Bauke van Elk

Een bericht uit de toekomst: Champions League voetbal in Saoedi-Arabië!

Het is begin juni 2029 als het Koning Fahd stadion wit en rood ziet van de keffiyehs die de fans van respectievelijk Al Nassr en Al Hilal dragen. De Champions League finale staat vandaag op het programma, volgend jaar zal hier de WK finale worden gespeeld. In het eerste seizoen van Pep Guardiola schakelde hij met zijn Al Nassr de grote namen in het voetbal uit: zowel Manchester City, Bayern en Real Madrid werden verslagen om zo tot de finale te reiken. Het Al Hilal van Jurgen Klöpp beschikt over wereldsterren als Kylian Mbappé, Jude Bellingham en Vinícius Júnior en kwam zonder slag of stoot in de finale terecht: een unieke prestatie voor beide teams die dit jaar pas debuteerde in het Europese hoofdtoernooi.

Wanneer je het stadion betreedt prijkt het grote standbeeld van Cristiano Ronaldo op de voorgrond, de Portugese voetballer wordt hier als legende beschouwd voor zijn verdiensten aan het Saudische voetbal. De aanvaller voorspelde het al in 2023: “Volgend jaar wordt het nog beter. Stapje bij stapje gaat deze competitie bij de top-vijf-competities van de wereld horen, maar ze hebben tijd, sterspelers en infrastructuur nodig.” Voorafgaand aan de wedstrijd wordt de camera op hem gericht, naast Ronaldo zit kroonprins Mohamed bin Salman al-Saoed met een glimlach die meer fonkelt dan de duizenden diamanten die hij kan betalen. De glimlach is een doorn in het oog van de voetballiefhebbers, zij weten: wij hebben verloren.

Zelfs N’Golo Kanté, de voetballer die in zijn tijd bij Leicester in een tweedehands Mini Cooper aankwam op de training, maakt de overstap

Na eerdere alarmeringen over het fenomeen sportswashing lijkt men er wederom keihard in te trappen, of, kan men er simpelweg niks tegen doen. Waar China en Qatar oude en af geserveerde spelers richting de competitie haalde, speelt Saoedi-Arabië het spelletje werkelijk op Champions League niveau. Zelfs N’Golo Kanté, de voetballer die in zijn tijd bij Leicester in een tweedehands Mini Cooper aankwam op de training, maakt de overstap. Middenvelder Rúben Neves stond voor een overstap naar de absolute top (Barcelona) en koos uiteindelijk voor Al Hilal. En ten slotte werd deze week bekend dat óók wereldster Neymar de overstap maakt.

Het is volgens velen slechts het begin, eerder werd naar buiten gebracht dat de minister van Sport naar verluidt tot 2030 ruim 17 miljard tot zijn beschikking heeft. Dit geeft clubs de mogelijkheid om, houdt u adem in, Neymar de volgende arbeidsvoorwaarden aan te bieden:

100 miljoen per jaar, een huis met 25 slaapkamers, 40×10 meter zwembad inclusief drie sauna’s, vijf fulltime staff-leden, Bentley Continental GT, Aston Martin DBX, Lamborghini Huracán, chauffeur (24 uur beschikbaar), alle rekeningen op zijn vrije dag kunnen worden gedeclareerd en een eigen privéjet. Als klap op de vuurpijl ontvangt hij 500 duizend euro per Instagram post over Saoedi-Arabië, sportswashing optima forma.

Hoe wint David van Goliath? Het antwoord is converseren en bekritiseren. Een oproep aan zenderbazen om de rechten niet aan te schaffen van een competitie waar vrouwen pas sinds 2018(!) mogen autorijden en een voetbalwedstrijd mogen bezoeken. Ook 433, een van origine Nederlands Instagram account moet stoppen met het vragen aan hun 66 miljoen volgers: ‘wie wordt jouw favoriete aanvalslinie in Saoedi-Arabië?’, hiermee voedt 433 de hype rondom de Saudische competitie.

Vanuit de FIFA hoeven wij niets te verwachten, Gianni Infantino is dikke maatjes met de kroonprins en zal niet ingrijpen. UEFA-baas Aleksander Ceferin vertelde in juni zich geen zorgen te maken over de grote stroom van voetballer richting de oliestaat omdat ‘’enkel oude voetballer daarheen gaan’’, na de transfers van Jota (24), Milinkovic-Savic (28), Kessié (26) en Fofana (28) kan die bewering de prullenbak in en is het tijd voor regelgeving.  Als we de Saudische competitie niet groter maken dan het is zullen de voetballers terugkeren naar landen waar roem valt te behalen op voetbalgebied, en stort het voetbalproject hopelijk net zo in elkaar als China. Zo wordt voetbal niet gebruikt voor het verbloemen van het regime om zo een Wereldkampioenschap in de wacht te slepen.

Ondanks mijn felle opinie tegen de gang van zaken in Saoedi-Arabië is er wel degelijk een vorm van voetbalcultuur. Ook ik sprong van mijn stoel toen het land met 1-2 won van de ploeg die later in het toernooi wereldkampioen werd. Dat is voetbal, spelers die voor hun club of land willen spelen door trots, niet door een oneindige stroom aan geld. Als we het voetbal van die kant bekijken, is de sport al een hele lange tijd dood en doodziek.

