Een kwart van de docenten die AI gebruiken, doet dat voor nakijkwerk

Een kwart van de docenten die AI gebruiken, doet dat voor nakijkwerk

Kunstmatige intelligentie, ofwel AI, is niet meer weg te denken uit onze samenleving — en ook het onderwijs blijft niet achter. Steeds meer leraren en leerlingen gebruiken AI-tools zoals ChatGPT. Onder andere voor het voorbereiden van lessen, het maken van opdrachten of het nakijken van werk. Maar die ontwikkeling roept ook vragen op. Helpt AI ons écht slimmer te leren, of maakt het ons juist afhankelijker van technologie?

Het debat over het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) in het onderwijs hangt sterk in de lucht. In een opiniestuk in Trouw pleit een leerling met de stelling “Graag minder AI op school, want we willen zelf leren nadenken” voor een terughoudender aanpak met AI in de klas. Ze vreest dat leerlingen te afhankelijk zijn van de online hulpmiddelen en daardoor de kans missen hun kritisch denken en probleemoplossende vaardigheden te ontwikkelen.

Uit recente cijfers uit het wereldwijde onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD’s “Education at a Glance 2024) blijkt dat ongeveer een derde van alle docenten in 55 landen AI gebruikt. Van hen gbruikt ongeveer een kwart dat voor nakijkwerk, wat leid tot een groeiende rol voor AI bij routinetaken. Toch is 73 % van de leraren vooral geïnteresseerd in AI als hulpmiddel om snel kennis op te doen of lessen voor te bereiden, niet als vervanging van onderwijs zelf.

Tegelijkertijd waarschuwt het OECD in dit rapport dat te veel gebruik van AI kan leiden tot ongelijkheid. De leerlingen uit sociaal zwakkere gezinnen presteren gemiddeld slechter in gestandaardiseerde toetsen. Dit wijst ernaar dat technologie onderwijskansen kan vergroten, maar ook de bestaande ongelijkheden kan versterken als er niet zorgvuldig mee wordt omgegaan.

In de volgende video-reportage, wordt universitair docent experimentele psychologie Martijn Mulder geinterviewd. Hierin vertelt hij over de ontwikkelingen die zich afspelen in het brein zodra iemand gebruik maakt van AI. Ook komt student Steffie Jansen aan het woord, over haar AI gebruik met schoolopdrachten. Deze reportage is gemaakt door verslaggever Fenny van Asma. Zie onderstaande video:

Over de auteur

Fenny van Asma

Ypenburg (2006). Geboren dichtbij Den Haag, maar op haar tiende verhuisd naar het Westland. Ze heeft afgelopen jaar eindexamen gedaan op de middelbare school en is daarna als eerstejaarsstudent haar studie gestart aan de School Voor Journalistiek in Utrecht. Nu enthousiast om allemaal nieuwe dingen te leren, mensen te ontmoeten en verhalen te ontdekken. ‘Ik vind het interessant om met veel mensen in gesprek te gaan en verschillende meningen aan te horen, om zo een volledig verhaal te kunnen schetsen.’