Waar hitte en vergrijzing elkaar kruisen: de kwetsbare wijken van Utrecht

Waar hitte en vergrijzing elkaar kruisen: de kwetsbare wijken van Utrecht

Gemaakt door: Marijn Bleeker, Anika Timmer, Amélie Ong en Svenja van Leuven

Het was nog maar elf uur ‘s ochtends, maar in het appartement van mevrouw El Amrani aan de Marco Pololaan in Kanaleneiland stond de thermometer al op 29 graden. Ze had de gordijnen dichtgetrokken, een natte theedoek over haar schouders gelegd en de ventilator op de hoogste stand gezet. “In de middag kon je hier niet meer zitten,” zegt ze. “Het leek wel alsof de muren zelf warmte uitademen.”

Buiten glimt het asfalt in de zon. De binnentuin van het complex telt één jonge boom en wat struiken die al weken geleden uitgedroogd zijn. Waar in andere wijken van Utrecht hoge bomen schaduw werpen over brede stoepen, is hier nauwelijks groen te vinden. En dat maakt het leven voor oudere bewoners als mevrouw El Amrani steeds zwaarder in de hete zomers die steeds vaker voorkomen.

Mevrouw El Amrani staat symbool voor een breder fenomeen: hittestress. In dichtbebouwde wijken als Kanaleneiland en Zuilen blijft de warmte hangen tussen de stenen en het asfalt, waardoor het ‘s nachts nauwelijks afkoelt. Ouderen zijn extra kwetsbaar omdat hun lichaam minder efficiënt reageert op hoge temperaturen. Volgens het RIVM kunnen bij temperaturen boven de 25 graden al snel gezondheidsklachten ontstaan, en tijdens hittegolven neemt het risico op oversterfte aanzienlijk toe; een risico dat vooral ouderen treft.

De data bevestigen de hittekloof in de stad 

Om dit groeiende probleem in kaart te brengen, hebben we op basis van de Urban ReLeaf data de temperatuurprofielen van vier Utrechtse wijken onderzocht. De verschillen zijn aanzienlijk, zoals de eerste visualisatie direct duidelijk maakt.

Bron: Urban ReLeaf, 2025

De grafiek toont aan dat de maximumtemperaturen in de aandachtswijken Kanaleneiland en Zuilen oplopen tot boven de 40 graden, significant hoger dan in bijvoorbeeld de groenere Rivierenwijk. Deze cijfers bevestigen dat de hitte zich niet gelijkmatig over de stad verspreidt, maar zich concentreert in specifieke, vaak kwetsbare buurten. 

Wij de relatie blootleggen tussen lokaal gemeten temperatuur en de ervaren hittestress op die plekken. Waar ontstaan de echte hitte ‘hotspots’? En zijn er plekken in de stad die onverwacht verkoeling bieden, plekken die laten zien hoe stedelijk groen het verschil kan maken in deze gebieden?

In de onderstaande kaart hebben we deze temperatuurdata gevisualiseerd en gekoppeld aan de locaties van verzorgingshuizen en seniorencomplexen in Kanaleneiland en Zuilen. De rode gloed toont de plekken waar de temperatuur het hoogst oploopt.

Vergroot

Zuilen_heatmap
Warmtekaart Zuilen

Marijn Bleeker

Bron: Urban ReLeaf, 2025

Van temperatuurmeting naar menselijke ervaring 

Cijfers vertellen echter niet het volledige verhaal. Een plek kan op een hittekaart rood oplichten, maar wat betekent dat voor de bewoners? Om de harde data te koppelen aan de menselijke ervaring, hebben we via het ‘Samen meten Utrecht’ project ook gekeken naar de belevingsdata: waar voelen bewoners de meeste hitte?

De tweede visualisatie toont de vergelijking van de gemeten temperatuur en het aantal meldingen van thermisch ongemak.

Bron:  Urban ReLeaf, 2025

Hier zien we een alarmerend patroon: juist de wijken Zuilen en Kanaleneiland, waar veel ouderen wonen, kennen een hoog aantal meldingen van hittestress. Deze bewoners hebben dus de meeste behoefte aan een koele plek in hun buurt, maar ervaren die het minst. 

“Het is niet alleen de temperatuur,” zegt een wijkverpleegkundige die dagelijks ouderen in Kanaleneiland bezoekt. “Veel ouderen blijven binnen omdat de stoep te heet is om over te lopen of omdat er nergens schaduw is. Daardoor missen ze ook het sociale contact, en dat maakt het alleen maar zwaarder.” 

