‘Wij moeten niet meer nemen dan wij krijgen van de aarde en natuur.’ Het is een overtuiging die diepgeworteld is bij Daan Zieren de voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging (JKB). Hij deelt zijn persoonlijke drijfveren, de rol van jongeren in de politiek, en waarom het hoog tijd is dat de overheid lef toont.
De link tussen mens en natuur werd hem al jong duidelijk. ‘Ik moest altijd 15 kilometer naar school fietsen door een typisch Nederlands polderlandschap. Ik werd mij bewust van hoe gemaakt dat landschap eigenlijk was door bijvoorbeeld de lange rechte slootjes die het landschap vormen. In Nederland hebben we zelf het landschap ontworpen en daardoor een grote invloed gehad op natuurlijke processen.’
Het zette hem aan het denken over onze impact op de planeet. ‘Ik realiseerde hoeveel impact wij als mensen hebben gehad op de natuur in Nederland, maar ook op de natuur in de hele wereld. Daar dan ook dus een bepaalde verantwoordelijkheid bij komt kijken.’
Tijdens de scholierenprotesten van 2019 vond er een omslag plaats. ‘Toen wij staakten voor het klimaat, dacht ik “hier moet ik iets mee doen”. Maar heel lang wist ik niet goed wat. Toen kwam ik de Jonge Klimaatbeweging tegen. Een organisatie die zich niet alleen inzet voor het klimaat, maar zich ook inzet om de stem van jongeren meer te laten horen.’
Het gevoel dat jongeren te weinig gehoord worden, speelt een grote rol. ‘Ik was zelf teleurgesteld in hoe het ging met de politiek in Nederland en hoe weinig de stem van jongeren aan bod kwam. Ik vind het een mooi ideaal om me daarvoor in te zetten. Dat we als jongeren invloed kunnen uitoefenen op de politiek.’
Die invloed gaat verder dan stemmen alleen. Hij geeft aan dat eens in de (meestal) vier jaar stemmen heel weinig invloed heeft op wat partijleiders daarna met jouw stem gaan doen. ‘Ik denk dat het belangrijk is dat we veel meer momenten creëren waarop we wat invloed hebben.’ Zoals het debat van 16 oktober 2025, een bijeenkomst met politici en jongeren.
Tijdens een deep democracy-sessie met jongeren en politici gebeurde er iets bijzonders. Na het debat kwam een politicus naar hem toe en zei: ‘Het is zo bijzonder om te horen hoe die gedachtegang van jongeren werkt over het klimaat, ook van jongeren die niet per se op onze partij stemmen.’ Volgens hem zijn dat precies de momenten waarop echte verbinding ontstaat. ‘Dat vond ik een mooi voorbeeld hoe politiek en jongeren echt bij elkaar kunnen komen door dat soort gesprekken.’
Als het aan hem ligt, moet de overheid niet bang zijn om fundamentele keuzes te maken. ‘Ik zou graag zien dat de overheid niet bang is om grote keuzes te maken voor hoe de toekomst in Nederland eruit ziet. Dat betekent dat we ons beter moeten gaan beschermen tegen klimaatverandering. Dat betekent ook dat we ons moeten voorbereiden op een ander energiesysteem, op een ander soort landbouw, op een ander soort voedselsysteem.’
Toch ziet hij dat verandering moeizaam gaat. ‘Er gebeuren heel veel goede dingen, maar we zien dat we ook nog heel veel oude gewoontes behouden en dat we heel bang zijn om die achter te laten. En ik zou heel graag hebben dat de overheid daar wat meer lef in zou willen tonen.’
Voor jongeren die zich machteloos voelen, heeft hij een duidelijke boodschap. ‘Er zijn heel veel mogelijkheden om toch je stem te laten horen.’ Die mogelijkheden liggen bij organisaties en politieke partijen. ‘Daar kan je ook echt heel veel invloed uitoefenen op wat jouw partij precies vindt en wat er ook naar buiten komt.’ Hij geeft aan dat er echt mogelijkheden zijn om je stem te laten horen. Hij moedigt aan om de hoop te houden: ‘als wij allemaal blijven proberen om onze stem te laten horen, dan is er ook echt verandering mogelijk.’
‘Ik maak me wel heel erg zorgen dat veel partijen het probleem ontkennen of bagatelliseren. Dat begrijp ik niet, want het is iets heel reëels en het gaat ook alleen maar reëler zijn.’
Ambities voor de Tweede Kamer? Voorlopig niet. ‘Voorlopig vind ik mijn positie bij de jonge klimaatbeweging het allerleukste om te doen. Ik zie wel wat daarna precies komt.’ Wat telt is het doel: ‘Dat we ook in Nederland het klimaatprobleem serieus gaan vinden.’
Eloy Smits was aanwezig bij het debat en sprak ook met Daan Zieren: