Zitten er daadwerkelijk steeds minder katten in het asiel? 

Zitten er daadwerkelijk steeds minder katten in het asiel? 

Uit onderzoek van Ruth van der Leij blijkt dat er steeds minder katten in het dierenasiel terecht komen. “Er zijn veel minder katten ter herplaatsing beschikbaar dit jaar, en dus minder in het asiel binnengekomen,” schrijft zij. Echter blijkt de trend de afgelopen jaren dat er steeds minder plek is en dat de asielen steeds vaker vol zitten.  In hoeverre klopt de uitspraak van Van der Leij en waar is haar onderzoek op gebaseerd? 

“In 6 augustus 2024 waren het nog 1520 katten. Precies een jaar later op 6 augustus 2025 zijn het er1038. Dat is 30% minder!” vertelt Van der Leij enthousiast. “De verblijfsduur in het asiel liet een dalende trend zien, terwijl het aantal terugkeer naar eigenaar en de op risico gebaseerde kans op een levend vertrek toenam,” schrijft zij in ander onderzoek. Volgens haar komen er dus enerzijds minder katten binnen, en gaat het met de katten die binnenkomen beter. Ze zitten korter in het asiel en hebben een grotere kans op een positieve afloop.  

Haar onderzoek 

Maar waarop baseert Van der Leij haar onderzoek? “Al het onderzoek dat in deze artikelen beschreven staat, wordt gedaan in samenwerking met verschillende Nederlandse dierenopvangcentra,” vertelt Van der Leij. Echter lijkt het in haar publicatie dat het gaat om een online onderzoek. “Het klopt dat ik veel cijfers via online platforms verzamel, maar die data koppel ik altijd aan wat opvangcentra zelf ervaren,” vertelt Van der Leij. Dat kan betekenen dat haar bewering “minder katten ter herplaatsing beschikbaar” ook kan betekenen dat er minder katten online staan voor adoptie. Dat kan een verschil zijn tussen katten in het asiel en katten voor adoptie. Niet elke kat in het asiel is beschikbaar voor adoptie. Daarmee blijft de vraag in hoeverre de online cijfers representatief zijn voor de werkelijke situatie in de opvangcentra, en in hoeverre de uitspraak van Van der Leij klopt. 

Wat zegt de praktijk? 

In de praktijk komen we namelijk ook andere cijfers tegen. Zoals bijvoorbeeld uit onderzoeken van Stichting DierenLot en de Dierenbescherming. Stichting DierenLot en de Dierenbescherming zijn twee van de grootste dierenwelzijnsorganisaties van Nederland. DierenLot steunt zo’n 300 lokale en regionale dierenhulporganisaties. Deze organisaties zijn hun beneficianten. De Dierenbescherming werkt vanuit haar eigen locaties. Het jaarverslag 2024 van de Dierenbescherming zegt het volgende: “Er kwamen 10.187 katten in het asiel terecht. Dat is bijna 500 meer dan vorig jaar.”  

Ook uit onderzoek van Stichting DierenLot lijken we een stijging te zien in katten in het asiel. Hun onderzoek is op basis van een enquête onder 52 van hun beneficianten. “De druk op opvanglocaties is sterk toegenomen,” schrijven zij. “Sinds juli hebben bijna alle deelnemende organisaties te maken met een toestroom van afstandsdieren,” aldus DierenLot. Afstandsdieren zijn dieren die door de eigenaar vrijwillig naar een asiel of opvang zijn gebracht. Volgens DierenLot meldden veel organisaties dat ongeveer evenveel of meer dieren worden afgestaan ten opzichte van eerdere maanden en vorig jaar. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat katten het vaakst worden afgestaan. 

Heeft Van der Leij gelijk? 

Als we kijken naar de cijfers die DierenLot en de Dierenbescherming publiceren, zien we dat deze niet overeenkomen met die van Van der Leij. Echter is er ook te twijfelen aan de manier van verwoorden van Van der Leij. Omdat haar onderzoek bestaat uit online cijfers en ze praat over beschikbare katten voor herplaatsing, zou haar onderzoek los kunnen staan van de algemene hoeveelheid katten in het asiel. Van der Leij haar onderzoek klopt dus wel (zie grafieken), maar is wat ongelukkig vormgegeven. De uitspraak “er zijn minder katten ter herplaatsing beschikbaar” klopt dus, maar het deel “en dus minder in het asiel binnengekomen” klopt niet. Het eerste deel is dus waar, maar het tweede deel onwaar. Dat maakt voor mij dat de bewering onnauwkeurig is. 

Over de auteur

David van den Berg

Hoi! Mijn naam is David, ik ben 18 jaar oud en ik kom uit het prachtige Bodegraven. In mijn vrije tijd ben ik graag sportief, muzikaal en sociaal bezig. Ook mijn interesse in de journalistiek is breed. Hoewel ik begon met een tunnelvisie op sportjournalistiek, merk ik dat ik steeds meer kanten van de journalistiek interessant vind. Over het algemeen houd ik me het liefst bezig met human interest verhalen over allerlei onderwerpen, zoals ik dat ook doe bij de lokale krant waar ik werk.