Sportswashing 78′ Jan van der Putten en ‘De Dwaze Moeders’

Het WK voetbal in 1978 staat op het punt van beginnen als journalist en Latijns-Amerika correspondent Jan van der Putten niet aanwezig is in het stadion. De journalist kiest ervoor om de ‘Dwaze Moeders’ op te zoeken op het Plaza de Mayo in Buenos Aires. Zij zijn hun kinderen kwijt, zij hebben geen idee waar hun kinderen zijn en of ze überhaupt nog leven. Met de kennis van nu was het fragment baanbrekend, door de moeders het woord te geven zorgde van der Putten ervoor dat de gruwelijkheden die er in Argentinië verricht werden aan het licht kwamen. Een podcast over het wereldkampioenschap 1978 in Argentinië, een sterk staaltje sportswashing van Jorge Videla.

‘Sport is geen politiek’, wel als het aan de Golfstaten ligt

Het is een open deur die kan worden ingetrapt als de discussies oplaaien over regenboogbanden, knielen voorafgaand aan een fluitsignaal of het meezingen van een volkslied. Volgens vele liefhebbers horen sport en politiek gescheiden te blijven, toch wordt sport sinds 1934 actief gebruikt om regimes te verbloemen. Een artikel over hoe sportswashing de voetbalwereld steeds meer aan het veranderen is, en hoe het gestopt kan worden.  

 

Een maand geleden verloor de finale haar imago, waar men normaal behouden spel en weinig goals verwacht mondde de eindstrijd uit in een waar spektakel. De Vlo uit Rosario tegen het pijlsnelle supertalent uit de banlieue. De een verlangend naar de kroon op zijn carrière, de ander op jacht om het record te verbreken van de onlangs overleden Braziliaanse legende Pelé. Penalty’s zorgden ervoor dat de Lionel Messi zijn heilige graal te pakken kreeg en zo uit de schaduw van Diego Armando Maradona kon stappen.

De finale in Doha moet met glinsterende ogen zijn bekeken door Nasser Al-Khelaïfi, de voorzitter van Qatar Sports Investments, die de twee wereldsterren normaal op de Franse velden ziet floreren met Qatar Airways op hun borst in het shirt van Paris Saint-Germain.

Kylian Mbappë & Lionel Messi.

Na bakken kritiek en boycots kregen de Qatari wat ze voor ogen hadden: het wereldkampioenschap voetbal in Qatar zal voor altijd verbonden blijven aan de wereldbeker van Lionel Messi, niemand die over honderd jaar nog spreekt over de erbarmelijke omstandigheden waarin de arbeiders de stadions moesten bouwen. Het is de landen uit de Golfregio de afgelopen jaren goed gelukt om een flinke vinger in de pap te krijgen in de sportwereld, tal van evenementen worden georganiseerd in hun landen en grote voetbalclubs als Paris Saint-Germain en Manchester City zijn in handen van de investeringsmaatschappijen en sjeiks. De reden dat deze landen miljarden investeren? Sportswashing. Mussolini gaf in 1934 het voorbeeld dat voor velen deed volgen. Hitler zorgde twee jaar later voor een waar propaganda feest in Berlijn tijdens de Olympische Spelen en zorgde ervoor dat Nazi-Duitsland piekfijn werd afgebeeld op de wereldwijde televisie. Rusland en China organiseerden allebei de Olympische Spelen, Putin kreeg het ook voor elkaar om nog een WK voetbal te organiseren. Toch zijn de golfstaten de ultieme sportswashers van deze tijd: de invloed die zij hebben in de internationale sportwereld is onderhand ongekend. Buiten het WK voetbal organiseren ze atletiek, wielerwedstrijden en tal van andere sportevenementen in hun eigen landen. Op de shirts van de bekende voetbalploegen prijkt trots de sponsoren van Qatarese, Emirati of Saudische afkomst. De landen of koninklijke families van de golfstaten kennen vaak grote belangen binnen deze bedrijven. Een onwetend persoon zal denken dat de sjeiks de clubs gebruiken als speeltje met hun onbeperkte stroom aan geld. De waarheid is dat de sport wordt gebruikt voor het afleiden van de misstanden die er zijn in het land.

36 dagen na het WK in Qatar kan voorzichtig de balans worden opgemaakt: in hoeverre is de sportswashing van de Qatari gelukt? Erwin van Veen is Midden-Oosten expert en senior onderzoeker aan het Clingendael instituut, Qatar kijkt volgens hem met gemengde gevoelens terug op het wereldkampioenschap in eigen land. ‘’Het gastheerschap van het WK was bedoeld om de ‘soft power’ van het emiraat een flinke boost te geven en dat is maar ten dele gelukt. Nationaal en in de Arabische wereld heerste er denk ik veel trots op een succesvol verlopen toernooi met spannende wedstrijden en zonder grote incidenten. Vanuit de Westerse wereld kreeg Qatar evenwel veel – terechte en onterechte – kritiek over zich heen op het gebied van haar gebrekkige behandeling gastarbeiders, de achtergestelde positie van de vrouw, intolerantie ten opzichte van LGTBQ+ denken, zijn en doen, alsook de late ban op alcoholgebruik. Dat hadden ze niet in die mate verwacht, denk ik, en de ervaring kleurt de forse investering die ze deden wat negatiever in.’’

