Biltse Nieuwe

Selecteer Pagina

Kinderopvangsector kampt met personeelstekort: impact op ouders en organisaties. ‘Het is natuurlijk belangrijk in de kinderopvang om continuïteit te bieden aan de kinderen, maar ook aan de ouders.’

Kinderopvangsector kampt met personeelstekort: impact op ouders en organisaties. ‘Het is natuurlijk belangrijk in de kinderopvang om continuïteit te bieden aan de kinderen, maar ook aan de ouders.’

De toenemende druk op kinderopvangen door het personeelstekort is al langere tijd een probleem. Door veranderende wetten zoals Wet IKK en Wet DBA, wordt het nóg lastiger om de kinderopvang groepen open te houden. Ragna Feurich is Locactiemanager van BLOS kinderopvang Asserweg in De Bilt en spreekt over haar ervaringen, als iemand die al 20+ jaar in deze sector werkt.

 Wat vindt u van het toenemende tekort aan personeel in de kinderopvang sector?
‘Het maakt het maken van roosters lastig. Het is natuurlijk belangrijk in de kinderopvang om continuïteit te bieden aan de kinderen, maar ook aan de ouders. Met een tekort aan personeel wordt dat soms wel erg lastig.’

Wat merkt u hiervan bij u bij uw eigen kinderopvang locatie?
‘Ik moet zeggen dat we een redelijk stabiel team hebben. Maar ja, als er een keer iemand uitvalt wegens ziekte, dan zijn we afhankelijk van invalkrachten. Zzp’ers die we eigenlijk vanaf januari zo min mogelijk inzetten, omdat de regels zijn veranderd. Dan is het lastiger om goede invalkrachten te vinden en om die in te zetten.’

Kunt u de huidige personeelsbezetting bij BLOS Kinderopvang beschrijven?
‘Wat ik net al aangaf, is dat we een redelijk stabiel en vast team hebben. Dat maakt dat bij ons het tekort gelukkig redelijk minimaal is.’

Hoe ervaren uw medewerkers de huidige personeelstekorten in hun dagelijkse werkzaamheden?
‘Wat ik van mijn medewerkers terug hoor, is dat zij het met name lastig vinden dat als zij bijvoorbeeld bij ziekte met een invalkracht werken, ze vinden dat ze niet de kwaliteit kunnen bieden, de aandacht kunnen bieden. Dit omdat de medewerkers die als invalkrachten staan de kinderen vaak niet goed genoeg kennen en daardoor voor hen de werkdruk hoger wordt.’

Welke directe gevolgen merken de kinderen en ouders door dit tekort?
‘Ik denk dat de kinderen niet echt iets ervan zullen merken. Het enige wat ze misschien zullen merken is dat er een ander gezicht staat dan dat ze gewend zijn. Maar wij moeten altijd voor vaste gezichten zorgen. Dit doen wij ook. Vaak staat er op een groep waar drie medewerkers werken, één vast gezicht met een invalkracht. Dus de kinderen zullen er niet heel veel last van hebben. Ouders zullen dit natuurlijk wel merken en ook ouders willen voor hun kind een vast gezicht. Dus ja, dat er niet elke dag de vaste medewerkers staan die ze gewend zijn, dat zou iets kunnen zijn wat ouders opvalt.’

Krijgt u hierover dan vaak of veel feedback van ouders?
‘Dat valt redelijk mee, maar ik heb wel een keer een periode gehad waarin ik een langdurige zieken had in mijn team. We konden toen niet één vaste medewerker op die groep zetten en waren afhankelijk van verschillende uitzendkrachten of invalkrachten. Toen hadden ouders wel zoiets van “hé, maar ja, wanneer komt het vaste gezicht weer terug? Hoelang gaat het duren?” Maar ja, dat vind ik ook niet meer dan logisch dat ouders daarnaar gaan vragen.’

Heeft het personeelstekort invloed op de kwaliteit van de opvang die Blos biedt?
‘Ik denk dat dat in sommige gevallen wel iets doet met de kwaliteit. Of je nu met vaste medewerkers staat die helemaal bekend zijn met het BLOS-beleid en werken volgens de BLOS-werkwijze. Of dat je met een invalkracht staat die één keertje eerder op je locatie is geweest en eigenlijk niet zo heel goed op de hoogte is van het reilen en zeilen op de locatie. Dat zal wel degelijk iets uitmaken. Is het een groot verschil? Dat denk ik niet, maar ik denk wel dat het een verschil is of je met invalkrachten staat of met vaste pedagogisch medewerkers.’

Wat ziet u als locatiemanager als de belangrijkste oorzaken van het huidige personeelstekort binnen de kinderopvang sector?
‘Eigenlijk zijn de tekorten al best wel lang een issue. Eén van de oorzaken is de verandering in de wet geweest. De wet IKK is ingevoerd, waardoor andere opleidingseisen werden gesteld. Heel veel mensen konden hierdoor niet meer in de kinderopvang werken, omdat het diploma dat ze hadden niet meer toelaatbaar was met de nieuwe eisen die nu golden om te werken binnen de kinderopvang. Toen hebben we al een leegloop gehad van medewerkers. De eisen zijn nu ook strenger geworden, vind ik zelf.’

En u vertelde net over de Wet IKK, heeft u daar zelf als locatiemanager ook veel van meegekregen of van gemerkt?
‘Toen de wet IKK inging, zat dat deze nog in de beginfase. De wet werd langzaam uitgerold en toen deze echt van kracht ging, ben ik tijdelijk gestopt met werken in de kinderopvang. Ik heb daarom de echte switch niet helemaal meegemaakt, omdat ik toen zelf niet meer werkzaam was in de kinderopvang. Ik ben twee à drie jaar later wel weer in de kinderopvang gekomen en toen liep de wet al een tijdje, dus ik heb daar zelf niet echt veel van gemerkt.’

Hoe grijpt BLOS zelf in om het personeelstekort aan te pakken?
‘Wat BLOS doet om het personeelstekort tegen te gaan, is dat ze met het mbo Amersfoort een samenwerking aan zijn gegaan. We bieden medewerkers een werk-leertraject aan waarin medewerkers één dag in de week naar school gaan en 3 â 4 dagen werken op één van onze opvanglocaties. Zo werken ze in de praktijk, leren ze de dagelijkse praktijk en ondervinden ze hoe dat is. Ze volgen een verkort traject van 1,5 jaar, waarin ze worden klaargestoomd om straks als pedagogisch medewerker aan de slag te kunnen. Ik heb op mijn locatie mu drie mensen in opleiding rondlopen, die aan het eind van hun traject gewoon volledig ingezet kunnen worden kinderopvangorganisatie.’

Over de auteur

Noëlle van Russel

Noëlle van Russel (19) is een eerstejaars student en beginnend journalist bij SvJ. Noëlle is een nieuwsgierig persoon die alles en iedereen interessant vindt. Perfect voor de journalistiek! Noëlle ziet zichzelf later twee verschillende kanten op gaan. Of ze wordt buitenlandcorrespondent in New York, een levendige stad waar altijd wel iets gebeurt, of ze wordt muziekjournalist en combineert haar twee passies: muziek en journalistiek.