In de 19e en vroege 20e eeuw was liefde niet zomaar een kwestie van vlinders in je buik. Wie je koos, of mocht kiezen, hing sterk af van waar je woonde. Op het platteland waren liefde en huwelijk vaak familieaangelegenheden, terwijl in de stad langzaam meer ruimte kwam voor persoonlijke gevoelens.
De kloof tussen stad en platteland was groot. Op het platteland draaide alles vooral om land, erf en familiebelang. Volgens historica Hilde Bras, die het huwelijksgedrag in Zeeland onderzocht, was de familie diep betrokken bij de partnerkeuze. Ouders bepaalden vaak met wie hun kinderen trouwden, en de dorpsgemeenschap hield streng toezicht. Scheidingen kwamen nauwelijks voor: minder dan 0,5% van de huwelijken liep stuk.
Een huwelijk was er vaak meer op gericht om het familievermogen te behouden dan om romantische liefde. Volgens Vincent van der Vanne, speelde religie daarbij ook een grote rol. Kerk en gemeenschap hielden toezicht op zedelijkheid en moraal. Protestantse of katholieke normen maakten buitenechtelijke relaties bijna onmogelijk, en scheiding was nauwelijks een optie. Vrouwen hadden minder keuzevrijheid dan mannen. Hun positie en toekomst waren vaak afhankelijk van het oordeel van hun ouders en later van hun echtgenoot. Mannen moesten wachten tot er land of een boerderij beschikbaar was, terwijl vrouwen weinig zelf konden bepalen wanneer of met wie ze trouwden.
In de steden, waar mensen in fabrieken werkten en zelfstandiger leefden, ontstond iets nieuws: liefde werd persoonlijker. Jongeren ontmoetten elkaar op het werk, op straat of in cafés. Daar was minder toezicht en meer vrijheid om zelf een partner te kiezen. Stedelingen trouwden gemiddeld eerder dan plattelandsbewoners, mede omdat werk in fabrieken jongeren financieel onafhankelijk maakte. Ook migratie naar de stad speelde een rol. Jongeren die hun geboortedorp verlieten, konden buiten hun dorpsgemeenschap partners vinden en kregen meer keuzevrijheid in hun huwelijk. De stad bood bovendien meer ruimte voor vrouwen om zelf te werken en invloed uit te oefenen op hun levenskeuzes.
Zo trouwden mensen van het platteland meestal met iemand uit hun eigen dorp, en stonden vaak binnen hun eigen kring. Een belangrijke reden hiervoor waren de beperkte vervoersmogelijkheden. Om te ontdekken hoe daten toen ging, duiken we even terug in de tijd van het openbaar vervoer. Wouter Koop, bestuurslid van het Openbaar Vervoer Museum, vertelt hoe reizen er toen uitzag. En journalist en schrijver Mark Traa laat zien hoe vervoermiddelen invloed hadden op de liefde.
