Leden van het Pensioenfonds PFZW mogen zich volgens het fonds rijk rekenen. Het gemiddelde pensioen gaat vanaf januari 2026 ongeveer zeven procent omhoog, wat volgens het fonds uit Zeist waarschijnlijk nog verder zal stijgen. Ellen Habermehl vertelt over de veranderingen en wat dit doet met pensioenen.
Grootste veranderingen
‘Wat er vooral verandert, is dat in het oude stelsel een hele grote buffer moest aangehouden van de politiek. Heel veel extra geld moesten we in kas houden en konden we niet uitgeven aan pensioen. Dat was omdat de politiek zei: “We moeten zeker weten dat mensen tot in de verre toekomst pensioen krijgen.” Daardoor was het vaak moeilijk dat als het wat beter ging met de economie, die buffereisen ervoor zorgden dat het pensioen juist niet verhoogd kon worden. Dat voelde best gek voor mensen, want dan ging het goed met de economie en dan moesten wij zeggen dat het pensioen niet verhoogd kon worden. In tijden dat het slecht ging met de economie konden we het pensioen soms juist wel weer verhogen. In het nieuwe stelsel is dat opgelost, daar zal het zo zijn we echt kunnen verhogen als het goed gaat met economie. De buffers zijn kleiner dus we kunnen meer terug stoppen in de pensioenen. Het gaat meer meebewegen met de economie, dat was hiervoor ook zo maar toen bewoog het een beetje anticyclisch, waardoor het voor mensen onlogisch voelde. In het begin van je leven betaal je iets te veel geld en aan het einde iets te weinig aan pensioen. Dit past eigenlijk niet zo goed bij het idee dat mensen tegenwoordig vaker van werkgever wisselen, of aan het einde van hun werkende leven minder gaan werken. Het is een eerlijker systeem voor alle leeftijdsgroepen. Het nieuwe stelsel past meer bij deze tijd, dus in die zin zijn we er blij mee.’
Zeven procent
‘Over een paar maanden gaan we al over, alle leden krijgen een persoonlijke berekening thuisgestuurd. Iedereen ziet hoe veel extra pensioen ze krijgen. Die 7 procent, die veel genoemd wordt in de media, is op basis van de berekening op 30 september. Dit is een goede indicatie. Het echte bedrag dat ze gaan krijgen berekenen we op 31 december, dat is wettelijk bepaald. Het is wel dergelijk zo dat ze zich een beetje rijk mogen rekenen, want ze hebben wel 7 procent meer in hun potje zitten. Sinds 30 september is de financiële situatie wat verbeterd, dus dan zou je nu op acht of negen procent zitten. In de oude situatie was het ook zo dat we soms een aantal jaren het pensioen niet mochten verhogen. Het blijft zo dat je niet precies weet wat je hebt. Je weet dat je een pensioen krijgt en je weet dat je dat levenslang krijgt, maar het is niet 100 procent te voorspellen wat er in dat potje zit. Sinds 30 september is de financiële situatie al wat verbeterd, dus dan zou je nu op acht of negen procent zitten. Pensioenfondsen moeten heel veel voorbereiden en leden informeren, dit duurt langer als je meer leden hebt. Eigenlijk zou het fijner zijn als iedereen dat op hetzelfde moment deed, maar iedereen moet in 2028 over zijn. Alle pensioenfondsen hebben een andere achterban, wij hebben bijvoorbeeld 85 procent vrouwen. Dat zorgt ervoor dat iedereen net wat andere keuzes en plannen moet maken. ABP heeft meer deelnemers en dus ook meer tijd nodig. Zij hebben er bewust voor gekozen om het later te doen. Wij dachten; Hoe eerder dat lukt, hoe beter.’