AMERSFOORT – Amersfoorters doen steeds minder vaak aangifte als zij slachtoffer zijn van een misdrijf. Uit de Stadspeiling 2023 blijkt dat het aandeel misdrijven waarbij aangifte wordt gedaan sinds 2015 is gedaald van 63% naar slechts 20%. Tegelijkertijd stijgt het aantal misdrijven dat onbekend blijft bij de politie. “Een zorgwekkende trend,” zegt Brugt Groenevelt, woordvoerder van burgemeester Lucas Bolsius.
Forse daling in acht jaar tijd
Uit de Stadspeiling 2023 van de gemeente Amersfoort blijkt dat slechts 20% van de misdrijven in de stad wordt gevolgd door een aangifte bij de politie. In 2015 lag dat percentage nog op 63%. Het aandeel misdrijven waarvan de politie geen weet heeft, groeide in dezelfde periode van 19% naar 64%.
Volgens Groenevelt is dit een ontwikkeling die niet genegeerd kan worden: “De burgemeester is verantwoordelijk voor de veiligheid in de stad, maar als misdrijven onzichtbaar blijven, wordt het steeds lastiger om daar effectief op te handhaven.”
Hij voegt daaraan toe dat er actief wordt gekeken naar manieren om het vertrouwen in het aangifteproces te herstellen: “We willen bewoners laten weten dat hun melding ertoe doet. Alleen dan kan er zicht gehouden worden op wat er echt speelt in de stad.”
“Het helpt toch niet”
Waarom kiezen mensen er dan voor om geen aangifte te doen? De meest genoemde reden onder slachtoffers (37%) is: “het helpt toch niet.” Daarnaast zegt 22% dat het misdrijf voor hen niet belangrijk genoeg was, en 8% vond het te veel moeite of tijd kosten. Slechts 1% gaf aan bang te zijn voor wraak. Bijna een derde van de respondenten noemde een ‘andere reden’, die in het onderzoek niet verder is gespecificeerd.
Roy Heerkens, woordvoerder van Slachtofferhulp Nederland, herkent dit beeld. Hij ziet in deze houding een gevaar voor het vertrouwen in het rechtssysteem: “Als slachtoffers het gevoel krijgen dat er toch niets met hun aangifte gebeurt, versterkt dat de drempel om hulp te zoeken. Dat kan leiden tot gevoelens van machteloosheid, frustratie en zelfs het vermijden van de politie in de toekomst.”
Volgens Heerkens moet de politie ook nadenken over hun rol in dat rechtssysteem: “Als je alleen iets terughoort bij een zwaar misdrijf, is het voor slachtoffers van bijvoorbeeld straatintimidatie bijna onvoorstelbaar om dat te melden bij de politie. Dus rijst de vraag: wanneer ga je dan wél naar de politie?” Heerkens pleit voor betere terugkoppeling bij aangiftes, ook wanneer een zaak niet tot vervolging leidt: “Een simpel bericht met uitleg over waarom een zaak is gesloten kan al een groot verschil maken voor de beleving van rechtvaardigheid bij een slachtoffer.”
Zwaarte van delicten speelt mee
De gemeente wijst er ook op dat het soort misdrijven invloed heeft op de totale aangiftebereidheid. Bij delicten zoals zakkenrollen, fietsendiefstal of online oplichting is de kans op aangifte vaak lager dan bij geweldsdelicten of woninginbraak. Wanneer dit soort misdrijven een groter deel van het totaal vormt, daalt automatisch ook het algemene aangiftepercentage.
Toch benadrukt Groenevelt dat de cijfers serieus worden genomen: “Wij kijken nadrukkelijk naar de oorzaak van deze trend. Want of het nu gaat om ernstige delicten of lichtere vergrijpen: het is van groot belang dat inwoners zich veilig én gehoord voelen.” Volgens Groenevelt wordt er op bestuurlijk niveau gewerkt aan maatregelen om de zichtbaarheid van veiligheid te vergroten, onder meer via buurtgerichte initiatieven en meer communicatie over wat er met aangiftes gebeurt
Peiling onder duizenden inwoners
De cijfers komen uit de Stadspeiling monitor leefbaarheid en veiligheid 2023 van de gemeente Amersfoort. Hiervoor zijn bijna 12.000 inwoners tussen de 16 en 85 jaar benaderd, waarvan 4.663 daadwerkelijk deelnamen. Dat komt neer op een respons van 39%. Om een representatief beeld te krijgen, zijn de resultaten gewogen op leeftijd en huishoudtype. Jongeren, die minder vaak deelnemen aan dit soort onderzoeken, zijn hierbij iets zwaarder meegeteld.