AMERSFOORT – Sinds 2019 is het aantal leerlingen dat op middelbare scholen in Amersfoort gepest wordt, weer toegenomen. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van de Veiligheidsmonitor Jeugd, die elk jaar gegevens verzamelt over de veiligheid en het welzijn van jongeren. Wat opvalt, is dat de stijging van pestgevallen een trendbreuk vormt in vergelijking met de jaren ervoor.
Pesten raakt steeds meer jongeren
Volgens de cijfers van de Veiligheidsmonitor Jeugd geeft in 2023 bijna 1 op de 5 Amersfoortse middelbare scholieren aan gepest te worden. In 2019 was dat nog 1 op de 7, wat betekent dat de pesterijen in vier jaar tijd met ongeveer 50% zijn toegenomen. Dit is een opvallende stijging, vooral gezien het feit dat het aantal pestgevallen in Nederland sinds het begin van de jaren 2010 elk jaar licht afneemt. De oorzaak van deze daling is het gevolg van het succes van voorlichtingscampagnes, de introductie van pestprotocollen op scholen en de bredere maatschappelijke aandacht voor dit probleem.
In Amersfoort zitten op dit moment ongeveer 15.000 leerlingen op de middelbare school. Dit betekent dat ongeveer 3.000 Amersfoortse scholieren te maken hebben met pesten. Dit aantal is niet alleen zorgwekkend in de stad zelf, maar ook vergeleken met het landelijke gemiddelde. In heel Nederland wordt gemiddeld 1 op de 7 leerlingen gepest, wat betekent dat Amersfoort met 1 op de 5 scholieren een opvallend hoger percentage heeft dan de rest van het land.
Van schoolplein naar het scherm
Charlotte Buys, kindercoach bij Flink Kindercoaching, herkent de cijfers die de Veiligheidsmonitor Jeugd aandraagt. “De afgelopen jaren zie ik steeds meer jongeren die bij ons aankloppen omdat ze gepest worden. Het gaat allang niet meer alleen om schelden op het schoolplein. Pesten gebeurt steeds vaker via apps zoals WhatsApp, Snapchat en andere sociale mediaplatforms,” zegt Buys. Dit maakt het voor ouders en leraren moeilijker om het pestgedrag op te merken, omdat het zich vaak afspeelt in privéberichten of online groepen waar ze geen toegang toe hebben.
Volgens Buys heeft de coronapandemie een blijvende invloed gehad op hoe jongeren met elkaar omgaan. “Door de lockdowns zijn jongeren meer digitaal gaan communiceren. De sociale structuur is voor veel jongeren veranderd. Kinderen die al kwetsbaar waren, zijn vaak verder geïsoleerd geraakt. Pesten via internet stopt niet als je thuiskomt, wat het nog moeilijker maakt om het probleem op te lossen,” legt Buys uit.
Ouders vaak in het duister
Het is voor veel ouders moeilijk om te herkennen als hun kind gepest wordt. Mats (18), een leerling van een middelbare school in Amersfoort die zelf werd gepest, vertelt: “Het is lastig om aan je ouders te vertellen dat je gepest wordt. Je denkt al snel dat het je eigen schuld is. Bovendien kun je online makkelijk verborgen houden dat je gepest wordt. Mijn ouders merkten alleen dat ik stiller werd.” Deze ervaring is herkenbaar voor kindercoach Buys, die merkt dat kinderen zich vaak terugtrekken en het moeilijk vinden om hun ouders hierover te informeren. “Het is belangrijk dat ouders alert blijven en letten op veranderingen in het gedrag van hun kinderen,” zegt Buys.
Wat doen scholen tegen pesten?
Middelbare scholen proberen het pesten op hun eigen manier aan te pakken. Er zijn verschillende initiatieven, maar het blijkt moeilijk om pesten helemaal uit te bannen. Het Lodenstein College in Hoevelaken bijvoorbeeld, heeft het motto ‘Wees DAPPER’. De school heeft zelfs een speciaal e-mailadres, waar leerlingen zich kunnen melden als ze te maken hebben met pestgedrag.
Toch blijkt het moeilijk om het probleem volledig op te lossen. Buys benadrukt dat het niet alleen om de kinderen gaat. “We leren kinderen omgaan met pestgedrag, maar de hele omgeving moet meewerken. Klassen, ouders en leraren moeten allemaal betrokken zijn.” De aanpak van pesten moet dus breder zijn dan enkel de aandacht voor het kind dat gepest wordt.