DE BILT – Uit cijfers van het CBS blijkt dat de inkomensongelijkheid in De Bilt hoger is dan het landelijke gemiddelde. Ook in vergelijking met omliggende gemeenten is het verschil tussen hoge en lage inkomens groter dan gemiddeld: omliggende gemeentes zoals Utrecht vallen lager uit.
De cijfers zijn gebaseerd op de Gini-coëfficiënt, een maat voor inkomensongelijkheid. Deze coëfficiënt ligt op een schaal van 0,00 tot 1,00: een score van 0,00 betekent dat iedereen precies evenveel verdient, terwijl een score van 1,00 zou betekenen dat één persoon al het inkomen in handen heeft. Hoe hoger het getal, hoe groter de ongelijkheid. In De Bilt ligt de Gini-coëfficiënt op 0,34, wat hoger is dan het landelijke gemiddelde van 0,28. Ook in vergelijking met omliggende gemeenten, zoals Utrecht, scoort De Bilt hoger.
Gestegen kosten
Stichting MENSdichbij, een maatschappelijke hulporganisatie die onder andere voedselbankaanvragen verwerkt, ziet vooral de gestegen kosten als belangrijkste reden dat mensen met een relatief laag inkomen in de problemen komen. Een medewerker van MENSdichbij, die anoniem wil blijven uit angst voor bedreigingen, legt uit dat de grootste sociaal-economische verschillen zichtbaar zijn in wijken zoals Noorderkroon, de Kometenlaan en het Heemstrakwartier.
Het valt de medewerker op dat de redenen achter voedselbankaanvragen zijn verschoven: “De stijgende prijzen van boodschappen en de energierekening vormen steeds vaker de aanleiding.” In De Bilt maken wekelijks zo’n 170 gezinnen gebruik van de voedselbank. Ook ziet de medewerker een groep aanvragers die pas durven aan te kloppen bij de voedselbank als ze echt diep in de problemen zitten: ‘Veel mensen die hun baan hebben verloren en lange tijd hebben geleefd van de spaarrekening, durven pas hulp te vragen als het geld echt op is.’
Rijke kern
Wethouder Krischan Hagedoorn (PvdA/SP) vindt het niet verrassend dat de inkomensongelijkheid in De Bilt relatief hoog is: “De Bilt is Nederland in het klein. We hebben een grotere dorpskern die aan elkaar is geknoopt, en er wonen bovengemiddeld veel mensen met een hoog inkomen.” Hagedoorn stelt dat het college ernaar streeft de ongelijkheid te verkleinen: “Wij streven gelijke kansen na, en doen dat door ongelijk te investeren. Veel van de zorg- en welzijnsmaatregelen die we nemen, worden ingezet in wijken waar mensen het financieel moeilijk hebben.”
Actievere rol
Stichting MENSdichbij erkent dat de inkomensongelijkheid ook te maken heeft met de rijke kern in Bilthoven. Maar dat is geen reden om achterover te leunen: “De gemeente kan een actievere rol spelen, door bij het grote publiek meer aandacht te vestigen op sociale problemen.”
Hagedoorn: “Het is een zwaar, moeilijk, log en taai probleem, omdat de rijksoverheid de gemeente wel meer taken heeft gegeven, maar daar minder geld tegenover stelt om deze effectief uit te voeren. Veel van die taken, zoals op het gebied van zorg en welzijn, krijgen we er gewoon bij, maar dan met minder budget. De overheid zegt dan: ‘Jullie staan dichter bij de burger, jullie kunnen ze beter helpen, en daarom is het ook goedkoper.’ En dus maken ze maar driekwart van het benodigde geld over, wat schandalig is.”
Ook zegt Hagedoorn dat de gemeente niet aan ‘inkomenspolitiek’ mag doen, wat het extra lastig maakt om het probleem aan te pakken: “Ik mag niet zeggen: ‘U krijgt deze voorziening niet, want u verdient te veel.’” Wel zegt hij burgers bewust te willen maken of ze bepaalde voorzieningen echt nodig hebben of zelf kunnen betalen: “Bijvoorbeeld bij hulp in de huishouding vraagt ons sociaal team aan aanvragers of ze zelfredzaam zijn: kunt u het zelf betalen? Of is er iemand in uw familie of een vriend die hulp kan bieden? Dan neemt de druk af, en kan ik het geld gebruiken voor mensen die het echt nodig hebben.”
Dit najaar komen er nieuwe cijfers die aangeven hoe het staat met de inkomensongelijkheid. Wethouder Hagedoorn: “Ik hoop dat er afname is van de inkomensongelijkheid, maar ik besef me ook dat de invloed die de gemeente daarop heeft, klein is. Wij hebben vanuit de landelijke overheid gewoon meer geld nodig, anders is er een 2026 een gat van 3 miljoen euro.”
Redactionele noot: De naam van de medewerker van MENSdichtbij is bij de hoofdredactie bekend.