Al veertien jaar is Annemarie Horstman het vertrouwde gezicht van basisschool Wereldwijs in Bilthoven. Als directeur ziet ze hoe het onderwijs in die tijd flink is veranderd, en niet altijd op een positieve manier. Wat ooit begon als een soepel draaiend team met genoeg personeel, is inmiddels veranderd in een zoektocht naar handjes voor de klas. In dit interview vertelt Horstman over de uitdagingen van vandaag, de impact van corona, en wat zij en haar team doen om het hoofd boven water te houden.
Toen Annemarie begon als directeur, was het vinden van personeel nog nauwelijks een probleem. “Ik denk dat het in de binnensteden toen misschien al ingewikkeld was, maar hier in de regio was het goed te doen,” blikt ze terug. Maar de tijden zijn veranderd. “We zijn tegenwoordig al blij als er één iemand op een vacature reageert. Dat is toch bizar?”
Volgens Horstman heeft corona veel teweeggebracht. Niet alleen werd het werk zwaarder in die periode, maar het was voor veel oudere leerkrachten ook een moment van bezinning. “Er gingen toen meer mensen uit dan dat erbij kwamen. Veel collega’s gingen met pensioen of besloten minder te werken.”
Andere tijden, andere prioriteiten
Ook ziet ze dat jonge mensen tegenwoordig andere keuzes maken. “Vroeger was leraar worden een ideale kans voor kinderen uit gezinnen waar studeren niet vanzelfsprekend was. Nu maakt het niet meer uit of je ouders gestudeerd hebben of niet. Iedereen heeft meer mogelijkheden, en dan kiezen sommigen dus iets anders dan het onderwijs.”
Daarnaast zijn de klassen door de jaren heen kleiner geworden. “Vroeger zaten we met gemak met 38 kinderen in een lokaal. Nu moet je daar niet meer aan denken.” De behoefte aan meer individuele aandacht én de uitstroom van personeel maken het plaatje compleet: meer werk, minder mensen.
Druk op het team
Ook op basisschool Wereldwijs bleef het lerarentekort niet helemaal buiten de deur. Hoewel het ontslagpercentage tijdens de coronapandemie meeviel, kreeg de school enkele jaren geleden toch te maken met een tekort. “Er gingen mensen met pensioen, anderen werkten minder door bijvoorbeeld een zwangerschap. Toen hebben we noodgedwongen zzp’ers ingezet. Niet ideaal, want school is natuurlijk veel meer dan alleen rekenen en taal aanleren. Er moet ook na schooltijd van alles gebeuren.” Die extra taken kwamen vaak bij de vaste krachten terecht. “Even iemand vervangen is niet erg, maar op de lange termijn zorgt het voor stress,” vertelt Horstman. Zelf houdt ze het werk vol, omdat ze er écht plezier in heeft. “Het moet wel heel gek worden wil ik het niet meer leuk vinden. Maar als je een vacature hebt die open blijft staan, dan word je daar wel moedeloos van. Een goede juf of meester maakt zo het verschil in het leven van een kind. En als je die niet kunt vinden, voelt dat als falen.”
Oplossingen
De maatregelen van de overheid, zoals hogere salarissen, hebben volgens Horstman wél geholpen. Maar daarmee zijn de problemen niet opgelost. Als school probeert Wereldwijs vooral intern het verschil te maken. “We geven mensen geen taken waar ze op kunnen leeglopen. Gewoon: de uren die je hier bent, besteed je aan je klas en het onderwijs waar je ooit voor gekozen hebt. Dat maakt het werk weer leuk.”
Tot nu toe is het de school gelukt om grotere klassen te voorkomen, maar garanties voor de toekomst zijn er niet. “We sluiten niet uit dat dat ooit misschien wel moet,” zegt ze voorzichtig.
Hoop houden
Ondanks alle uitdagingen blijft Annemarie optimistisch. “Zolang we blijven geloven in de kracht van goed onderwijs en blijven investeren in onze mensen, komt het goed. Maar het vraagt wel iets van ons allemaal, van beleid tot praktijk.”
En die goede juf of meester, die blijft ze zoeken. Elke dag opnieuw.