Op woensdag 15 oktober kwamen leden van GroenLinks/PvdA samen in hun campagnepand, Trans 13 in Utrecht, om in gesprek te gaan over de belangrijkste thema’s voor de komende verkiezingen. Rick van der Zweth was te gast om vragen van leden te beantwoorden. Van der Zweth is fractievoorzitter van PvdA Utrecht en plek 37 op de lijst voor de Tweede Kamerverkiezingen. Zijn expertise ligt vooral op het gebied van ruimtelijke ordening en wonen.
Volgens Van der Zweth moet er veel gebeuren om de problemen op de woningmarkt te verhelpen. ‘Er moet iets fundamenteels veranderen willen we ervoor zorgen dat mensen een betaalbaar dak boven hun hoofd kunnen krijgen. Je moet nieuw bouwen, dat zegt elke partij en is dus ook niet zo spannend. Wij zeggen, als je nieuw bouwt, moet 80% daarvan betaalbare woningen zijn. Dat betekent voldoende sociale huur voor middeninkomens. Als overheid eis je dat. Als een ontwikkelaar dat niet wil, dan bouwen ze maar helemaal niet, want dure woningen hebben we al genoeg.’
Maar bouwen alleen is niet genoeg, stelt Rick. Hij wijst op de tienduizenden woningen die langdurig leeg staan in Nederland. ‘Leegstand moet verboden worden. In Utrecht beboeten we dat al, en na verloop van tijd kunnen we zelfs een huurder aandragen. Maar landelijk moet dat strenger en sneller kunnen.’
Hoewel leegstand in sommige steden al wordt aangepakt, ontbreekt het nog aan effectiviteit op landelijk niveau. Gemeenten hebben vaak beperkte middelen om langdurige leegstand tegen te gaan, en procedures zijn traag. Van der Zweth wijst erop dat gemeenten zoals Utrecht beperkt worden door landelijke wet- en regelgeving. Zo is het bijvoorbeeld niet toegestaan om sommige regels strenger te maken of uitzonderingen weg te nemen, omdat de landelijke overheid hier grenzen aan stelt. Daarom is het volgens hem noodzakelijk dat er op nationaal niveau veranderingen komen, zodat gemeenten meer ruimte krijgen om lokaal effectieve maatregelen te nemen tegen de woningcrisis.
Utrecht loopt volgens hem voorop als het gaat om progressief woonbeleid. Zo geldt er een opkoopbescherming waardoor beleggers woningen onder de € 611.000 niet mogen kopen als ze deze niet zelf zullen bewonen. ‘Maar helemaal perfect is het nog niet. Als je vader een huis voor je koopt, mag het weer wel. Die uitzonderingen wil ik eruit.’
Volgens Van der Zweth is de huidige wooncrisis niet het gevolg van onvoorziene omstandigheden, maar van jarenlang doelbewust beleid. ‘In de jaren na de financiële crisis werd er niet geïnvesteerd, maar bezuinigd. De overheid trok zich terug en de markt moest het maar oplossen. Dan is het niet vreemd dat je nu een tekort hebt.’ De verantwoordelijkheid ligt volgens hem bij opeenvolgende kabinetten die woningbouw onvoldoende als publieke taak zagen. ‘Ze hebben jarenlang op hun handen gezeten.’ Hoewel hij het belang van nieuwbouw erkent, benadrukt hij dat bouwen alleen niet genoeg is. Zonder scherpe eisen aan betaalbaarheid en zonder aanpak van leegstand en speculatie gaan we volgens Van der Zweth te weinig verandering zien. GroenLinks/PvdA pleit daarom ook voor een fundamentele koerswijziging: van marktwerking terug naar volkshuisvesting als overheidstaak.