FIFA-baas Gianni Infantino – de Emir van Qatar en Emmanuel Macron

Qatar voerde de show op die het jarenlang had voorbereid

Joris Kooiman dook voor het NRC diep in de casus rondom het WK in Qatar. De sportjournalist dompelde zich onder in het subtiele machtsspel achter de populairste sport ter wereld en maakte de podcastserie ‘De coup van Qatar’. Volgens Kooiman is Qatar heel tevreden over het toernooi: ‘’Natuurlijk was er frustratie over de kritiek, goed te merken in de speeches van de emir en Infantino daags voor het begin van het WK, maar gaandeweg het toernooi raakten die geluiden op de achtergrond. Kritiek maakte plaats voor bewondering – voor de gloednieuwe stadions, de blinkende metrolijnen, de strakke organisatie, de spannende wedstrijden. Qatar voerde de show op die het jarenlang had voorbereid en slaagde erin het publiek in vervoering te brengen, precies zoals beoogd.’’

Volgens van Veen is het Qatar ook gelukt om het begrip sportswashing succesvol toe te passen op de wereldbevolking, met uitzondering op de Westerse wereld, waar de onderzoeker aan het Clingendael instituut ook kritisch op is. ‘’Het WK heeft Qatar uiteindelijk wel op een positieve manier op de kaart gezet, maar veel meer in de niet-Westerse dan in de Westerse wereld als gevolg van verschillende mensenrechtenvraagstukken. Daarvoor was het met ca. USD 220 miljard aan geschatte uitgaven dan wel weer een dure investering. Ik denk dat de conclusie zich opdringt dat een soft power strategie alleen echt succes kan hebben als je als land niet tegelijkertijd ook grote zwaktes op datzelfde vlak hebt. Zoals gebrekkige rechten voor arbeidsmigranten en vrouwen in een context van autoritair bestuur zonder vrije media. Tegelijkertijd kan ik goed begrijpen dat Qatar zich disproportioneel de maat genomen voelt in vergelijking met landen als Rusland of China – de gastheren van voorgaande grote sportevenementen. Dat komt dan denk ik mede door het negatieve vergrootglas waaronder – onterecht – de Arabische wereld al langer ligt in het Westen. En deels door tekortkomingen van de regering van Qatar. Als je bijvoorbeeld het internationale convenant voor burgerlijke en politieke rechten tekent, zoals Qatar dat deed in 2018, dan moet je er natuurlijk wel werk van maken.’’

Dat Qatar zijn softpower strategie kon uitvoeren heeft alles te maken met de FIFA, zo vindt journalist en schrijver Edwin Schoon, die al jaren onderzoek doet naar de voetbalbond. ‘’Dat is natuurlijk de crux in dit verhaal dat FIFA – door allerlei interne en externe sportpolitieke omstandigheden – de macht noch had, noch heeft gegrepen om Qatar te dwingen de mensenrechten (als voornaamste voorbeeld) te eerbiedigen. En dat er dus werd gevoetbald ‘op de graven’ van de slachtoffers. Al met al natuurlijk schandalig in een wereld, waarvan je zou hopen dat inclusiviteit, de garantie op het eerbiedigen van mensenrechten en waarden dat ‘sport voor iedereen is’ zeker door een grote sportbond niet alleen geaccepteerd, maar proactief geïmplementeerd zouden moeten worden.’’

Kroonprins sportswashing

Een geslaagd WK dus, althans, voor Qatar. En wat Qatar kan, dat kunnen wij beter, zo zal kroonprins Mohammed bin-Salman gedacht hebben. De kroonprins uit Saoedi-Arabië vestigde vorig jaar officieel zijn naam in de voetbalwereld door het overnemen van Newcastle United. De prins is voorzitter van het publieke investeringsfonds van Saoedi-Arabië en betaalde na lange onderhandelingen honderden miljoenen voor de club uit Engeland die na de degradatiestrijd van vorig jaar nu derde staat in de Premier League. Het is onderdeel van de sportswashing strategie via ownership, men krijgt een positiever beeld over de Saoedi’s omdat zij de club leiden richting een beter beleid. Naar verluidt gaat Saoedi-Arabië een bid doen op het WK in 2030 of 2034, zo weet ook Joris Kooiman: ‘’Een WK over drie continenten, mogelijk met steun van de drie betrokken voetbalfederaties (UEFA, AFC, CAF) en aangesloten landen. Die gaan erover. Er is geld zat, Saoedi-Arabië zou zelfs willen betalen voor de stadions en infrastructuur in Griekenland en Egypte. Bovendien is Mohammed bin Salman close met Gianni Infantino, is al meermaals gebleken. Onder meer tijdens de openingswedstrijd van het WK in Qatar, waar hij naast Infantino en de emir van Qatar zat.’’

