’S-HERTOGENBOSCH – Afgelopen dinsdag is het Brabantse carnavalsseizoen officieel ingeluid met de jaarlijkse, traditionele Sleuteldragersborrel in het Provinciehuis in ’s-Hertogenbosch. Hierbij waren onder andere de commissaris van de Koning, de Brabantse Carnavals Federatie en ruim honderdvijftig Prinsen Carnaval van alle Brabantse gemeenten aanwezig. Met andere woorden: een groot feest.
De carnavalstradities reiken al honderden jaren terug en zitten vol symboliek. Van de sleuteloverdracht en de benoeming van een Prins Carnaval tot de optochten en de iconische steek: het feest draait niet alleen om gezelligheid, maar ook om gebruiken die al generaties lang worden doorgegeven. Toch rijst de vraag of deze formele tradities nog passen in de moderne tijd. Moet carnaval meegroeien met de veranderende samenleving, of blijft het juist sterk door de eeuwenoude rituelen?
Als je het aan Prins Gerrit d’n Urste van Knöllekesland – ook wel bekend als Gerrit van de Rijt uit Boekel – vraagt, dan niet: “Ik vind juist dat ze van deze tijd zijn. Het gaat vooral om samen dingen doen, samen feesten. Daar zijn de tradities uiteindelijk ook op ingericht.” Zijn persoonlijk adjudant Hans, ook wel bekend als Hans Vermeer, sluit zich daar volledig bij aan: “Die verbintenis, die met carnaval zo belangrijk is, kan ook alleen maar naar boven worden gehaald als je de echte waarde van het feest laat zien. Dat doe je onder andere door deze tradities.”
Als het aan hun ligt, zullen deze tradities dus niet snel veranderen. “Ik weet niet hoe dat er in grotere steden aan toe gaat, maar in kleinere dorpen en gemeenten leven tradities veel beter en makkelijker voort. Het wordt met de paplepel ingegoten, en je ziet dat er juist vanuit jongere generaties veel animo voor is,” aldus Prins Gerrit d’n Urste.
Verslaggever Isabella van de Luijtgaarden was aanwezig op de Sleuteldragersborrel en sprak daar onder andere met commissaris van de Koning Ina Adema en voorzitter van de Brabantse Carnavals Federatie Ad Koopman.