DE BILT- Jongeren uit De Bilt doen aanzienlijk vaker een beroep op jeugdzorg dan leeftijdsgenoten in andere gemeenten, blijkt uit cijfers van het CBS. Volgens een moeder uit de gemeente is een gebrek aan ontmoetingsplekken voor jongeren een belangrijke oorzaak: “De kinderen hebben letterlijk geen plek om samen te komen,” zegt ze. Haar naam is bekend bij de redactie.
Zorgvraag stijgt
In De Bilt maakt 15,5 procent van de jongeren gebruik van jeugdzorg. Dat is flink hoger dan het landelijk gemiddelde van 10,8 procent. Alleen in Tiel en Veendam ligt dat percentage nog hoger. Het verschil lijkt klein, maar in de praktijk betekent het dat in De Bilt ongeveer één op de zes jongeren hulp krijgt, tegenover één op de tien landelijk.
Sinds 2015 zijn gemeenten zelf verantwoordelijk voor jeugdzorg. Volgens het CBS zorgt dat ervoor dat er lokaal grote verschillen ontstaan. Elke gemeente bepaalt zelf hoe de zorg wordt geregeld en aangeboden.
Wat opvalt: sinds 2021 stijgt het gebruik van jeugdzorg in De Bilt, terwijl de cijfers landelijk en in omliggende gemeenten stabiel blijven.
Geen plek voor jeugd
“Op een gegeven moment zeg je tegen een kind: ja, whatever er speelt in je leven, het geld is op. Maar je moet het wel zien te doen in het milieu van de ghetto hier,” vertelt een moeder uit De Bilt. Haar zoon zit al sinds zijn derde in de jeugdzorg. Ze maakt zich zorgen over hoe de gemeente omgaat met kwetsbare jongeren. Volgens haar ontbreekt het aan menselijk inzicht en ligt de nadruk te veel op budgetten. “De gemeente zou een beter beeld moeten hebben van de mensen om wie het gaat. Er wordt te weinig gekeken naar wat ze écht nodig hebben.” Door het gebrek aan expertise bij de gemeente en samenwerkingspartners werd volgens haar al snel gekozen voor een zogenaamd ‘safe’-traject, zonder goed te overzien wat dat betekent voor het kind. “Ik ben weer terug bij af,” zegt ze. “En dat betekent dat we in drie weken tijd zijn teruggevallen in het gedrag van drie jaar geleden.” Volgens haar omdat er het afgelopen jaar is bezuinigd op de beschikking en de begeleiding die juist zo hard nodig was.
Wethouder reageert
“De Bilt is een gemeente met veel hoogopgeleide mensen. Die weten vaak beter de weg te vinden naar hulp,” zegt wethouder Pim van de Veerdonk. Volgens hem speelt in die gezinnen ook prestatiedruk mee, wat deels de hoge cijfers verklaart. Tegelijkertijd verschillen de problemen per wijk sterk. In Bilthoven Noord en Groenekan is de toegang tot jeugdhulp goed geregeld. In Brandenburg, een meer verstedelijkte wijk, zijn de problemen complexer. “Daar zien we veel gebroken gezinnen, mensen met een migratieachtergrond en soms oudere broers of zussen met crimineel gedrag,” aldus Van de Veerdonk. Die wijk scoort dan ook bovengemiddeld hoog in het gebruik van jeugdzorg.
De gemeente zet daarom in op een wijkgerichte aanpak en op het versterken van het zogeheten voorliggend veld: hulp in de directe omgeving van het kind. In alle wijken zijn buurtkamers geopend waar bewoners elkaar kunnen helpen of laagdrempelig ondersteuning kunnen vinden, ook bij bredere problemen zoals schulden.
Oplossingen nodig
Hoewel De Bilt in de landelijke top drie staat als het gaat om jeugdzorggebruik, is de vraag niet altijd puur zorg gerelateerd. “Wat we zien, is dat jeugdhulp ook vaker wordt ingezet bij opvoedvragen,” zegt wethouder Van de Veerdonk. “Ouders weten soms niet hoe ze met pubergedrag moeten omgaan en zoeken dan hulp. Maar niet alles wat zwaar is, is een zorgvraag. Soms hoort het bij opgroeien, vallen en opstaan.” Volgens hem is het belangrijk dat hulp dichter bij het kind wordt gezocht: in het gezin, op school of in de wijk, voordat een heel zorgtraject wordt opgetuigd.
De moeder uit De Bilt is kritisch over de situatie: “Een jaar geleden zei ik al: de vloer is hier heet. Inmiddels is de vloer lava.”