BUNSCHOTEN-SPAKENBURG – ‘Weet wat je eet.’ Dat is waar het tijdens de Week van Ons Eten om gaat. Van 4 tot 11 oktober kunnen mensen in heel Nederland, waaronder Amersfoort, via diverse activiteiten kennismaken met boeren en de voedselproductie. ‘Weet wat je eet’ is ook een belangrijke boodschap die boer Adwin Robbers (25) wil uitdragen. Robbers ontwikkelde al op jonge leeftijd een liefde voor koeien toen hij zijn oom op de boerderij hielp. Tegenwoordig werkt hij bij vleesveehouderij De Eemlandhoeve in Bunschoten-Spakenburg, waar hij de koeien op een diervriendelijke manier verzorgt.
‘Van jongs af aan vind ik koeien gewoon prachtige dieren. Ze kunnen namelijk iets heel bijzonders: van het gras melk en vlees maken. Wij mensen kunnen dit niet, waardoor een koe onmisbaar is in ons voedselsysteem. Dat betekent niet dat ik nooit moet slikken als ik een koe naar de slacht breng. De Eemlandhoeve heeft slechts 35 koeien, waardoor je een goede band met de dieren opbouwt en hun karakters leert kennen. Tegelijkertijd kan deze boerderij niet bestaan als we er geen geld mee kunnen verdienen. Eens in de zoveel tijd moet er dus een dier naar de slacht. Dat is ook helemaal niet erg, want doordat wij de koeien een heel goed leven bieden, produceren ze ook uitstekend vlees, rijk aan vitaminen en mineralen. Zo heeft het dier eerst een prachtig leven gehad en daarna mag ze nog dienen als een stuk ontzettend waardevol voedsel. Zo geeft de slacht van een koe ook nog waarde aan het dier na haar dood. Voor goed vlees is het welzijn van het dier heel belangrijk. Als je niet goed met de koeien omgaat, bezorg je de dieren automatisch meer stress, wat leidt tot minder productie. Als mensen een stressvolle periode hebben, kost dat veel energie. Eigenlijk moet je dat ook zo zien bij koeien. De energie die de koeien verbruiken door stress kan niet worden gebruikt voor de productie van vlees. Het op een respectvolle manier omgaan met onze beesten betaalt zich dus ook letterlijk uit. Daarnaast hou ik natuurlijk van mijn dieren, waardoor ik ook respectvol met ze omga en ze een goed leven wil geven. Hiervoor proberen we de natuurlijke omgeving van een koe zoveel mogelijk na te bootsen. De dieren zijn zoveel mogelijk buiten en eten hun hele leven alleen gras. Dat vind ik ook het mooiste aan het houden van koeien. De koeien komen zelf naar hun voedsel toe, het gras dat in de wei staat. Vervolgens maken ze de grond zelf weer vruchtbaar met de mest die ze uitrijden. Na een tijdje is de koe dan rijp voor de slacht. Dat betekent dus dat het dier zelf het werk doet en daarvoor hoef ik alleen de pacht te betalen. In de winter staan ze op stal, maar ook hier hebben ze ontzettend veel ruimte om hun natuurlijke gedrag te vertonen. Ze kunnen uitgebreid liggen waar ze maar willen, ze hebben genoeg ruimte om te eten en er is een koeborstel zodat ze zichzelf kunnen krabben. Al met al is een goed leven voor de koe beter voor het dier én voor de vleesproductie. En ja, onze klanten betalen wel een hogere prijs voor ons vlees, maar daarmee maken ze dit landschap mogelijk, waarin de dieren op een heel extensieve manier gehouden kunnen worden. Ik denk dat het heel belangrijk is dat mensen zich realiseren wat voor voedsel ze eten en welke consequenties dat heeft. Wil je goedkoop vlees? Dat is helemaal prima, maar dan ga je ook akkoord met de manier waarop die dieren gehouden worden. Dat kan betekenen dat de koeien bijvoorbeeld minder leefruimte hebben. Als consument koop je dus je eigen voedsellandschap. Jij bepaalt deels hoe de koeien gehouden worden. Daarin is er niet per se een goed of fout, maar mensen moeten wel bewust zijn van de consequenties van hun keuze. Ik kies voor goede kwaliteit vlees, waarbij de dieren een goed leven hebben gehad.’