Groen op papier versus groen in de praktijk 

Deze combinatie van data en verhalen onthult een genuanceerd beeld: hittestress is niet alleen een fysiek, maar ook een sociaal vraagstuk. Dit roept de vraag op naar de rol van de omgeving. Waarom ervaren sommige buurten, ondanks vergelijkbare temperaturen, een heel andere leefbaarheid? 

De onderstaande visualisatie toont hoe het landoppervlak in de wijken is verdeeld en geeft inzicht in de natuurlijke verkoelingscapaciteit. 

Bron: PDOK, 2025

Deze grafiek onthult een interessante paradox. Zuilen heeft op papier het meeste groen (33%), maar kent toch hoge maximumtemperaturen. Tegelijkertijd laat onze enquête zien dat bewoners in alle wijken, ongeacht de statistieken, een enorm verlangen hebben naar toegankelijke, groene plekken. Dit suggereert dat niet de totale hoeveelheid groen, maar de aanwezigheid van functionele, schaduwrijke verblijfsplekken zoals parken met bankjes en bomen cruciaal is voor de beleving. Plekken waar weinig schaduw is, worden als zwaarder en minder leefbaar ervaren. 

Een koele kaart als handreiking 

Om bewoners die zich opgesloten voelen in hun warme huizen een direct handelingsperspectief te bieden, hebben wij een kaart gemaakt met de dichtstbijzijnde koele plekken. 

https://koelekaart.tiiny.site  

Dit is een belangrijke stap, maar geen permanente oplossing. Uit onze enquête blijkt namelijk dat op cruciale plekken, zoals de Amsterdamsestraatweg, verkoeling volledig ontbreekt of dat men afhankelijk is van de schaduw van gebouwen. In Kanaleneiland wordt een eigen tuin vaak als enige toevluchtsoord genoemd, wat het tekort aan openbare groene verblijfsplekken pijnlijk blootlegt. 

Terug naar mevrouw El Amrani. De oplossing voor haar zit niet in een sterkere ventilator, maar in een slimmere, groenere en koelere inrichting van haar leefomgeving. Een boom voor schaduw, een waterpunt, een goed bereikbare, koele ontmoetingsplek. Onze data laat zien waar de nood het hoogst is en waar de kansen liggen. De vraag is niet óf er iets moet gebeuren, maar waar we moeten beginnen. De stad van de toekomst wordt gebouwd op de antwoorden van vandaag. 

Data verantwoording

De temperatuur-, thermal comfort– en discomfort-data zijn verzameld via de Urban Releaf EcoPulse API voor de periode van 1 juli tot en met 31 augustus 2024 en 2025. De data is niet bewerkt, omdat deze al als CSV-bestanden binnen de gekozen datums beschikbaar was. Er is onderzocht welke meetpunten binnen de geselecteerde Utrechtse wijken vielen, waar de hoogste temperaturen voorkwamen en waar bewoners aangaven hitte of comfort te ervaren. Daarnaast is gekeken of deze punten zich binnen 200 meter van zorginstellingen bevonden. Extreme waarden, zoals metingen van 46 graden, zijn buiten de analyse gelaten. Deze zat midden op een bedrijventerrein en vonden wij niet representatief voor het onderzoek.

De gegevens van zorginstellingen zijn handmatig verzameld via Zorgkaart Nederland op basis van de zoekterm “verpleeghuis en verzorgingshuis Utrecht”. In totaal zijn 24 adressen overgenomen, gecodeerd en geïmporteerd in QGIS om de ruimtelijke spreiding van verpleeghuizen en verzorgingshuizen zichtbaar te maken en te combineren met temperatuurdata.

Voor de wijkprofielen is gebruikgemaakt van de PDOK QGIS plug-in, met lagen voor water, wegen, panden, begroeid en onbegroeid terrein. Per wijk is berekend hoeveel vierkante meter elke categorie beslaat en welk percentage dit vormt van het totaaloppervlak.

De wijkgrenzen zijn afkomstig van Open Data Utrecht. Uit deze dataset zijn de wijken Kanaleneiland, Rivierenwijk, Ondiep en Zuilen geselecteerd, waarbij de subwijken van Zuilen zijn samengevoegd tot één geheel.

Over de auteur