Dit kost de koninklijke familie

Dit kost de koninklijke familie

(Foto: RVD - Patrick van Emst)

Het is weer de derde dinsdag in september en dat betekent dat het Prinsjesdag is. Ieder jaar verzamelen alle ministers zich om naar de troonreden van de koning te luisteren. Tijdens de troontrede komen verschillende begrotingen ter sprake. Zo bleek vanmiddag dat het koningshuis in 2023 in totaal 2 miljoen euro op vooruit zal gaan.

Van die 50,2 miljoen euro is 11 miljoen voor de grondwettelijke uitkering van de koninklijke familie, in 2022 was dit 10,5 miljoen euro. Dat is dus in 2023 een stijging van 0,5 miljoen euro. Niet alle leden van het koninklijk huis krijgen een uitkering, alleen koning Willem-Alexander, koningin Máxima en prinses Beatrix. Sinds december vorig jaar krijgt ook kroonprinses Amalia een uitkering. Alleen zij heeft in een brief aan premier Mark Rutte bekent gemaakt dat zij daarvan afziet, tot dat zij klaar is met studeren.

De functionele uitgaves van de koning betrekken in 2023 een bedrag van 32,2 miljoen, een stijging van 1,1 miljoen euro ten opzichte van het jaar daarvoor. Met deze miljoenen moet de koning zijn personeelsleden betalen die niet direct voor hem werken. Dus bijvoorbeeld het personeel dat in de paleizen werkt. De konings zijn directe personeel betaalt hij namelijk met een deel van zijn uitkering. Onder de functionele uitgaves vallen ook de materiële kosten en donaties. Verder worden de doorbelaste uitgave verdeeld onder het kabinet, het militaire huis en de Rijksvoorlichtingsdienst.


Door: Max Zwart en Marit Alderhout

Over de auteur