Amersfoort

Selecteer Pagina

Vrijwilliger Tristan is in vuur en VLAM van de vleermuis

Vrijwilliger Tristan is in vuur en VLAM van de vleermuis

Tristan van Dijken:’Veel mensen weten niet hoe bijzonder deze dieren zijn’. Foto door Fleur Beumer

Tristan van Dijken (40) is vrijwilliger bij VLAM. Hij is een natuurliefhebber en probeert mensen meer te vertellen en te leren over de vleermuis. Met liefde en enthousiasme zet Van Dijken zich in voor het beschermen van het dier in de stad. De kleine vlieger is een beschermde diersoort. Er leven verschillende soorten in Nederland op verschillende plekken. VLAM en gemeente Amersfoort kijken samen naar de vleermuispopulatie, en wat wij als stadsbewoners voor haar kunnen doen.      

 

Fascinerend

‘Ik heb een fascinatie voor heel veel diersoorten. Vooral de diersoorten waar we niet zo veel van weten. Die vind ik gewoon interessant, en er is ook veel over te leren. Toen ik een jaar of 7/8 was, had ik al een opgezette vleermuis in de hoek van mijn kamer hangen. Die had ik gekregen van mijn opa, of van mijn overgrootopa. Die was boswachter. De fascinatie voor dieren en de natuur zit in de familie. Maar vleermuizen? Een collega waarmee ik samenwerkte bij de paddenwerkgroep was zo gefascineerd van de dieren dat hij zei: Dat zou jij echt eens moeten doen, meegaan met VLAM. Dat is inmiddels alweer tien jaar geleden. Het zijn ook echt fascinerende dieren. Heel veel mensen weten niet dat vleermuizen heel intelligent zijn, een van de meest intelligente zoogdieren. Neem de dwergvleermuis. Die is zo klein dat eentje in een luciferdoosje past. Ze kunnen in groepen van 350 leven en met elkaar communiceren en praten. Als je dat opneemt en terughoort is dat heel grappig.’

‘Veel mensen weten niet hoe bijzonder deze dieren zijn’

VLAM  

‘Ik ben vrijwilliger bij de vleermuizenwerkgroep Amersfoort. Dat is afgekort VLAM. We doen meerdere projecten, de groep is bedoeld om beter in kaart te brengen welke vleermuis soorten we in Amersfoort hebben. Waar ze zitten en wat ze doen. Wij kijken voornamelijk of de dieren in gebouwen zitten. Overdag, als de dieren slapen, kijken we of de vleermuizen in de vleermuiskasten zitten. We doen ook fietsroutes. De vleermuis route, Amersfoort is in 8 fietsroutes verdeeld die jaarlijks 3 keer moeten worden gefietst en die moeten binnen 14 dagen na elkaar plaatsvinden. Met een hoogfrequentie-apparaat kunnen we de vleermuizen dan opnemen, en dat apparaat kan dat weer uitlezen. Zo kunnen we zien welke soort we waar hebben gehoord. Dan krijgen we een heel goed idee van welke soorten zich waar bevinden. We verzamelen data en observeren.’

Gemeente Amersfoort   

‘Je ziet dat de gemeente wel een soort managementplan voor vleermuizen heeft. Die beginnen ze nu op te stellen. De dieren zijn absoluut niet gevaarlijk, maar kunnen wel voor overlast zorgen. Ook mag er niet gebouwd worden als er vleermuizen tussen een spouwmuur zitten. Er moet dan eerst een expert komen om het gebouw op de dieren te checken.  In het verleden had de gemeente gewoon niet de capaciteiten of de mensen of de budgetten om dat soort dingen in kaart te brengen. Dus daarmee is VLAM ooit opgericht geweest. Met vrijwilligers mochten we eigenlijk ecologisch onderzoek doen. Specifiek in samenspraak met gemeente Amersfoort.’

Gevaarlijke isolatie

‘Wij moeten eerst een gebouw checken op vleermuizen, maar heel vaak gebeurt dat niet of maar bij 1 gebouw in de buurt. Dat checken doen we bijvoorbeeld als mensen willen isoleren. Daar hebben de vleermuizen echt heel veel last van. Isoleren kan je doen tussen je spouwmuren, en dat is nou net de plaats waar ze tussenkruipen en zitten. Doordat er niet altijd gekeken wordt, weten we niet altijd of er vleermuizen tussen de muren van een huis zitten. Mensen spuiten die ruimte dan vol met purschuim of andere schadelijke stoffen. Dat is jammer, want dan gaan de vleermuizen dood.’

 

Leefruimte ontnemen en ruilen   

‘Als we de vleermuis of een andere soort aantreffen, proberen we die te helpen. We kunnen dan bijvoorbeeld een vleermuiskast ophangen. Die zijn wel minder geschikt dan bijvoorbeeld een spouw, omdat het niet de originele plek is van het verblijf.    Bij de kraamperiode kunnen vleermuizen de weg dan niet altijd terugvinden. We ontnemen in de natuur al zo veel leefruimte. Als je ze een spouwmuur ontneemt en die ruilt voor een vleermuiskast, moet je je eigenlijk afvragen hoe vriendelijk dat is. Zelfs met goede bedoelingen. Een misverstand is dat de dieren schadelijk zijn. Ze verblijven alleen in de muur, en ze zijn niet schadelijk voor de isolering. Ze eten zelfs je plaagdieren op, dus ik persoonlijk houd ze gewoon te vriend.’

Zelf helpen

‘Het kan zijn dat je tijdens de broedperiode een nest onder je dak hebt. Af en toe kan er dan een vleermuis door je huis heen vliegen. De jonge diertjes zijn dan de weg kwijt. Wat je het beste kan doen om ze te helpen? Alle ramen en deuren open, en het licht uitdoen. Dan vliegen ze zo weer naar buiten. Je kan alle vleermuizen helpen door middel van je tuin. De vleermuizen eten insecten, maar die populatie gaat hard achteruit. Zet daarom inheemse planten in je tuin. Dat vinden insecten fijn, en zo komen ze terug. Inheemse planten zijntrouwens ook erg goed voor de biodiversiteit. Houd daar rekening mee, dat er een keuze in type planten is. Inheemse planten zijn ook erg mooi. Als je meer voor de dieren wil doen, is er altijd nog ruimte voor vrijwilligers bij VLAM.’

 

Over de auteur

Fleur Beumer

Ik ben Fleur Beumer uit Haarlem,18 jaar en eerste jaars aan de Hogeschool van Journalistiek in Utrecht. Ik hoor, schrijf en vertel graag verhalen en nieuwtjes, vooral met een maatschappelijk thema.