Amersfoort

Selecteer Pagina

Amersfoort ziet meldingen van overlast door verward gedrag in tien jaar fors toenemen

Amersfoort ziet meldingen van overlast door verward gedrag in tien jaar fors toenemen

Foto door: Nederlandse Politiebond

Amersfoort – Het aantal meldingen over mensen met verward gedrag in Amersfoort is in tien jaar tijd ruim verdriedubbeld. In 2014 ging het nog om 535 meldingen en in 2024 zijn dat er 1.813. Achter deze cijfers zitten mensen die door de stad zwerven of overlast veroorzaken, maar ook situaties die kunnen escaleren tot ernstige delicten. Ondanks overleg en samenwerking lukt het vaak niet om passende zorg te regelen, vooral door jarenlange bezuinigingen en een tekort aan plekken.  

Een wijkboa in de binnenstad en aanspreekpunt voor dak- en thuislozen ziet dagelijks hoe meldingen ontstaan. ‘Sommige mensen lopen doelloos rond of praten onsamenhangend. Anderen maken ruzie met voorbijgangers of schreeuwen hard, wat voor onrust zorgt in de buurt. Voor bewoners voelt dat vaak als overlast. Geen situatie is hetzelfde, maar steeds weer is een rustige en begripvolle aanpak nodig.’ 

Bekende gezichten op straat
Vaak gaat het niet om een eenmalige melding, maar om dezelfde mensen die telkens terugkomen. ‘Er zijn plekken in de stad waar deze mensen samenkomen. Dan weet je dat er waarschijnlijk weer meldingen komen. Soms is opvang beschikbaar, maar als dat niet zo is, kan het lang duren voor hulp op gang komt. Zo was er een vrouw die al langer in de war was. Aan de buitenkant zag niemand wat, maar pas na weken en veel meldingen kreeg ze de hulp die ze nodig had.’ 

Als het mis dreigt te gaan
Wanneer een melding uit de hand dreigt te lopen is er in Amersfoort de PGA (persoonsgerichte aanpak), waar gemeente, politie, Openbaar Ministerie en zorgpartners samen overleggen. Op dit moment zitten er in Amersfoort minder dan tien mensen in zo’n intensief traject. Een interventiespecialist voor de gemeente Amersfoort, werkzaam bij de politie, zegt daarover: ‘Bij de PGA bespreken we mensen bij wie het echt mis kan gaan of is gegaan, bijvoorbeeld door psychische problemen of het risico op een strafbaar feit. We proberen te bedenken wat er nodig is om op tijd in te grijpen.’

Steeds vaker belandt de politie in een rol waarvoor agenten eigenlijk niet zijn opgeleid en moeten ze optreden als eerste hulpverlener.Volgens de interventiespecialist staan agenten meestal als eersten bij een melding van verward gedrag. ‘We moeten inschatten of iemand een gevaar vormt voor zichzelf of anderen, maar wij zijn geen zorgverleners. We signaleren en proberen iemand over te dragen, maar dat lukt lang niet altijd.’ 

‘We halen veel weg aan de voorkant, maar we kunnen niet alles voorkomen.’

Geen makkelijke oplossing
Als iemand weigert mee te werken dan blijft er soms weinig over, zegt de interventiespecialist. ‘Soms halen we iemand binnen op een kleine overtreding om de situatie onder controle te krijgen, maar het echte probleem los je daar natuurlijk niet mee op.’ Hij ziet de stijging ook terug in de cijfers. ‘Mensen weten sneller de weg om iets te melden, via buren, familie of wijkteams. Maar de zware gevallen zijn er echt. Denk aan iemand die dreigt met zelfdoding of zegt dat hij de gaskraan openzet od dat daadwerkelijk doet. Dat soort signalen zie je niet altijd aankomen, zeker niet als de juiste plek voor hulp er niet is.’ Volgens de interventiespecialist is het zeker niet ondenkbaar dat het aantal meldingen zal blijven groeien zolang er op de zorg wordt bezuinigd.

Tekort aan hulp en opvangplekken
Coriene Pot is procesregisseur Onbegrepen Gedrag en Gevaarsrisico in Amersfoort bij het Zorg- en Veiligheidshuis regio Utrecht. Zij coördineert het overleg tussen gemeente, politie, justitie, reclassering en zorg en ziet dagelijks hoe moeilijk het is om op tijd de juiste hulp te regelen. ‘We werken goed samen, maar er zijn te weinig plekken voor de meest complexe gevallen. Het probleem is groot: mensen met psychische problemen en zwaar middelengebruik passen vaak niet in de gewone zorg. Voor de GGZ zijn ze te onvoorspelbaar en de forensische GGZ kan niet snel genoeg ingrijpen door een tekort aan bedden.’

Pot ziet ook het woningtekort, het gebrek aan behandelplekken en hoe de samenleving is ingericht als oorzaken van de problemen. ‘Mensen met verward gedrag moeten vaak zelfstandig wonen, maar dat gaat lang niet altijd goed. Voor veel mensen is dat te ingewikkeld en ze kunnen niet meekomen in de drukke samenleving.  Het systeem zit te veel vast in hokjes terwijl juist maatwerk nodig is. Daardoor vallen ze tussen wal en schip. Ook hier zijn daardoor zware misdrijven gepleegd of bijna gebeurd die te relateren zijn aan psychische problemen in combinatie met zwaar middelengebruik.’

Ze benadrukt dat het niet alleen om overlast gaat, maar ook om risico’s die je niet altijd ziet. ‘Sommige mensen raken verder in de war omdat ze stoppen met medicatie of hulp ontwijken. Dan heb je een team nodig dat lang kan blijven helpen, maar er is niet altijd geld of plek voor begeleid wonen en behandeling.’

Probleem blijft zichtbaar
Omdat er te weinig plekken zijn, loopt de hulp steeds vast. Het aantal meldingen blijft groeien. Soms gaat het om overlast, soms loopt het echt uit de hand. Hulpverleners zoals justitie, reclassering, politie en zorg proberen met overleg veel te voorkomen, maar in de praktijk lukt dat niet altijd. De wijkboa ziet dat elke dag: ‘Je kunt rustig blijven en iemand helpen, maar zonder plek sta je met lege handen.’ De procesregisseur benadrukt dat het probleem niet zomaar weggaat.‘We halen veel weg aan de voorkant, maar we kunnen niet alles voorkomen. Zonder extra behandelplekken, woningen met begeleiding en goede zorg blijven mensen tussen wal en schip vallen. Dat zie je terug op straat.’

 

Over de auteur