Het organiseren van een WK in Saoedi-Arabië heeft volgens Erwin van Veen te maken met de strategie die bin-Salman voert voor het land, ongeveer dezelfde beweegredenen als Qatar. ‘’Mohammed bin-Salman is bezig met een groot moderniseringsproject voor het land waar brood en spelen, zogezegd, een belangrijk onderdeel vanuit maken alsook meer nadruk op nationale trots. Een WK past daar goed in.’’ Volgens de Midden-Oosten expert is de kans aannemelijk dat Saoedi-Arabië op net zoveel, zoniet nog meer, kritiek kan reken als Qatar.

Kroonprins bin-Salman, Gianni Infantino en Vladimir Putin op het WK in 2018

Het zou volgens organisaties als Amnesty International een nieuw dieptepunt betekenen in de historie van de FIFA, toch zal er niemand meer raar opkijken als het bin-Salman daadwerkelijk lukt om het WK in handen te krijgen. De golfstaten hebben macht binnen de FIFA, en bij Infantino. Hoe komt het dat de rijke oliestaten hun spel kunnen spelen binnen de voetbalwereld? Het antwoord is geld, aldus Edwin Schoon. ‘’FIFA is een grote organisatie. Met vele stromingen. Maar de president heeft een uiterst machtige positie. En Infantino schurkt al sinds zijn aantreden tegen de Arabische wereld aan. Hij heeft door dat die geldstromen de dominante zijn in de sportwereld de komende decennia.’’ Volgens de schrijver ligt een mooie baan in de Arabische sportwereld in het verschiet wanneer Infantino onverhoeds ontslagen zou worden bij een of ander schandaal.

FIFA-President Gianni Infantino, Khalid bin Khalifa bin Abdulaziz Al Thani (Qatar)
Al Rayyan.

Zand in de motor van de sportswashers

Met de stijgende macht van de rijke Golfstaten binnen de voetbalwereld en de FIFA is de vraag hoe men een toewijzing aan landen als Qatar tegen kan gaan. Volgens Schoon is het heel simpel: ‘’In de statuten van FIFA juridisch bindend vastleggen dat elk gastland van een WK zich moet houden aan criteria op gebied van mensenrechten, inclusie en duurzaamheid.’’ Jan van der Putten denkt daar geheel anders over. Je hoeft volgens de schrijver en journalist niks te verwachten van internationale sportbonden en olympische comités, dit soort problemen kunnen alleen op regeringsniveau worden aangepakt. ‘’Want over politieke problemen beslissen politieke autoriteiten.’’

Een finale als die van een maand geleden verdient het heilige gras van Wembley, San Siro of een theater vol dromen. Een afgeladen Maracanā of een trillende Kuip, een land waar voetbal leeft en wordt geleefd, waar de voetbalcultuur diepgeworteld in de grond zit. Jogo bonito, the beautiful game. Zand in de sportswashingmotoren en liefde voor het spel moeten ervoor zorgen dat de Johan Cruijffschaal niet wordt afgewerkt op Saudisch grondgebied zoals de Supercoppa Italiana en de Supercopa. Ik heb nog nooit een zak geld een goal zien maken, zou Cruijff zeggen.

 

 

 

 

 

 

Door Heldenweken kunnen ook deze kinderen op vakantie

De vaders en moeders op het schoolplein wachten tot hun kinderen rennend de deur uitkomen. Met de schooltas half over de rug sprinten alle kinderen richting hun ouders. De vakantie is begonnen!

 

Voordat de tijd is gekomen vraagt de juf naar welk land iedereen op vakantie gaat. De een gaat naar Spanje, de ander naar Frankrijk en sommige gaan zelfs naar Amerika. Je zou denken dat alle kinderen op vakantie gaan met hun ouders, helaas is dit niet altijd het geval. Er zijn heel veel ouders in Nederland die niet genoeg geld hebben om leuke dingen te doen in de vakantie, laat staan op vakantie naar het buitenland.

Dat iedereen op vakantie wilt gaan is vanzelfsprekend, maar deze zomer is speciaal ten opzichte van andere zomers. Ruim twee jaar is een groot deel van Nederland niet op vakantie geweest door de verschillende coronamaatregelen in het buitenland: na twee jaar vakantie in eigen land wil Nederland er weer massaal op uittrekken. Waar de vraag toeneemt, volgt ook een toename van de prijs. Boekingssite Zoover zag de prijzen voor pakketreizen dit voorjaar al met 11 procent stijgen ten opzichte van 2019, voor Spanje zelfs met 25 procent, zo meldt de Volkskrant.

Door deze prijsstijgingen ontwikkelt het op vakantie gaan zich langzamerhand richting een luxeproduct. Maar voor een deel van Nederland is het organiseren van een uitje in de zomervakantie überhaupt al niet van toepassing. Waar het ene kind richting Spanje vertrekt en de ander richting Frankrijk, kan een kind dat in een gezin leeft met een laag inkomen soms niet eens een dag naar het zwembad. Bij ruim 95.000 kinderen (3,1 procent) moet het gezin al vier jaar of langer rondkomen van een laag inkomen. Dit meldt het Centraal bureau voor de statistiek (CBS) in het rapport Armoede en sociale uitsluiting 2021.

