ZEIST – Taalhuis Idea gaat over alledaagse onderwerpen in gesprek tijdens de Week van Lezen en Schrijven. Hiermee willen ze de laaggeletterdheid in Zeist verbeteren. In Nederland zijn zo’n 3 miljoen personen laaggeletterd.
In de week van 8 september konden de inwoners van Zeist terecht bij het inloopspreekuur taal in de bibliotheek. Elfriede van Nunen, projectleider Taal, helpt daaraan mee. Wie naar het inloopspreekuur komt kan een intakegesprek verwachten om zijn basisniveau te bepalen. Ze gaan aan de slag met alledaagse onderwerpen, zoals het doen van boodschappen. ‘We zorgen dat het laagdrempelig is,’ zegt Van Nunen
Het valt haar op dat veel mensen het lastig vinden om iets aan hun taalniveau te doen.‘Mensen van wie Nederlands de moedertaal is, maar de taal op laag niveau spreken, hebben vaak grote schaamte voor hun taalachterstand en zijn dus moeilijk te vangen,’ volgens Van Nunen. Juist daarom is de Week van Lezen en Schrijven een goede manier om laaggeletterde mensen aan te sporen om aan hun taalniveau te werken.
Ook voor mensen van wie Nederlands niet de moedertaal is, helpt het spreekuur om een eerste stap te zetten naar een verbetering van de taal. ‘Als het nodig is sturen we de mensen door naar een specialist,’ volgens Van Nunen. Ook werkt het taalhuis samen met andere instanties, zoals de kerk. Dat zijn plekken waar de inwoners vaak komen. Zo kan het Taalhuis zijn netwerk vergroten en dichter bij de mensen komen die eventueel hulp nodig hebben.
Over het ontstaan van de inloopspreekuren en de aanpak van Taalhuis Idea is mijn collega, Roos de Bruin, in het volgende audiofragment te horen: