Jeugd boven miljoenen: visie of financiële realiteit?

Jeugd boven miljoenen: visie of financiële realiteit?

Foto: Thomas Schotman

Het Europese voetbalseizoen is officieel afgetrapt. Het ‘miljardenbal’, zoals Evert ten Napel het ooit noemde, is het toernooi waarin alle grote spelers en clubs vanuit heel Europa bijeenkomen. De absolute wereldsterren van de voetbalwereld spelen hier, maar de Nederlandse clubs zijn hier doorgaans bescheidener in, met meer spelers uit de eigen jeugd. Is dat uit keuze, of toch eigenlijk meer uit noodzaak?

De cijfers liegen er niet om. De samenstelling van de Nederlandse deelnemers van ‘het miljardenbal’ valt vaak jong uit. Zo stonden vorig seizoen zowel PSV als Feyenoord, toen de twee enige deelnemende teams, in de top tien van jongste elftallen in de competitie met een gemiddelde leeftijd van 24,1 en 23,6. Ook het aandeel in landelijke competities van jongere spelers ligt in Nederland hoger. Meer dan dertig procent van de speelminuten in de Eredivisie is van spelers onder de 21. In landen zoals Italië en Engeland ligt dit ‘slechts’ tussen de vijftien en twintig procent.

Huidige samenstelling

En ook dit seizoen lijkt hier geen verandering in te komen. Zo geeft Ajax-trainer John Heitinga aan dat dit onderdeel van de visie van de club is: “Het is wel de bedoeling dat we jeugdspelers de kans gaan geven, maar ze moeten er wel klaar voor zijn. Het is iets waar Ajax voor staat.”

En ook in Eindhoven, waar PSV gevestigd is, is duidelijk dat de jeugd prioriteit heeft. Zowel binnen de directie als binnen de opleiding. Zo zette het hoofd van de jeugdopleiding Aloys Wijnker deze zomer duidelijk de toon in een interview met Voetbal International: “PSV 1 moet kampioen worden en daar willen wij als Academy een bijdrage aan leveren. Dus niet spelers opleiden en afleveren aan de selectie en dat ze vervolgens op de bank zitten. Nee, ze moeten belangrijk zijn.”

Financiële kloof

Toch lijkt het ook een beetje vanuit noodzaak te komen. Uit alle cijfers blijkt dat Nederlandse clubs financieel achterblijven op de Europese topcompetities. Zo hebben de Engelse clubs uit de hoogste divisie, de Premier League, gezamenlijk meer dan drie miljard euro uitgegeven aan transfersommen. Voor de Eredivisieclubs bij elkaar opgeteld was dit ‘slechts’ iets meer 200 miljoen. Vijftien keer zoveel dus.

Het is duidelijk dat de clubs zich richten op de ontwikkeling van talenten en jeugdspelers en dat dit een doel op zich is, maar de harde realiteit lijkt ook te zijn dat de Nederlandse clubs financieel gezien niet mee kunnen komen met de clubs uit de grote competities.

 

 

Friso Brommer gaat hierover in gesprek met Sammie van den Broek, clubwatcher van Ajax voor AT5:

Over de auteur

Thomas Schotman

Thomas is een beginnend journalist met een onderzoekend en nieuwsgierig karakter. Hij heeft een grote interesse voor met name politiek, bestuurskunde en informatica. Hij 24 jaar oud en woonachtig in Doetinchem. Voordat hij de journalistiek in is gegaan, is hij een aantal jaar werkzaam geweest in de IT-sector. Zijn specialisme ligt voornamelijk bij onderzoeksjournalistiek.