De Heldenweken bieden uitkomst voor deze kinderen. Saskia Rasenberg heeft 20 jaar als pedagoog gewerkt in meerdere landen in het buitenland. Zo werkte ze voor Save the Children in Somalië of voor Unicef in Afghanistan. Op een dag keek zij naar het programma ‘Klassen’ en hoorde ze iemand zeggen: ‘’Kon ik ze maar meenemen naar een riviertje in Frankrijk.’’ Dat was haar besefmoment: in de zomer van 2021 ontving ze de eerste kinderen op haar boerderij in Frankrijk. Vrijdag is ze te gast in de uitzending.

‘’De heldenweken worden georganiseerd door Stichting Romijn, die is aangesloten bij het Steunpunt Kindervakanties. Dit betekent dat we leuke, veilige en professionele vakanties kunnen organiseren. De vrijwilligers die de heldenweken begeleiden zijn gescreend om voor deze groep geschikte activiteiten te organiseren, en elk kindgericht aandacht te geven. Voor drie kinderen is er één begeleider op onze kampen. De begeleiders hebben ervaring in sport/muziek/toneel en er gaan begeleiders mee met een achtergrond in sociaalpedagogisch werk.’’

Ook deze zomer reizen er tientallen kinderen af richting de boerderij in Frankrijk. De kansarme kinderen genieten niet alleen van een zorgeloze vakantie, er is ook genoeg ruimte voor educatie. Zo wordt er uitgebreid aandacht besteed aan het geven van outdoor activiteiten: denk aan het bouwen van hutten, voetballen etc. Ook het vergroten van de eigenwaarde kent een grote rol in het proces van de heldenweken: ‘Ze krijgen daardoor tevens een steuntje in de rug voor de toekomst. Dit doen we via outdoor activiteiten en we begeleiden de jongeren via de heldenmethode, gericht op zelfwaardering, veiligheid en erbij horen. We geven ondersteuning waar ze ook na deze week mee vooruit kunnen. De kinderen werken samen met de staff aan een band en relatie zodat ze weten dat er mensen zijn waar je terecht kan. Op deze manier willen we de kinderen een positievere kijk op hun leven geven.’’

Met de zomervakantie in volle gang vliegen en rijden kinderen dus overal richting Europa en verder om op vakantie te gaan. Dankzij Heldenweken kunnen ook deze kinderen op vakantie, een week zorgeloos genieten met andere kinderen die in hetzelfde schuitje zitten. Het is belangrijk om te beseffen dat een vakantie niet voor iedereen vanzelfsprekend is, gelukkig kunnen door sommige stichtingen ook kinderen uit gezinnen die niet al te veel geld hebben gewoon op vakantie dit jaar.

Meer weten over de heldenweken? Kijk dan op www.heldenweken.nl

Ook het dragen van kleding valt onder vrijheid van meningsuiting: soms een doorn in het oog van de overheid

Tien jaar lang wordt er actief beleid gevoerd tegen de outlaw motorcycle gangs. De strijd tegen de OMG’s vordert gestaag maar soms is de rechtstaat ook in het voordeel van de motorclubs. Dit heeft alles te maken met hetgeen wat wordt beschouwd als één van de belangrijkste dingen in onze Nederlandse Grondwet: artikel 7.

Het is september 2020 als een man uit Haarlem wordt aangehouden. Hij draagt een leren hesje met daarop het logo van motorclub Hells Angels. De zogenaamde colors worden in beslag genomen. De Hells Angels zijn verboden in Nederland, maar niet onherroepelijk. De man gaat in hoger beroep. Ook in Hoorn doet eenzelfde soort scenario zich voor in de laatste maand van 2020. Een man draagt een leren hesje van motorclub Singa 19. Het leren gilet vertoont volgens het Openbaar Ministerie vele overeenkomsten met de colors van het onherroepelijk verboden Satudarah. De kleurstelling, vormgeving en logo overeenkomsten neigen naar een doorstart van de onherroepelijk verboden motorclub. Ook deze man moet zijn hesje inleveren en gaat in hoger beroep.

Een overwinning voor de leden van beide motorclubs volgt, allebei de mannen krijgen hun gilet terug. In het geval van de man uit Hoorn kwam het erop neer dat er geen definitief bewijs is dat Singa 19 een doorstart is van Satudarah: ‘’De rechtbank oordeelt dat er weliswaar sprake is van een zekere verwevenheid tussen Singa 19 en Satudarah, maar dat die onvoldoende is om te kunnen zeggen dat Singa 19 zich in haar optreden naar buiten toe heeft gemanifesteerd als voortzetting van de verboden motorclub. Niet gebleken is dat het dragen van een hesje van Singa 19 dezelfde intimiderende en dreigende uitstraling heeft als het dragen van de clubkleding van Satudarah.’’

