Maartensdijk- Dit is Aart van der Linden, hij is al voor 50 jaar Imker en hij verzamelt veel imker gereedschappen. Hij heeft meerdere plekken waar hij zijn bijen naartoe meebrengt, de kersenboomgaarde of de acaciabomen, hij brengt zijn bijen mee voor het helpen van bestuiven. Van Der Linden verkoopt zijn honing ook hier in de buurt op meerdere locaties. ‘lokaal geproduceerd en weer lokaal verkocht, geen lange reistijden.’’
Hoe bent u met het bijenhouden begonnen?
‘Ik was met m’n broer aan het fietsen rondom de Vecht en toen kwam ik een bijenpark tegen, bijenpark Brullenman. Hij gaf cursussen in de winter en toen is dat een beetje gaan rollen.’ ‘Ik heb over de jaren veel gereedschap verzameld en uiteindelijk kwam ik op het idee om er ook een klein museum bij te maken.’ Van Der Linden zegt dat hij veel van deze oude spullen wil gaan restaureren. Hij heeft veel verzameling van oude honingpotten tot oude sigaarrookwaar. Deze sigaarrookwaar werd vroeger gebruikt om de bijen wat te kalmeren tijdens het oogsten zegt Van Der Linden. Vroeger rookte men dit nog nu gebruiken we een
Waar bent u mee bezig in de vroege lente?
‘Rond deze periode ga ik vooral kijken hoe de bijen de winter zijn doorgekomen, je wilt het liefst dat het 10 graden is want loop je geen risico dat de bijen onderkoeld raken.’ Toen laatst in het weekend nog zo warm was, van dat soort dagen maakt Van Der Linden veel gebruik rondom deze tijd. Al is de kou erg schadelijk voor bijen, de grotere vijand zijn mijten. Want de virussen die ze mee brengen zijn erg schadelijk. Dit is ook de reden waarom hij zijn bijen verspreid houdt over meerdere locaties. ‘Acht plaatsen heb ik bijen staan en in de zomer soms nog meer.’
‘In het voorjaar heb je kans dat je Wilgenhoning kan krijgen, dit helpt met het aansterken van de bijen, na die periode ga ik naar de boomgaarde. Na die periode oogst ik meestal maar je hebt ook in het najaar nog heidehoning.’ De wilgenhoning en sterke donkere honing vind Aart zelf het lekkerst. ‘Als fruittelers mij nodig hebben dan bellen ze mij en dan kom ik langs.’ Als ik ergens naartoe ga dan moet ik wachten tot het avond is zodat alle bijen in de kast zitten, zodat elke bij meegaat.’ De honing van de bijen krijgt dan de smaak van waar de bijen hebben bestuift.’
‘We halen ook bijennesten op die mensen zijn achtertuinen zitten, dat is altijd wel leuk om weg te doen.’
Hebben jullie ook weleens te maken met grote wespennesten?
‘Vorig jaar werd ik gebeld door een vrouw uit Hilversum, ze had blijkbaar een bijennest in haar achtertuin, maar het was een hoornaarsnest.’ ‘Het was gelukkig een klein nest maar het was wel de eerste keer dat ik de Aziatische Hoornaar in het echt zag.’ ‘Ik wilde natuurlijk een foto maken maar dat lieten ze niet zo makkelijk toe.’ Eén hoornaarsnest staat ook in hun museum net als meerdere souvenirs zoals kapruinen (imkermasker), gereedschap, honingpotten, meade (honingwijn) en kaarsen.
Hoe is dat museum dan gestart?
‘Ik gooi nooit zo snel iets weg, ik ging vroeger weleens naar een rommelmarkt in Bilthoven. Als er mensen waren die imkerspullen hadden dan nam ik dat mee.’ Het is een beetje vanzelf ontstaan. Veel van de vaktermen die bij deze voorwerpen horen worden ook niet veel meer gebruikt. Bijenpijpjes, kapruinen of ontzegelvork.
‘Ik vind het belangrijk dat de imkerij een beetje bewaard blijft, er gaat gewoon heel veel verloren op ons gebied.’ Veel van het gereedschap is van hout en stro gemaakt. ‘Je ziet in Nederland niet een groot imkermuseum dat missen we een beetje.’ ‘Ik verzamel al 40 jaar dus dan kom je steeds interessantere dingen tegen.’