Marieke Bemelman (73) was vorige week vrijdag een van de organisatoren van het eerste Biltse Klimaat Café in het Van der Valk Hotel De Bilt. Al meer dan vijftig jaar woont ze in De Bilt, midden in de natuur en omgeven door bomen. Al sinds het lezen van het rapport van de Club van Rome in de jaren zeventig is ze bezorgd over het klimaat en de uitputting van de aarde. Samen met haar man runde ze Uitgeverij Uniepers, gespecialiseerd in non-fictieboeken, onder meer over duurzaamheid. Tegenwoordig zet ze zich in als lid van de kerngroep van Grootouders voor het Klimaat De Bilt.

Hoe heb je de bijeenkomst afgelopen vrijdag persoonlijk ervaren?

“Voor mij was het een heel fijne ervaring dat er zo’n grote opkomst was. Ons doel was om een zo laagdrempelig mogelijk evenement te organiseren en ook mensen aan te trekken die niet direct aangesloten zijn bij Grootouders voor het Klimaat. Anders spreek je toch vooral je eigen parochie toe. We wilden mensen bereiken die begaan zijn met de aarde en op zoek zijn naar informatie en uitwisseling. Dat is echt goed gelukt door die mooie opkomst.”

Wat maakte deze eerste editie extra speciaal?
“Het spontane karakter. We hebben bewust gekozen voor een open formule. Klimaat Café is anders dan een bijeenkomst waar iemand vanaf een podium alleen maar verhalen vertelt. Het draait om echte ontmoetingen. Die sfeer hebben we versterkt met een drankje en muziek na afloop. Dat maakte het heel toegankelijk voor een breder publiek en als het goed blijft lopen, willen we het drie keer per jaar organiseren.”

Dat vraagt vast veel organisatie. Kun je iets vertellen over jullie groep?

“We zijn een kleine organisatie: ongeveer 180 mensen hebben zich aangesloten. Maar van die 180 zijn er nog geen vijftien echt actief. Binnen die actieve groep vormen drie mensen de kerngroep, en daar ben ik één van.”

Zijn het vooral ouderen die actief zijn bij Grootouders voor het Klimaat?

“Ja, vrijwel allemaal 65-plussers of ouder. Maar je hoeft geen grootouder te zijn. Zelf heb ik geen kinderen. Toen ik lang geleden het rapport van de Club van Rome las, was ik zo geschrokken van de toekomstscenario’s dat ik besloot geen kinderen op deze wereld te zetten.”

Je benadrukt dat jullie ondanks alles hoopvol willen blijven. Hoe lukt dat?

“Door bewust de positieve kanten en mogelijkheden te benoemen, zoals we ook tijdens het Klimaat Café deden. We willen mensen met een positieve insteek klimaat bewuster maken en laten zien dat er nog veel mogelijk is.”

Wat zijn tot nu toe de grootste uitdagingen geweest voor jullie lokale groep?
“We zijn druk geweest met campagnes richting scholen. Daarnaast zoeken we voortdurend manieren om via evenementen en vrije publiciteit aandacht te vragen voor klimaatverandering. Met de beperkte man- en vrouwkracht die we hebben, moeten we slim werken. Onze focus ligt nu steeds meer op het beïnvloeden van gemeentelijk beleid.”

Zie je daar de meeste kansen om impact te maken?“Zeker. We willen samenwerken met alle duurzame organisaties die actief zijn in De Bilt en gezamenlijk optreden.”

Hoeveel duurzame initiatieven zijn er binnen de gemeente De Bilt?
“Onder andere de werkgroep Circulair is actief, en er is een overkoepelende groep genaamd Duurzaam De Bilt. Op de website van Duurzaam De Bilt vind je een overzicht van bijna alle duurzame initiatieven in de gemeente.”

Kun je zeggen dat De Bilt al serieus werk maakt van verduurzaming?
“Ja, absoluut. De Bilt is best actief op dat gebied. Samen met andere groepen willen wij nu een manifest opstellen met belangrijke speerpunten. Dat bieden we in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2026 aan alle politieke partijen aan, in de hoop dat zij onze punten opnemen in hun programma’s.”

Is dit jullie belangrijkste doel op dit moment?
“Ja, maar het is best een intensieve klus. We hebben dit voorjaar veel aandacht besteed aan het opzetten van het Klimaat Café, en in september volgt de tweede editie. Tegelijkertijd willen we vaart maken met de coalitie van duurzame clubs. We hopen die samenwerking in oktober rond te hebben. Binnen onze werkgroep zitten mensen met een wetenschappelijke achtergrond. Zij weten precies met welke argumenten en welke toon we de gemeente het beste kunnen benaderen.”