Recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) tonen significante verschillen in sociaal-economische status tussen wijken in De Bilt. In het jaarlijks gepubliceerde rapport ‘Sociaal-economische status; scores per wijk en buurt’, wordt dat zichtbaar via de zogenoemde ‘SES-WOA-score’. Deze score is een gemiddeld cijfer op basis van welvaart, opleidingsniveau en arbeidsverleden. Zo scoort de wijk Brandenburg als enige buurt onder het landelijke gemiddelde (0), terwijl de wijk Bilthoven-Noord juist ruim boven het gemiddelde scoort.
De status bestaat uit drie onderdelen: financiële welvaart, het opleidingsniveau en het recente arbeidsverleden van een huishouden. De gemiddelde score van Nederland is 0, een positieve score in een wijk wijst dus op meer hoogopgeleiden en/of betere inkomensposities. Naast de SES-WOA-score, geeft het CBS ook een spreidingsnummer. Deze geeft de verschillen tussen huishoudens aan in een wijk of buurt. Het CBS stelt als reactie op schriftelijke vragen dat een zeer hoge of juist zeer lage SES-WOA-score vaak samengaat met een laag spreidingsgehalte. Het grootste deel van die wijk heeft dan een overeenkomstige score. De buurt Brandenburg in Bilthoven-Zuid wijkt hiervan af, zij hebben een lage SES-WOA-score met een hoog spreidingsgetal, dat duidt op grote verschillen tussen huishoudens.
Indicator voor de gemeente
Bij gemeente De Bilt wordt de SES-WOA gebruikt als hulpmiddel om een beter beeld te krijgen van de status van wijken. ‘Het is een indicatie en kan een aanleiding zijn voor waar je als eerste naar zou kunnen kijken en in welke buurt uitdagingen of problemen zitten,’ vertelt beleidsmedewerker Tim Wolters. De gemeente is hierbij overgegaan van het data-gestuurd werken naar het data-gesteund werken: ‘de data ondersteunen je in je beslissingen maar je laat je er niet door sturen,’ aldus Wolters. Dat betekent dat zij naast het kijken naar data, ook in gesprek gaan met bijvoorbeeld gebiedsmakelaars, die veel in de wijken aanwezig zijn. Zij kunnen advies geven over waar zij kansen zien voor verbetering.
Samenwerken met bewoners
Vooral in Bilthoven zijn de verschillen tussen buurten groot. Zo scoort de buurt Brandenburg onder het gemiddelde met -0,123 en Bilthoven Noord I ver boven het gemiddelde met 0,683. Volgens Wolters is het belangrijk om inwoners te kennen en te spreken om te weten wat er speelt in een wijk, hij benadrukt dat er vaak veel kracht zit bij de inwoners zelf: ‘Het belangrijkste is dat je kijkt naar wat een wijk nodig heeft en dat je de wijk zelf serieus neemt, je haalt zo de oplossingen in de wijk zelf.’ In Bilthoven-zuid werkt de gemeente samen met sociale partners en de Hogeschool Utrecht om te kijken naar de behoeftes van de inwoners en manieren om hen het beste te kunnen helpen. Wolters merkt dat laag-scorende wijken vaak nog wat extra handvatten nodig hebben en hoog-scorende wijken juist vaker zelf initiatief nemen. Zoals in Bilthoven-Noord, waar een aantal bewoners een coöperatie hebben opgericht om samenhang in de wijk te verbeteren. ‘Uiteindelijk is dat wat je het liefste ziet, maar je moet wel altijd blijven kijken of het ook daadwerkelijk lukt. Als ze een steuntje in de rug nodig hebben of wat organisatiekracht, dan kunnen wij daarbij altijd helpen.’
Historische achtergrond
De uiteenlopende SES-WOA scores zijn volgens Wolters vooral historisch te verklaren. ‘Bilthoven Noord is ontstaan, omdat daar een station kwam en mensen uit de stad wat ruimer wilden wonen. Dan krijg je een wijk met veel welvarende mensen, waar een hoge wat leidt tot een hoge SES-WOA-score. Tegelijkertijd is Bilthoven-Zuid altijd al meer een volkswijk geweest. Hier staan meer flats en sociale huurwoningen waar juist een lagere, waardoor de wijk lager scoort.’ Volgens hem is de gemeente een diverse mix van onder andere arbeiders, boeren, expats en wetenschappers van het RIVM en de KNMI. ‘Het is een karakter van onze gemeente dat het zo ontzettend verschillend is en dat is terug te zien in de cijfers.’