Kinesioloog Marlies van West geeft op de Lassuslaan 11 in Bilthoven interactieve cursussen over stress en belemmerende patronen. deze cursussen vinden plaats op 12 maart om 19:30. Inzicht in het vakgebied en de persoonlijke reis die haar hierheen leidde, deelt ze graag. Centraal in de kinesiologie staat het concept van beweging, waarbij spiertesten een cruciale rol spelen.
‘Kinesiologie is gebaseerd op beweging. Elke kinesioloog maakt gebruik van een spiertest. Deze test houdt in dat je bijvoorbeeld een armspier test om te zien of deze sterk of zwak is. Dit is gekoppeld aan een klacht. Stel, iemand is gestrest over zijn studie of zit tegen een burn-out aan. Die persoon hoeft alleen maar te zeggen dat hij last heeft van die klachten, en dan test ik die armspier. Die zal dan zwak testen omdat het lichaam van top tot teen weet dat dit niet zomaar overgaat. Maar als diezelfde persoon heel blij wordt van tuinieren, dan zou diezelfde armspier heel sterk testen, omdat zijn lijf en onderbewustzijn weet dat hij dat leuk vindt.
Als je een zwakke spier hebt vanuit een klacht, heb ik een lijstje met correctiemethodes. Dan ga ik bekijken welke methodes ik kan inzetten om die armspier weer sterk te maken. Ik ga dat lijstje af en het lichaam geeft dan de correctie aan. Het zegt eigenlijk dat ik alleen een correctie aanbied of doe wat op dat moment een prioriteit is voor die persoon. Elke klant is anders en elke klant is ook een nieuwe ervaring.
Mijn weg naar kinesiologie was niet direct. Ik heb eerst een studie gedaan rond mijn twintigste in Den Haag, dat leek op een MEAO-opleiding. Daarna ben ik in de exportbevordering beland, maar daar lag mijn hart echt niet. Toen dacht ik: wat wil ik dan? Met veel moeite ben ik erachter gekomen dat het me leuk leek om trainingen te gaan geven.
Ik ben trainingen gaan geven, wat inhield dat je of bij een bedrijf training gaf, of een in-company training, of dat je trainingen gaf in een hotel waar mensen uit verschillende bedrijven zich voor konden inschrijven. Dat vond ik heel leuk omdat het veel gedragstrainingen waren. Na ongeveer vier jaar ben ik dat nog bij een ander bureau gaan doen. Toen kreeg ik kinderen. Eerst heb ik nog wel gewerkt, maar met die trainingen door het hele land, met ophaaltijd en files, was het niet te combineren. Dus toen heb ik een tijdje niets gedaan in het bedrijfsleven. Toen mijn kinderen allemaal op de lagere school zaten, ging ik met mijn kind naar een homeopaat. Iemand vroeg waarom ik zo ver wegging, en verwees me naar iemand in de buurt van Utrecht. Dat bleek geen homeopaat te zijn, maar een kinesioloog. Ik vroeg haar wat ze deed, maar ze was niet zo spraakzaam daarover. Dus toen dacht ik: dan zoek ik het zelf wel uit. Ik ben cursussen gaan doen, en toen zei iemand dat ze de opleiding ging doen. Zo is het op mijn pad gekomen. Ik ben vier jaar in de studie gegaan en heb uiteindelijk mijn eigen bedrijf gestart. Ik wist zelf van tevoren helemaal niet wat het inhield tot ik met kinesiologie in aanraking kwam.
In die studie heb je 25 praktijkexamens. Je moet zelf een kandidaat vinden en die meenemen naar iemand die jou beoordeelt. Wat ik daar wel een uitdaging vond, is dat je je aan een bepaald protocol moet houden. Dat is allemaal niet zo ingewikkeld, maar het wordt beoordeeld terwijl je ook nog een klant hebt meegenomen, vaak iemand die je kent van het schoolplein of de sportschool. Dat vond ik wel lastig, omdat je dan én je studie moet beheersen én in de gaten moet houden hoe het met die ander gaat. Je kreeg ook wel stevige feedback, wat uiteindelijk goed is geweest. Maar het gaf soms wel dat ik dacht: jongens, ik voel al die druk en moet aan die verwachtingen voldoen, waardoor ik soms moeilijk de tijd had om een vraag te stellen die enige context had in wat er in iemands leven speelde.
Je trekt geen conclusies, je bent ook geen arts. Je stelt geen diagnoses van ‘het is zwart of wit’. Het is altijd een momentopname. En het is heel holistisch, het is zo breed. Het maakt mij niet uit of ik een fysieke correctie voor iemand doe, of iets op emotioneel vlak, of voeding gerelateerd. Het is mij om het even wat ik voor die ander doe. Ik sta er bij die klant zo in dat ik hoe dan ook ga vinden wat voor hem of haar op dat moment de prioriteit heeft. Je kunt altijd, in het moment, die correctie aanbieden die nodig is. Wat het zo effectief maakt, is dat je niet vanuit je eigen gedachte gaat insteken van ‘dit is het pad dat we vandaag gaan bewandelen’. Mijn gedachten zijn eigenlijk niet relevant op dat moment, omdat ik op zoek ga naar wat die man of vrouw wil. Als ik zou bedenken dat het te maken heeft met een beperkende overtuiging, dan zou ik iemand tekortdoen omdat ik het op die manier heb bedacht. Terwijl het misschien veel belangrijker is dat ik een stress verminderende correctie ga doen. Als ik dat van tevoren ga invullen, sta ik niet meer zo open te testen dat ik die correctie vind die voor hem of haar het meest ertoe doet.’