Bewering
Wim Meulenkamp (VVD) zei tijdens het nationale plattelandsdebat dat “40 procent van de boeren 55 jaar of ouder is en nog geen opvolger heeft.”
Oordeel
Gedeeltelijk waar.
Bron van de bewering
De uitspraak is van VVD’er Wim Meulenkamp. De VVD laat in een reactie weten dat de uitspraak is gebaseerd op gegevens uit De Staat van Landbouw, Voedsel, Visserij en Natuur van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). In dat rapport staat: “Van de 50-plussers in de primaire landbouw geeft in 2023 bijna 40 procent aan nog geen opvolger te hebben.”
Wat de cijfers laten zien
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) had in 2020 meer dan de helft van de landbouwbedrijven met een ondernemer van 55 jaar of ouder geen bedrijfsopvolger. In 2023 ging het om bijna 40 procent van de bedrijven met een boer van 51 jaar of ouder (CBS, 2023). De bewering van Meulenkamp sluit dus grotendeels aan bij bestaande cijfers, maar zijn formulering is niet helemaal nauwkeurig. Hij suggereert dat 40 procent van alle boeren 55-plus is en geen opvolger heeft, terwijl het CBS en het LNV-rapport specifiek kijken naar boeren binnen een bepaalde leeftijdsgroep.
Een sector die snel vergrijst
De landbouw vergrijst in hoog tempo. Uit cijfers van het CBS blijkt dat in 2024 38 procent  van de boeren 55 jaar of ouder was, terwijl slechts 8 procent jonger was dan 35 (CBS, 2024). Door deze scheve leeftijdsverdeling komt de opvolging van familiebedrijven ook steeds meer onder druk te staan.
Wat boeren en kenners merken
Volgens Sander van Diepen van LTO Nederland, een belangenorganisatie voor Nederlandse land- en tuinbouw, zijn de cijfers herkenbaar. “Deze percentages komen overeen met wat we in de praktijk zien,” zegt hij. “Er zijn bijna geen zij-instromers: je moet meestal de zoon of dochter van een boer zijn om het bedrijf te kunnen overnemen. Voor buitenstaanders, bijvoorbeeld neven of nichten, is het financieel en fiscaal erg lastig.”
Van Diepen wijst daarnaast op de onzekerheid binnen de sector. “Het huidige landbouwbeleid maakt het niet aantrekkelijk om over te nemen, en de stikstofproblematiek zorgt voor extra belemmeringen. Boeren die onder de zogenoemde PAS-melders vallen, bedrijven zonder geldige stikstofvergunning, krijgen bijvoorbeeld geen financiering.”
Ook Erik Veldhuizen, associate lector Familiebedrijven aan Hogeschool Windesheim, bevestigt dat opvolging een groeiend probleem is. “Bij kleinere boerenbedrijven kiezen kinderen vaker voor een ander beroep. Bij grotere bedrijven is de animo voor opvolging meestal groter,” legt hij uit. Volgens Veldhuizen duurt een opvolgingsproces gemiddeld zeven tot tien jaar. “De leeftijdsgrens van 55 jaar is dus aan de lage kant. Veel ondernemers dragen hun bedrijf pas over als ze in de zestig zijn.”
Meer dan een kwestie van leeftijd
Het opvolgingsprobleem draait niet alleen om vergrijzing, maar ook om de veranderde structuur van de sector. Cijfers van Agrimatie tonen dat slechts 43 procent van de bedrijven met een ondernemer ouder dan 50 jaar een opvolger heeft, wat betekent dat 57 procent géén opvolger heeft, vooral onder kleinere bedrijven (Agrimatie, 2023). Dit maakt duidelijk dat het voortbestaan van veel familiebedrijven onder druk staat.
Conclusie
De uitspraak van Wim Meulenkamp bevat een kern van waarheid, maar is niet volledig juist geformuleerd. Het klopt dat veel boeren 55 jaar of ouder zijn en dat een aanzienlijk deel van hen geen opvolger heeft. De 40 procent waar hij naar verwijst, komt uit een betrouwbare bron van het ministerie van LNV en ligt in lijn met CBS-cijfers, maar geldt binnen een specifieke leeftijdsgroep. De cijfers van het CBS, Agrimatie en de het oordeel van de deskundigen bevestigen dat opvolging in de landbouwsector een groeiend probleem is, mede door vergrijzing, moeilijkheden omtrent stikstof en financiën en onzekerheid over toekomstig beleid.

 
			 
			 
			