In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2025 lijken de peilingen belangrijker dan ooit. Wekelijks verschijnen er van het Ipsos nieuwe cijfers die aangeven welke partijen stijgen, dalen of redelijk gelijk blijven. Deze cijfers hebben niet alleen invloed op partijstrategieën, maar ook op hoe kiezers, en vooral jongeren, naar politiek kijken. Uit recente data van Ipsos I&O blijkt dat liberale partijen als VVD, D66 en JA21 momenteel dicht bij elkaar liggen. Deze minimale verschillen zorgen voor extra spanning, maar ook voor strategisch stemgedrag: veel kiezers baseren hun keuze deels op wat “haalbaar” lijkt volgens de peilingen en besluiten hierdoor “tactisch” te stemmen.
Maar niet alleen partijen laten zich leiden door de cijfers. Jongeren zijn traditioneel gezien de groep met de laagste opkomst maar toch reageren ze opvallend sterk op trends in de peilingen. Volgens onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) zegt ruim 40% van de jongeren dat ze peilingen volgen via sociale media. Platforms als Instagram en TikTok spelen daarbij een grote rol. Dit zijn vooral korte video’s met grafieken of partijvergelijkingen en deze verspreiden zich razendsnel, vaak zonder context. Politieke campagnes weten dat, en richten zich steeds nadrukkelijker op jongeren met gerichte online advertenties zodra een partij in de lift zit.
Toch betekent aandacht niet altijd actie. Uit dezelfde SCP-studie blijkt dat jongeren zich vaak wel betrokken voelen, maar twijfelen of hun stem echt verschil maakt, een gevoel dat juist door peilingen versterkt kan worden. Wanneer een partij ver voor ligt, denken sommigen dat hun stem “toch weinig uitmaakt”.
Onze gast schuift aan bij de uitzending van donderdag om te vertellen over hoe het zit met de participatie van jongeren in de politiek en wat er nodig is om hen niet alleen te laten kijken, maar ook daadwerkelijk te laten stemmen.