Midden in de bossen bij Hilversum staat Villa Monnikenberg: een voormalig klooster dat in de 20e eeuw bewoond werd door de zusters Augustinessen van Sint Monica. Begin dit jaar heeft het karakteristieke gebouw een nieuwe functie gekregen. Ouderen met dementie kunnen er, in de in totaal vijfenveertig appartementen, wonen onder de hoede van een zorgteam. Vandaag was er open dag in het woonhuis met als doel bewoners te werven, met name voor de nieuwe zijvleugel.
Vogelgeluiden en takkengeritsel is het enige wat nog te horen is na het afslaan van de drukke provinciale weg. Om elf uur staat Estelle Dabekaussen, de locatiemanager, in de hal van het nieuwe deel van Villa Monnikenberg klaar om de eerste bezoekers welkom te heten. Een vrouw van rond de tachtig en haar dochter stappen binnen. Met enige hulp van haar dochter rolt de vrouw haar rollator, met daaraan een geruite tas die perfect matcht met haar jas, over de drempel naar binnen. Estelle begeleidt ze naar de woonkamer. Het is er licht; grote ramen laten het daglicht naar binnen en zorgen voor uitzicht op hoge bomen en een vijver. Op het kookeiland in de gloednieuwe woonkamer staan koffiekannen en bordjes met appeltaart. Aan een tafel zit een zorgmedewerkster, voor de rest is er niemand. Estelle vertelt dat de aangebouwde zijvleugel van het klooster ruimte heeft voor vijfentwintig nieuwe bewoners. Het oorspronkelijke gebouw is de afgelopen maanden, sinds de opening in begin 2024, langzamerhand volgestroomd. ‘Er wonen momenteel eenentwintig ouderen in het andere deel van Villa Monnikenberg; er zit één echtpaar tussen’, vertelt Estelle.
Leefplezier
De vrouw, haar dochter en Estelle nemen plaats aan één van de tafels. Estelle begint met een praatje over het wonen in Villa Monnikenberg. Vlak daarna stapt er nog een bezoeker van rond de vijftig binnen. Hij sluit bij het gezelschap aan. Enthousiast hervat Estelle haar verhaal. Ze benadrukt het feit dat zij en het zorgteam de mens centraal zetten en niet de dementie. ‘We willen de bewoner zo lang mogelijk stimuleren om deel te blijven nemen aan zijn of haar eigen leven.’ Bewoners kunnen helpen koken, met de was of met schoonmaken. Ze vertelt dat de zorgmedewerkers de bewoners ook elke dag opnieuw aanmoedigen deel te nemen aan activiteiten. ‘We doen bijvoorbeeld yoga, we gaan wandelen en dat meerdere keren per dag, we knutselen, we zingen, we doen spelletjes, we gaan naar de markt, noem maar op’, vertelt Estelle. ‘En we hebben een duo fiets.’ Naast de activiteiten in en rondom Villa Monnikenberg, kunnen de bewoners regelmatig activiteiten elders doen.
Wanneer Estelle in haar verhaal begint over de huidige bewoners en dat zij allen dement zijn, lijkt de oudere vrouw wat van haar stuk gebracht. Ze vraagt Estelle om verduidelijking. Estelle antwoordt: ‘Hier wonen ouderen met een CIZ-indicatie 4 of 5’. Het is even stil. ‘Oh, dat vind ik wel even schrikken’, zegt de vrouw uiteindelijk, ‘ik ben daar nog niet hoor.’ Estelle vertelt dat je beter te vroeg dan te laat kunt verhuizen naar Villa Monnikenberg. ‘Het is als nieuwe bewoner makkelijker om een band op te bouwen met andere bewoners en het zorgteam als de dementie nog geen ver stadium bereikt heeft.’
Het zorgteam
In de tussentijd is zorgcoördinator Albert Buisman de kamer binnengelopen. Hij staat met een paar binnengedruppelde bezoekers te praten naast het kookeiland. ‘We werken met verpleegkundigen en VIG’ers. En daarnaast hebben we woonondersteuners, die zorgen voor het leefplezier.’ Hij vertelt dat er goed wordt opgelet door het zorgteam, maar tegelijkertijd proberen zij de bewoners zo veel mogelijk vrij te laten. ‘Hier hebben wij de deuren allemaal open. Iedereen kan gewoon naar buiten. Het werkt alleen maar averechts om iemand binnen te houden.’ Verder vertelt hij dat het zorgteam zo weinig mogelijk medicijnen probeert te geven. ‘Wij geven op dit moment aan één persoon rustgevende medicatie, maar het liefst zou ik die er ook af willen hebben.’
‘Showroom’
‘Zal ik jullie dan nu even rondleiden?’, vraagt Estelle aan het gezelschap aan tafel. Rustig loopt het groepje de gang op. Het is een lange witte gang, waar het verreweg van donker is door de grote ramen die ook hier rijkelijk aanwezig zijn. De deuren van de kamers staan open. Elke kamer ligt er hetzelfde bij; naast een verwarming aan de muur is er nog niets van interieur te bekennen. De huiskamer achter een deur in het midden van de gang is al wel ingericht. Maar nog niet wat het moet worden, stelt Estelle. ‘Het lijkt nu nog op een showroom. Er zit nog geen ziel in. Die komt pas als er mensen wonen’, zegt ze.
Er is ook animo onder de bezoekers om een kijkje in het bewoonde deel van Villa Monnikenberg te nemen. Het gezelschap passeert een aantal deuren en loopt een woonkamer van het andere deel binnen. De antieke stijl van het historisch klooster is grotendeels behouden, wat zorgt voor een hele andere sfeer dan in het nieuwe deel. Aan een lange houten tafel zitten een heleboel ouderen druk te kletsen. Estelle benadert een bewoner en maakt een grapje waar hij om moet lachen. Daarna wordt er verder gelopen door de gangen, die hoog en statig zijn. In een zijgang van het klooster staat een drietal mensen vrolijk te kletsen met een bewoner wiens haren in de krulspelden zitten. In een kamer en suite staan antieke kasten vol boeken en een klassieke tafel met daarop spelletjes en een sjoelbak. Uit de achterkamer klinken pianoklanken. ‘Hij heeft zijn eigen vleugel meegebracht en hij speelt hier echt elke dag’, vertelt Estelle. ‘Zijn in dit deel nog kamers vrij?’ vraagt de dochter van de vrouw. ‘Alleen nog de logeerkamer’, antwoordt Estelle.
Na de rondleiding keert het gezelschap terug naar het nieuwe gedeelte van het woonhuis, waar de open dag begonnen is. Het ziet eruit alsof de bezoekers alle indrukken even rustig moeten verwerken. Maar wie weet wordt één van hen wel de eerste bewoner van de nieuwe zijvleugel.