Claim: Een op de vijf Nederlanders wil een microcar
Oordeel: Onwaar
Op 1 oktober 2025 heeft het automagazine, Autovisie, een artikel geplaats met als kop “Een op de vijf Nederlanders wilt een microcar, blijkt uit onderzoek.” Maar klopt het wel dat zoveel Nederlanders staan te popelen om in zo’n kleine stadsauto te rijden?
De claim zou afkomstig zijn uit een onderzoek van het platform MicroMobiel.nl, een website die zich richt op micromobiliteit. Om te achterhalen hoe deze cijfers precies tot stand kwamen, neem ik contact op met Frank Breukelman, uitvoerend van het onderzoek. Hij heeft een enquête door een extern bureau laten uitzenden, die door 1.250 Nederlanders is ingevuld.
Deelnemers kregen vragen over hun houding tegenover microcars. Zouden ze er een willen, overwegen ze er een te kopen, of alleen als de prijs daalt? De uitkomst: 8,8 procent overweegt daadwerkelijk een microcar te kopen en nog eens 9,6 procent zou dat doen als de prijs aantrekkelijker zouden worden.
Volgens Breukelman is de conclusie van Autovisie daarom te kort door de bocht. “Onze data laten zien dat mensen nieuwsgierig zijn naar microcars, maar dat is iets anders dan zeggen dat ze er één willen kopen,” legt hij uit. De claim dat één op de vijf Nederlanders er daadwerkelijk een wil, berust dus op een niet precieze interpretatie van zijn onderzoek.
Om te controleren hoe populair microcars werkelijk zijn, bekijk ik cijfers van het CBS.Daaruit blijkt dat er in Nederland ongeveer 24.000 microcars rondrijden van lichte brommobielen tot zwaardere modellen. Vergeleken met het totale aantal personenauto’s (ruim 9,2 miljoen) vormen ze slechts 0,3 procent van het wagenpark. Zelfs in provincies waar ze populairder zijn, zoals Limburg en Noord-Holland, ligt het aandeel onder de 1 procent.
Met zulke cijfers lijkt het onwaarschijnlijk dat twintig procent van de Nederlanders op korte termijn een microcar zou willen. De belangstelling lijkt dus vooral theoretisch: mensen vinden het concept leuk, maar zetten nog geen concrete stap richting aankoop.
Ik besluit ook de journalist van het Autovisie-artikel, Stijn Kuster, te benaderen. Hij erkent dat de titel misschien wat stellig overkomt. “De kop is bedoeld om lezers te trekken,” zegt hij. “Maar in de tekst zelf staat de nuance wel: dat het om interesse gaat, niet om daadwerkelijke koopintentie.” Volgens Kuster is het gebruikelijk dat autonieuws iets prikkelender wordt gebracht, zolang de inhoud verder klopt.
Om beter te begrijpen waarom zulke claims aanslaan, vraag ik om duiding van Bert van Wee, hoogleraar Transportbeleid aan de Technische Universiteit Delft, faculteit Techniek, Bestuur en Management. Zijn belangrijkste onderzoeksinteresse liggen bij lange termijnontwikkelingen in transport, met name op het gebied van bereikbaarheid, de samenhang tussen ruimtelijke ordening en vervoer, de evaluatie van grote infrastructuurprojecten, milieu, verkeersveiligheid, beleidsanalyse en ethiek.
Van Wee ziet in dit soort berichten meer dan alleen een misleidende kop. “Een op de vijf lijkt mij inderdaad extreem hoog,” zegt hij. “Zelf het zeggen dat één op de vijf het overweegt. De groep twijfelaars bestaat eigenlijk uit twee soorten mensen, mensen die het echt willen aanschaffen, en degenen die het alleen zouden doen als de prijzen dalen. Maar dat bedrag kan voor iedereen anders zijn.”
Conclusie
Als ik alle informatie naast elkaar leg, blijkt de claim uit Autovisie duidelijk onwaar. Uit het onderzoek kunnen we alleen concreet zeggen dat 8,8 procent van de mensen hebben meegedaan aan het onderzoek een microcar willen het overwegen om het aan te schaffen, wat 0,7 op de 10 is. En hieruit kunnen we niet beslissen dat mensen het willen aanschaffen. Het onderzoek van MicroMobiel.nl toont geen koopintentie maar interesse, en de landelijke cijfers laten zien dat microcars nog altijd een nichemarkt zijn. De uitspraak dat één op de vijf Nederlanders een microcar wil, geeft een vervormd beeld van de werkelijkheid.
Wat wel klopt, is dat de aandacht voor microcars groeit vooral in steden waar ruimte schaars is en duurzame mobiliteit steeds belangrijker wordt.