‘’Veel gemeentes hebben kennelijk geen kaas gegeten van het staatsrecht’’

De overwinning van de man uit Haarlem krijgt een ander staartje, de uitspraak van de Hoge Raad is daar als volgt: ‘’De Hoge Raad vindt de inbeslagneming van het gilet op grond van een gemeentelijke verordening in strijd met de vrijheid van meningsuiting die is vastgelegd in artikel 7 van de Grondwet.’’ De politie dacht de colors in beslag te mogen nemen aan de hand van de APV, de Algemene Plaatselijke Verordering. Daarin was een gemeentelijk verbod opgenomen, ook wel het ‘colorverbod’. Via dit verbod konden de gemeentes actief handhaven op het dragen van de colors om zo de outlaw motorcycle gangs in de weg te zitten, maar de rechtspraak besliste anders. Hierdoor moest het colorverbod direct worden geschrapt uit de APV en werd de handhaving op grond van deze wet stopgezet. De advocaat van de man uit Haarlem vond de handelswijze van de gemeentes ‘’behoorlijk kortzichtig’’. ‘’Veel gemeentes hebben kennelijk geen kaas gegeten van het staatsrecht’’, aldus de advocaat tegen de NOS.

De ‘overwinning’ van de OMG’s in de rechtzaak geldt alleen niet voor alle motorbendes. Wanneer een motorclub onherroepelijk is verboden, zoals Satudarah of Bandidos, dan valt het dragen van colors niet onder de vrijheid van meningsuiting. In het geval van deze twee motorclubs is elk kledingsstuk met daarop het logo verboden, dit leidde eerder tot anderhalve maand voorwaardelijke celstraf voor een man die de logo’s van Bandidos droeg. Dit staat als volgt vermeldt in artikel 140.5 van het Wetboek van Strafrecht: ‘Onder deelneming als omschreven in het eerste lid wordt mede begrepen het verlenen van geldelijke of andere stoffelijke steun aan alsmede het werven van gelden of personen ten behoeve van de daar omschreven organisatie.’

‘’Het hesje met logo is meer dan alleen een leren kledingstuk, het staat voor een hele groep.’’

Maar waarom is de overheid eigenlijk tegen het dragen van de hesjes? Sjoukje van Deuren, onderzoekster naar motorclubs aan de Vrije Universiteit Amsterdam, denkt te weten waarom. ‘’Het hesje met logo is meer dan alleen een leren kledingstuk, het staat voor een hele groep. Wanneer iemand de colors draagt van een OMG staat er symbolisch een hele groep mannen die alles voor elkaar zouden doen, broeders.’’ Volgens rapporten van het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving wordt in sommige gevallen toestemming gevraagd voor het dragen van de colors tijdens het begaan van een strafbaar feit. Denk hierbij aan bijvoorbeeld afpersing. Om die reden dat de leden in sommige gevallen de motorclub niet in een slecht daglicht mogen zetten.

De cijfers van het Landelijk Informatie Expertise Centra geven het volgende aan: ‘In 2020 waren er in de categorie strafbare feiten gepleegd in georganiseerd verband in totaal 146 lopende unieke onderzoeken die een link hadden met een OMG of enkele OMG-leden. Van dit totaal betrof het in 89 gevallen een onderzoek naar een OMG.’ Kortom, deze cijfers geven aan dat er strafbare feiten zijn gepleegd in verband met de motorclub. De kans dat daarbij de colors zijn gedragen is dan ook zeer groot, anderzijds was het beoordeeld als individuele zaak met daarbij het bijbehorende lidmaatschap in acht genomen.

Daarnaast is er ook nog de onderlinge spanning tussen de motorclubs zelf waardoor de overheid de colors liever kwijt dan rijk is. De afgelopen jaren hebben er diverse oorlogen plaatsgevonden tussen motorclubs om verschillende redenen: tussen de Hells Angels en Hardliners MC gaat het om het ‘klonen’ van het logo achter op de hesjes dat heeft geleid tot grote spanningen onderling. Ter illustratie: de kaders waarin de letters van beide motorclubs staan zijn identiek. Het enige verschil uit zich door het icoon in het midden, bij de Hells Angels betreft dit een doodskop, bij de Hardliners een haai. Ook deze gebeurtenis lijkt voor het Openbaar Ministerie en de politie wederom een extra argument. Toch blijven de hesjes van de meeste outlaw motorcycle gangs beschermd door de vrijheid van meningsuiting, want men mag in de meeste gevallen dragen wat men wil dragen.

 

‘’Schietpartijen in supermarkten, op straat, in de kroeg en bij de ingang van een hotel.’’

Voorlopig lijken de meeste outlaw motorcycle gangs dus beschermd te worden door de Grondwet. De vraag is dan ook, hoe gaat de overheid de handhaving op de OMG’s weer in handen krijgen na de blunder met de APV? Volgens het Regionale Informatie Expertise Centra is het nodig dat er bestuurlijke verboden komen voor de motorbendes, bij een bestuurlijk verbod kan de minister volgens het RIEC de bendes per direct verbieden. Civiele verboden kennen een lange tijdsduur door de vele lange processen. Het civiele verbod van Bandidos heeft ertoe geleid dat de bende niet meer is gezien in het openbaar, aldus het RIEC. Ook Toine van de Ven, officier van Justitie in de zaak tegen Satudarah waarbij de OMG werd veroordeeld tot een civiel verbod, pleit voor een bestuurlijk verbod. Tegen het RIEC zegt hij het volgende: ‘’Een bestuurlijk verbod helpt in de bestrijding van de criminele motorclubs. Want hoewel OMG-gerelateerd geweld voor veel mensen misschien nog voelt als een ver-van-mijn-bed-show, is het dat zeker niet. Er zijn honderden voorbeelden te noemen van situaties waarin de openbare orde ernstig verstoord wordt en onschuldige burgers slachtoffer kunnen worden: schietpartijen in supermarkten, op straat, in de kroeg en bij de ingang van een hotel. De kans dat je er – als onschuldige burger – in terechtkomt is niet ondenkbaar.’’

