DE BILT-Tijdens de week van de valpreventie zijn er 1100 ouderen uitgenodigd voor een valrisicotest in de testraat. In deze testraat moeten de ouderen balanstesten doen om te kijken hoe hoog hun valrisico is.

Elke vijf minuten beland er een 65-plusser op de Spoedeisende Hulp na een valpartij De week van de valpreventie is er om ouderen bewust te maken van hun valrisico. ‘Tijdens de week van de valpreventie willen we dat er veel aandacht komt voor vallen en vooral hoe kun je het voorkomen’ vertelt Kirsten de Leeuw, huisarts in Bilthoven. 1100 ouderen uit de gemeente De Bilt zijn uitgenodigd om afgelopen donderdag naar de testraat in De Bilt te komen.

Bij binnenkomst in de teststraat moeten de ouderen eerst een vragenlijst invullen. In die vragenlijst staan vragen als ‘Bent u wel eens gevallen?’ en ‘Bent u goed geholpen na uw val?’. Tijdens het invullen van de vragenlijst kunnen de ouderen er een kopje koffie of thee bij pakken. De sfeer in de zaal is erg rustig de ouderen zijn geconcentreerd bezig met de oefeningen en het invullen van de vragenlijst. Als ze klaar zijn met invullen worden ze opgehaald om de oefeningen te doen. Na de korte balans oefeningen krijgen ze een laag, matig of hoog valrisico, afhankelijk van de uitslag krijgen ze advies.

Tevreden loopt Jan Oosting terwijl hij nog snel een speculaasje meepakt de zaal uit waar alleen het geroezemoes van de instructeurs te horen is, hij heeft een laag valrisico gekregen. Over de valrisicotest vertelt hij: ‘Ik ben blij dat dit georganiseerd wordt, het kan geen kwaad om dit te testen.’ Toch zegt Jan niet helemaal tevreden te zijn met sommige testjes, ‘Voor het opstaan van de stoel hebben ze hier een mooie eetstoel maar als ik thuis in de bank zit gaat het opstaan een stukje lastiger.’

Elk kwartaal worden deze valrisicotesten afgenomen bij een nieuwe groep ouderen in De Bilt. Alle huisartsenpraktijken in de gemeente De Bilt worden afgegaan. Het duurt een jaar voordat alle ouderen benaderd zijn elk kwartaal worden nieuwe ouderen benaderd.

Als een van de ouderen een hoog valrisico krijgt, worden ze meteen geholpen. ‘Bij mensen die een hoog valrisico hebben is vaak van alles aan de hand.’ vertelt Kirsten. Er wordt meteen een ouderenverpleegkundige naar die mensen gestuurd deze verpleegkundige stelt heel veel vragen zoals ‘Is uw bril nog goed?’ of ‘Op wat voor schoenen loopt u?’ uit de antwoorden op deze vragen wordt een hele uitgebreide analyse gemaakt.

Bij ouderen met een hoog valrisico komt het vaak voor dat de voeding niet goed is waardoor er veel minder spierkracht is. Daarom wordt er bij de uitgebreide analyse ook een diëtist naar de ouderen gestuurd, die zal kijken naar of de ouderen wel goed eten en wat ze kunnen verbeteren. Een andere oorzaak kan zijn dat de ouderen hun zicht niet meer goed genoeg is of dat hun bril niet meer de goeie sterkte heeft. Om de ouderen te helpen wordt er ook een ergotherapeut naar de ouderen toe die de ouderen handige dingen kan leren om het vallen te voorkomen.

De week van de valpreventie is er dus om de ouderen te helpen maar ook om de druk op de zorg te verlichten. Kirsten vertelde: ‘Valpartijen bij ouderen zorgen vaak voor letsel, hierdoor kunnen de ouderen niet meer zelfstandig leven en is er extra zorg nodig en er staat al zoveel druk op de zorg.’ Door valpartijen te voorkomen zal de druk op de zorg minder worden en kunnen de ouderen gewoon zelfstandig blijven leven.

Luister hier naar de audioreportage van Guus Boorsma