Zeist

Selecteer Pagina

Zeist kijkt naar Utrecht: geef asielzoekers sneller kansen

Zeist kijkt naar Utrecht: geef asielzoekers sneller kansen

Asielzoekers in de klas

ZEIST Asielzoekers in Zeist willen naar school of aan het werk gezet worden, na het zien van ‘U-match’, het project dat asielzoekers sneller helpt intergeren in de Nederlandse samenleving. Utrecht is de eerste stad in Nederland waar asielzoekers met of zonder verblijfsvergunning vanaf dag één mogen meedraaien in de samenleving: direct kunnen werken, leren en integreren. 

Twee vliegen in één klap: Het Utrechtse project dat vanaf 8 september van start is gegaan, zorgt ervoor dat asielzoekers sneller inburgeren dan via het traditionele traject. De duur van dit eerste traject is 2 tot 3 jaar. Tegelijkertijd vinden werkgevers sneller personeel, wat een positief effect heeft op de tekorten op de arbeidsmarkt. Ook de gemeente profiteert: doordat vluchtelingen sneller financieel onafhankelijk worden, bespaart zij geld.

Elfriede van Nunen, projectleider van het Taalhuis in Zeist, vindt dat Zeist het voorbeeld van Utrecht zou moeten volgen. ‘Ik vind het een goed experiment. Dan krijgen asielzoekers iets te doen en zitten ze niet alleen maar te wachten en zich te vervelen.’ Het Taalhuis in Zeist biedt lessen aan waarin vluchtelingen hulp krijgen bij het leren van de Nederlandse taal.

Over de mogelijke nadelen, zoals de onzekerheid bij werkgevers wanneer asielzoekers nog kunnen worden verplaatst of vertrekken, zegt Elfriede dat dit oplosbaar is: ‘Gemeenten en azc’s kunnen hierover duidelijke afspraken maken.’

Ook Idan en Abdulsalam zijn enthousiast over het project in Utrecht. Abdulsalam komt uit Eritrea, liet zijn familie achter en vluchtte voor het dictatorschap in zijn vaderland. Hij woont inmiddels 2,5 jaar in Nederland. Idan komt uit Irak en verblijft sinds februari in Nederland. Hij zat in zijn tweede jaar van de vierjarige studie tandheelkunde toen hij met zijn familie moest vluchten voor het controlerende regime. Beide mannen wachten nog op hun verblijfsvergunning.

De vrienden komen meerdere keren per week naar het Taalhuis om hun Nederlands te verbeteren. Ze vinden het moeilijk om zich in het azc in Zeist te ontwikkelen. ‘Iedereen praat daar in zijn eigen taal, meestal Arabisch. Dat helpt niet om mijn Nederlands te verbeteren,’ zegt Idan. Het azc in Zeist telt maximaal 400 asielzoekers. ‘In het azc krijg ik wel lessen en hulp, maar dat zijn korte lessen, slechts een paar keer per week. Ik wil meer hulp en meer leren.’

Toen de mannen hoorden over het project in Utrecht, dat hen de mogelijkheid zou geven om direct te werken en te leren, lichtten hun ogen hoopvol op. Abdulsalam wil zijn Nederlands verbeteren en graag werken in een winkel, terwijl Idan hoopt zijn studie tandheelkunde opnieuw op te pakken en af te ronden.

De medewerkers, vrijwilligers en asielzoekers van het Taalhuis in Zeist hopen dat het Utrechtse project zich uitbreidt naar andere gemeenten en provincies.

Wilt u meer horen over het taalhuis in Zeist en hun functie, luister dan het interview tussen Elfriede van Nunen en Lina Rozema.

 

Over de auteur

Júne van der Ende

Júne van der Ende (2007) is een beginnende journalist. Met de motivatie om inspirerende en diepgaande verhalen over te brengen, studeert ze als eerstejaars aan de Hogeschool Utrecht. Ze schrijft momenteel elke maand een column voor Het Waagstuk (een Alkmaarse krant). Ook heeft ze ervaring opgedaan tijdens een stage bij een lokale krant en maakte ze tijdens haar middelbare schooltijd een mini-documentaire.