Concluderend, na tien jaar beleid voeren tegen de outlaw motorcycle gangs lijkt de overheid vooralsnog achter de feiten aan te lopen. Wanneer Satudarah onherroepelijk verboden wordt popt er een nieuwe club op die soortgelijke kenmerken bevat, maar door de wetgeving kunnen Justitie en politie niks doen. Wil de overheid concrete stappen maken tegen de OMG’s zal er in de wetgeving verandering moeten plaatsvinden: ook onze geliefde vrijheid van meningsuiting zal eraan moeten geloven.

Sjoukje van Deuren onderzoekt de wereld van motorclubs: ‘’Er zitten best wat gezellige mensen met wie ik wel een biertje zou kunnen drinken’’

Rijdend op de snelweg hoor je het geluid al van mijlenver aankomen, het knetterende geluid van een uitlaat. Even later lijkt de weg in beslag genomen door leren hesjes en grote motoren. De outlaw motorcycle gangs, zoals de officiële benaming volgens de overheid luidt, is al jaren een doorn in het oog van politie en justitie.

Op een zonnige middag in hartje Amsterdam kijk je vanuit het raam bij Sjoukje van Deuren uit over de grachten van de stad. Verwacht na deze beschrijving geen statig grachtenpand want de 29-jarige onderzoekster woont, net als menig Amsterdammer, knus. Sjoukje van Deuren is promovendus aan het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving en doet onderzoek naar de outlaw motorcycle gangs. Door gewoon te solliciteren op de functie is ze in de wereld van de OMG’s terecht gekomen. Van Deuren zoekt antwoord op de vraag waar het om draait: Zijn outlaw motorclubs zoals Hells Angels en Satudarah – zoals ze zelf zeggen – gewoon hobbyclubs, of zijn zij – zoals het ministerie van Justitie en Veiligheid beweert – criminele organisaties?

Allereerst de feiten uit een voortsgangsrapportage van het RIEC. ‘In 2020 waren er in de categorie strafbare feiten gepleegd in georganiseerd verband in totaal 146 lopende unieke onderzoeken die een link hadden met een OMG of enkele OMG-leden. Van dit totaal betrof het in 89 gevallen een onderzoek naar een OMG.’ Daarnaast was er 57 keer sprake van een onderzoek naar een ander georganiseerd verband. Dit betrof een onderzoek naar een criminele organisatie waarbij een of meerdere OMG-leden betrokken waren. Niet alleen werd er door het RIEC onderzoek gedaan naar het plegen van strafbare feiten in organisatorisch verband, ook de individuele leden werden onder de loep genomen. Uit cijfers van het Openbaar Ministerie en de politie blijkt dat er in 2020 in totaal 253 unieke verdachten waren die lid zijn van een OMG. Het gaat hierbij om 268 rechtbankzaken en 101 kantonzaken ingeschreven door het OM. De meest voorkomende delicten betroffen verkeersmisdrijven, geweld, vermogensdelicten en witwassen, drugs en wapens.

‘’Het kan ook zo zijn dat motorclubs juist op zoek zijn naar leden die misschien gewelddadige neigingen hebben om die criminele reputatie hoog te houden binnen de club.’’

Maar, worden de leden van een OMG gevormd door de cultuur binnen de club of is er sprake van eerder crimineel gedrag? Van Deuren heeft daarover een duidelijk beeld: ‘’Als we kijken naar de populatie van OMG-leden dan zien we eigenlijk dat voor ze lid worden zich al in disproportionele mate bezighouden met verschillende vormen van criminaliteit.’’ Uit onderzoek blijkt dus dat de leden zichzelf aanmelden, hoewel er ook bedenkingen zijn bij van Deuren. ‘’Het kan ook zo zijn dat motorclubs juist op zoek zijn naar leden die misschien gewelddadige neigingen hebben om die criminele reputatie hoog te houden binnen de club.’’ Een lidmaatschap zou volgens van Deuren aantrekkelijk kunnen zijn door het opdoen van nieuwe contacten in de criminele wereld. Ook speelt ‘the power of the patch’ volgens haar een belangrijke rol: het dragen van het symbool van de OMG in de vorm van een leren hesje of andere kledingstukken brengt vaak een extra soort symbolische kracht met zich mee. Als laatste benoemt de PhD-student de zwijgplicht, ook wel ‘omerta’ of ‘code of silence’ genoemd binnen de OMG’s: ‘’Je kan ervan uitgaan dat als jij lid bent van een OMG dat jou mede-clubleden niet uit de school zullen klappen over jouw criminele activiteiten. Daar komt ook bij dat lidmaatschap van een motorcycle gang er ook voor kan zorgen dat slachtoffers of getuigen niet durven te melden omdat ze bang zijn voor die reputatie van de motorclub.’’

