BILTHOVEN – Twee grote scholen in De Bilt die erg van elkaar verschillen op havo en vwo. Beide scholen presteren anders op beide niveaus, De Werkplaats (WP) presteert beter op havo en Het Nieuwe Lyceum (HNL) op vwo. Er is gekeken naar het aantal gezakte leerlingen in de afgelopen drie jaar; van 2022 tot 2024. Op de WP zien we een trend met een piek op havo en een stijgende lijn op vwo, en op HNL een stijgende lijn op havo en een dalende lijn op vwo. Twee scholen zo dicht bij elkaar en toch presteren ze anders op havo en vwo. Het percentage gezakte examenstudenten op havo was 5,77% op de WP en 12,24% op HNL in 2024. Voor vwo was dat 11,11% op de WP en 1,75% op HNL. De scholen verschillen dus breed op beide niveaus.
De examens zijn weer klaar, iedereen die een eindexamenstudent was heeft te horen gekregen of ze zijn geslaagd of gezakt. De twee grote scholen in De Bilt – de WP en HNL – zitten vlak naast elkaar maar hun leerlingen presteren anders op havo en vwo. De WP presteert beter op havo en HNL op vwo. Het aantal gezakte op beide niveaus verschilt enorm op de scholen, op havo is er een verschil van 6,47% en op vwo een verschil van 9,36% in 2024. De woordvoerder van de WP vertelt: “Op De Werkplaats streven we ernaar dat iedereen op zijn of haar eigen manier tot bloei komt. Het verschil tussen slagingspercentages nemen we serieus, en we zullen kijken of we ons onderwijs nog beter kunnen afstemmen op beide niveaus.” En HNL geeft aan dat de school zich wil gaan richten om leerlingen succes te laten ervaren en hun leerlingen meer te helpen groeien in wat ze willen leren.
Het aantal gezakte eindexamenstudenten
De cijfers gaan over de examenjaren 2022, 2023 en 2024 op havo en vwo niveau. De COVID-19 jaren 2020 en 2021 doen niet mee, aangezien er andere richtlijnen waren die jaren. Er is gekeken naar het totaal aantal examenstudenten dat jaar, welke zijn geslaagd en welke leerlingen werkelijk zijn gezakt. Op de WP was het aantal gezakte in 2022 5,15% op havo, in 2023 steeg het aantal gezakte naar 8,91% maar in 2024 daalde het aantal naar 5,77%. Op vwo was in 2022 het aantal gezakte 3,74%, dit steeg naar 9,01% in 2023 en in 2024 11,11%. HNL heeft hetzelfde alleen tegenovergesteld. Zo was er een piek in 2023 op havo, het aantal gezakte in 2022 was 2,44% en 12,50% in 2023 dat daarna daalde naar 12,24%. Op vwo is een contante dalende lijn te zien: in 2022 was het percentage gezakte 8,16%, in 2023 7,63% en 1,75% zakte in 2024. Het verschil op havo en vwo is op beide scholen groot. Ze zien wel dezelfde dalingen en stijgingen alleen dan tegenovergesteld op de niveaus.

Een visualisatie met het aantal gezakte leerlingen van havo en vwo op de Werkplaats.

Een visualisatie van het aantal gezakte leerlingen van vwo en havo op Het Nieuwe Lyceum
Hoge normering
Waarom dat de scholen slechter presteren op de verschillende niveaus is lastig te duiden. De scholen kunnen er zelf de vinger niet op leggen. Ze proberen allebei wat te doen aan de slagingspercentages van havo en vwo want ze hebben natuurlijk het liefst op beide niveaus een slagingspercentage van 100%, zeggen de scholen. Nu ligt het ook bij de leerling om zo hard mogelijk te leren voor hun eindexamens en de cijfers te behalen die ze nodig hebben om te slagen. Ook ligt er een deel bij de eindexamenmakers die de eindexamens moeilijk genoeg maken.
Sommige eindexamenjaren hadden lichtere normeringen dan andere. In 2024 hadden 12 van de 15 vakken op havo een normering hoger dan 1,0, dat betekent dat het moeilijke examens waren en op vwo waren het 11 van de 16 vakken met een hogere normering. In 2023 waren er 6 vakken op het vwo met een N-term hoger dan 1 en op het havo 7. In 2022 waren er 10 vakken met een hogere normering op vwo, en op havo 13 vakken. Elk eindexamenjaar scoort anders, dat komt ook door het aantal eindexamenstudenten. Er is geen duidelijke oorzaak voor de slechter presterende niveaus, het lijkt puur toeval te zijn.
“We zijn trots op onze vwo-leerlingen en hun hoog slagingspercentage. Ook op de havo-studenten zijn wij trots. We zullen ons meer richten op begeleiding en studievaardigheden van onze havo-leerlingen.” zegt HNL. Beide scholen zullen meer aandacht geven aan hun leerlingen, vooral de niveaus met een lager slagingspercentage. De WP zegt ook dat hun docenten hun lessen moeten richten op de verwachtingen die voor het onderwijsproces gelden. Docenten worden dus aangestuurd op wat de WP wil veranderen in hun onderwijs. HNL gaat zich meer richten om de havo een ‘eigen gezicht te geven’, met een onderscheidend vakaanbod en havo-didactiek die meer gericht is op hun havisten. Zowel de WP als het HNL willen graag hun leerlingen laten groeien op school, zodat de leerlingen het meeste uit hun onderwijs halen. Ook vinden ze het belangrijk dat de leerlingen aangeven wat ze nodig hebben in het onderwijs.