Bewering
In een recente tweet op X stelt Geert Wilders dat partijen die tegen de motie “de btw afschaffen op boodschappen en dit dekken door het afschaffen van de ontwikkelingshulp” stemmen “liever vele miljarden euro’s per jaar aan Afrika geven dan dat ze de boodschappen voor de Nederlander goedkoper maken.” De claim van Geert Wilders luid dus: “De Nederlandse ontwikkelingshulp aan Afrika is groot genoeg om het afschaffen van de btw op boodschappen volledig te dekken.”
Oordeel
Gedeeltelijk onjuist en misleidend
Bron van bewering
Geert Wilders, via zijn officiële X-account (@geertwilderspvv), op 6 oktober 2025. https://x.com/geertwilderspvv/status/1974019693175296447
Waarom dit gedeeltelijk en misleidend is
De uitspraak van Wilders op X is deels waar, maar is sterk vereenvoudigd en schetst een eenzijdig beeld van de werkelijkheid. In 2023 werd Nederland nog als gul gezien: we gaven toen zo’n €6,34 miljard uit aan ontwikkelingshulp, wat neerkomt op 0,66% van het bruto binnenlands product (Manners). In 2024 was dit bedrag nog €3,9 miljard en in 2025 nog maar €3,6 miljard Rekenkamer. Deze hulp gaat bovendien niet enkel en alleen naar Afrika, zoals Wilders in zijn tweet op X suggereert. Een groot deel wordt besteed via internationale organisaties zoals de Verenigde Naties en de Wereldbank en aan landen in Azië, het Midden-Oosten en Europa. Ook de opvang van asielzoekers in Nederland wordt deels gefinancierd uit het ontwikkelingsbudget (unhcr). Jan Schippers, directeur van het wetenschappelijk instituut van de SGP, bevestigt dat beeld: ‘Het beeld dat alle ontwikkelingshulp naar Afrika gaat klopt gewoon niet. Een groot deel gaat via VN-organisaties of naar andere regio’s.’ Volgens hem is het beeld dat Wilders schetst “te beperkt”.
Wanneer de btw op boodschappen geschrapt wordt, zou dat naar schatting €4,5 miljard per jaar kosten aan gemiste belastinginkomsten. Dit bedrag is gebaseerd op een jaarlijkse besteding van ongeveer €50 miljard aan boodschappen onder het verlaagde btw-tarief van 9% (De impact van btw-tarieven op boodschappen). In theorie zou het schrappen van ontwikkelingshulp deze kosten deels kunnen dekken, maar in de praktijk is dat niet zo eenvoudig. Nederland heeft internationale verplichtingen binnen de Europese Unie en de Verenigde Naties om een bepaald percentage van het BBP aan ontwikkelingshulp te besteden. Deze verplichtingen zijn vastgelegd in verdragen en beleidsafspraken, en Nederland kan hier dus niet zomaar van afwijken. Daarnaast is het onzeker of een btw-verlaging daadwerkelijk leidt tot lagere prijzen voor consumenten. Uit onderzoek blijkt dat belastingverlagingen op voedingsmiddelen vaak niet volledig worden doorberekend in de winkelprijzen. Supermarkten kunnen ervoor kiezen om hun marges te vergroten, waardoor consumenten slechts beperkt profiteren (Vakbladvoedingsindustrie).
Ook Schippers plaatst kanttekeningen bij het effect van een btw-verlaging: ‘het lijkt zoveel goedkoper als die 9% eraf gaat, maar eigenlijk scheelt het per product maar een paar cent. De impact valt dus behoorlijk mee.’ Hij wijst bovendien op praktische bezwaren: ‘het aanpassen van btw-tarieven is lastig. Ondernemers moeten dan al hun prijzen opnieuw opstellen, wat een enorme operatie is.’ Daarbij komt dat niet alle boodschappen onder het 9%-tarief vallen: veel producten vallen onder het hoge btw-tarief van 21%, zoals alcohol, luxeproducten en non-foodartikelen. Volgens Schippers is het al lastig om met het schrappen van de ontwikkelingshulp het 9%-tarief op te heffen, laat staan het btw-tarief van 21% (cpb).
Schippers wijst er bovendien op dat het bedrag dat Nederland uitgeeft aan ontwikkelingshulp relatief bescheiden is in verhouding tot de totale economie. ‘Het is maar 0,6% van het bbp, wat eigenlijk helemaal niet zo veel is,’ verteld hij. Volgens hem is het belangrijk om dat in gedachten te houden als er wordt gesuggereerd dat dit geld makkelijk ergens anders voor gebruikt kan worden. Het klinkt als een groot bedrag, maar vergeleken met de hele economie stelt het niet zoveel voor. Daarnaast zijn er veel onderzoeken dat deze ontwikkelingshulp wel degelijk een positief effect heeft (wrr).
De motie van Wilders werd verworpen door een meerderheid van de Tweede Kamer. Tegenstanders wezen op het maatschappelijke belang van internationale solidariteit, de juridische moeilijkheden die bij het schrappen van hulp komen kijken en de beperkte effectiviteit van deze btw-verlaging. Bovendien komen er al flinke bezuinigingen aan op de ontwikkelingshulp: vanaf 2027 wil het kabinet €2,4 miljard per jaar minder uitgeven aan deze post.
Conclusie
De uitspraak van Wilders is krachtig, maar economisch en beleidsmatig simplistisch. Hoewel er door Nederland inderdaad miljarden worden uitgegeven aan ontwikkelingshulp en het schrappen van de btw op boodschappen ook miljarden zou kosten, is het niet realistisch om te stellen dat het één kan worden ingeruild voor het ander. Daarnaast kan door het schrappen van de ontwikkelingshulp niet het volledige bedrag van het schrappen van de btw worden gedekt. En zoals Schippers al opmerkte: het lijkt goedkoper, maar het verschil is klein, en het beeld dat alle hulp naar Afrika gaat klopt niet. Het is meer een politieke boodschap dan een feitelijke analyse, en dus gedeeltelijk onjuist en misleidend.