Kortom, de dossiers wijzen uit dat er criminele activiteiten gaande zijn door of binnen de OMG’s, dat wil echter niet zeggen dat er sprake is van een criminele organisatie. Op papier is de organisatie van een motorclub heel hiërarchisch: bovenaan staat de president met daaronder een vice-president. Daaronder bevinden zich meerdere kaderfuncties zoals ‘the secretary’ en ‘the sergeant at arms’ (waarvan wordt beweerd dat diegene verantwoordelijk is voor het wapenarsenaal) en ten slotte de leden en kandidaat-leden. De overheid en politie bestempelen de president als de leider die bepaalt hoe of wat in de club, aldus van Deuren. In praktijk is van deze hiërarchie alleen minder sprake, zo blijkt uit gesprekken die van Deuren heeft gevoerd met een motorclub waarvan de naam bekend is bij de redactie. ‘’Als we aan bijvoorbeeld de president vragen van: ‘Hoe ziet die hiërarchie er nou uit?’ Dan komt er eigenlijk uit dat die hiërarchie in praktijk niks betekend.’’ Wel opvallend is het vragen van toestemming aan de ‘pres’ voor het plegen van zo’n feit. ‘’Uit de strafrapporten blijkt dat het lid in sommige gevallen van tevoren toestemming vraagt of hij de colors, de leren hesjes met daarop het bijbehorende logo van de OMG, mag dragen om bijvoorbeeld iemand te bedreigen of af te persen.’’ De overheid hecht dus veel waarde aan de kopstukken van de clubs, al is die strategie wel ietwat veranderd.

‘’Om te laten zien: dit is een subcultuur die wij niet willen hebben in onze samenleving.’’

Tien jaar geleden besloot de overheid streng op te treden tegen de motorbendes, waar eerst alleen het individu werd veroordeeld is er nu een strategie bedacht die zich richt op integrale aanpak van de gehele organisatie. ‘’Strafrechtelijk proberen ze zowel de leden als de leiders te vervolgen. Bestuursrechtelijk proberen ze de clubhuizen te sluiten omdat ze ervan uitgaan dat juist in die clubhuizen criminaliteit wordt beraad en voorbereid.’’ Aldus van Deuren, die de civiele verboden van de motorclubs het meest uit het oog vindt springen. Toch stelt de promovendus haar vragen bij de aanpak van de overheid: ‘’Ik denk dat het met name symbolisch is. Het sluiten van die clubhuizen, het civiel verbieden van die OMG’s. Om te laten zien: dit is een subcultuur die wij niet willen hebben in onze samenleving.’’ Van Deuren richt zich vooral op de effectiviteit van de aanpak. ‘’Helpt het om criminaliteit te verminderen? Zoals het sluiten van de clubhuizen: ik kom zelf in mijn strafdossieronderzoek ook weinig criminaliteit tegen die wordt beraad in de clubhuizen.’’ De keerzijde die van Deuren wel benoemd is de aanwezigheid van afluisterapparatuur, waar de leden van de motorclubs attent op zullen zijn in het doen van uitspraken in het clubhuis.

Een decennium later zijn alleen Satudarah en Bandidos onherroepelijk verboden. Ook No Surrender en Hells Angels zijn verboden, maar zonder onherroepelijk verbod mogen de leden de clubkleuren en leren hesjes blijven dragen op de brullende motoren. Hoe zit het met de toekomst voor de OMG’s? Van Deuren vindt dat een lastige vraag: ‘’Het valt of staat met hoe gaan ze om met het civiele verbod? Gaan ze een nieuwe motorclub oprichten? Komen er nieuwe motorclubs in andere vormen?’’ De outlaw motorcycle gangs zullen niet verdwijnen volgens de promovendus, en dat heeft volgens haar alles te maken met het broederschap. ‘’De leden zeggen: ‘Ze kunnen mijn jasje afpakken, ze kunnen clubhuizen sluiten maar lid van een motorclub ben ik in mijn hart.’ Ik denk dan ook dat het een subcultuur is in Nederland die we voor altijd blijven houden.’’

Het werkgebied waar Sjoukje van Deuren zichzelf in gaat bevinden lijkt duidelijk voor de komende jaren. Na al haar onderzoeken te hebben gebaseerd op data van het Openbaar Ministerie en de politie wordt nu de stap gemaakt naar de OMG’s zelf. Er ligt een uitnodiging van de club om een biertje te komen doen in het clubhuis, waar dat dan ook mag zijn. Een definitief antwoord op de vraag of outlaw motorclubs – zoals ze zelf zeggen – gewoon hobbyclubs zijn, of – zoals het ministerie van Justitie en Veiligheid beweert – criminele organisaties zijn, kan Van Deuren voorlopig niet geven. Toch heeft ze haar bevindingen: ‘’Ik denk niet dat één motorclub kan worden bestempeld als criminele organisatie maar dat er sommige lokale afdelingen zich wel dusdanig inlaten met criminaliteit. Als het criminele gedrag van individuele leden kan worden toegeschreven aan de OMG als organisatie, met andere woorden dat het doel van de OMG het plegen van strafbare feiten is: dan denk ik dat je kan spreken van een criminele organisatie. Hoewel ik denk dat er maar in beperkte mate sprake van is.’’