dat een redelijk betrouwbaar beeld, maar het blijft een verband: je kunt er niet mee bewijzen dat bewegen de directe oorzaak is. https://www.cancer.gov/news-events/press-releases/2016/physical-activity-lowers-cancer-risk
Ook heb ik gesproken met dr. K.J. Beelen, oncoloog bij Rijnstate. Zij verteld: ‘Beweging beïnvloedt hormonen, vermindert ontstekingen en zorgt dat je minder lichaamsvet opslaat. Dat zijn allemaal factoren die een rol spelen bij kanker.’ Ze merkt dat patiënten die regelmatig bewegen vaak een betere conditie hebben: ‘In mijn praktijk merk ik dat actieve patiënten een betere algehele conditie hebben, wat kan bijdragen aan preventie én herstel.’ En over het wetenschappelijke bewijs zegt ze: ‘De studies laten duidelijk zien dat een actieve leefstijl het risico op darm- en borstkanker verlaagt, en dat sluit aan bij wat ik in de praktijk zie.’
Om dat beter te kunnen onderzoeken gebruiken sommige wetenschappers een methode die Mendeliaanse randomisatie heet. Daarbij wordt gekeken naar genetische kenmerken die iets zeggen over hoe actief iemand is. Omdat die genen willekeurig verdeeld worden, kun je beter inschatten of beweging zelf invloed heeft, zonder dat andere leefstijlfactoren het beeld vertroebelen. In zo’n studie, gepubliceerd in het tijdschrift British Journal of Sports Medicine, wordt bevestigd dat lichamelijke activiteit het risico op onder andere borst- en darmkanker daadwerkelijk verlaagt. Deze methode wordt gezien als betrouwbaar omdat de kans op vertekening kleiner is. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/32001714/
Om beter te begrijpen wat de biologische verklaring is, heb ik ook gekeken naar onderzoek van epidemioloog dr. Sarah Lewis van de Universiteit van Bristol, die door het WCRF wordt gefinancierd. Zij legt uit dat beweging invloed heeft op hormonen, ontstekingswaarden in het lichaam, vetopslag en het immuunsysteem. Dat zijn allemaal processen die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van tumoren. Dat wetenschappers dezelfde richting op wijzen, maar vanuit verschillende onderzoek benaderingen, versterkt de betrouwbaarheid van de claim. https://www.wcrf.org/research-policy/our-research/grants-database/how-does-physical-activity-lower-the-risk-of-cancer/
Als ik alle bronnen naast elkaar zet en let op reputatie, deskundigheid en de gebruikte methodes, zie je dat de conclusie van Een Vandaag in lijn is met wat serieuze, onafhankelijke onderzoeksinstituten al jaren aangeven. Wel gaat het altijd om een verlaagd risico, niet om een garantie. En niet elke vorm van kanker reageert hetzelfde op lichamelijke activiteit.
De uitspraak uit Een Vandaag kan dus als grotendeels juist worden beschouwd. Er is sterk en veel bewijs dat beweging bij een aantal kankersoorten het risico verlaagt. Het is alleen belangrijk dat dit genuanceerd wordt gebracht: het effect verschilt per kankersoort en bewegen voorkomt kanker nooit volledig.
