Hilversum

Selecteer Pagina

Bibliotheek organiseert Keti Koti-programma om slavernijverleden bespreekbaar te maken

Bibliotheek organiseert Keti Koti-programma om slavernijverleden bespreekbaar te maken

Tijdens Keti Koti wordt er stilgestaan bij het slavernijverleden

Vanaf 23 juni tot en met 5 juli organiseert de Bibliotheek Hilversum een Keti Koti-programma. Dit programma bestaat uit een podcasthoek, knutselactiviteit voor kinderen en dialoogkaartjes waarmee je een gesprek aan kunt gaan. Op deze manier probeert de bibliotheek bij te dragen aan bewustwording over het slavernijverleden.

Naar aanloop van Keti Koti, de jaarlijkse herdenking van de afschaffing van de slavernij op 1 juli, biedt de Bibliotheek Hilversum twee weken lang gratis activiteiten aan. Bezoekers kunnen in het Leescafé deelnemen aan gesprekken over de slavernij met behulp van dialoogkaartjes, kinderen kunnen op 28 juni een vrijheidsvogel knutselen en in een aparte hoek zijn podcasts te beluisteren met verhalen over het slavernijverleden. Alle activiteiten zijn gratis en bedoeld voor jong en oud.

Het initiatief van de bibliotheek komt voort uit het programmeursteam, dat uit drie personen bestaat en in mei dit jaar is gestart. ‘Ik kom zelf uit Amsterdam, waar Keti Koti veel meer leeft. Hier in Hilversum stond het nauwelijks op de agenda’, vertelt Nour, programmeur bij Bibliotheek Hilversum. Eerdere pogingen van de bibliotheek hadden weinig effect. ‘Vorig jaar was er ook een activiteit georganiseerd, maar daar was weinig animo voor. Daardoor is de bibliotheek terughoudender gebleven’.

Toch besloten de programmeurs door te zetten. ‘Juist omdat het nog niet vanzelfsprekend is, is het belangrijk’. Maar door beperkte middelen moest het programma bescheiden blijven. ‘Er is weinig budget, dus dit is wat binnen onze mogelijkheden paste’, legt Nour uit.

Tot nu toe is er nog weinig belangstelling voor het programma. ‘Ik merk dat er niet echt animo is voor het programma, wat een beetje jammer is’, vertelt Nour. ‘We hebben het programma gepromoot via sociale media, de website en een lokale krant. Maar het onderwerp leeft nog niet echt’. Toch is dat voor haar geen reden om te stoppen. ‘Als er ook maar een paar mensen hierdoor aan het denken worden gezet, is het al geslaagd’.

Sylvana Terlage van het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) ziet dat er landelijk wel steeds meer aandacht is voor Keti Koti. ‘De excuses voor het slavernijverleden van de Nederlandse overheid in 2022 en van koning Willem-Alexander in 2023 hebben gezorgd voor meer zichtbaarheid, zowel in de media als in beleid’. Maar ze vertelt ook dat er nog werk te doen is. ‘De aandacht is nog vaak te tijdelijk en oppervlakkig, het is van groot belang dat de herdenking structureel wordt verankerd in de nationale agenda, net als bijvoorbeeld 4 of 5 mei.’

Volgens Terlage is het belangrijk dat ook in kleinere gemeente intiatieven rondom Keti Koti ontstaan. ‘Het slavernijverleden wordt nog vaak gezien als iets ‘van vroeger’ of ‘van anderen’, maar het is een nationaal verleden dat iedereen aangaat’, legt Terlage uit. ‘Door ook in kleinere gemeenten activiteiten te organiseren, vergroten we het bewustzijn dat dit verleden iedereen aangaat. Zo stimuleren we lokale verbinding en erkenning’.

NiNsee ziet dat bibliotheken hier een belangrijke rol in kunnen spelen. ‘Ze zijn laagdrempelig, lokaal geworteld en kunnen structureel bijdragen aan educatie en dialoog’, vertelt Terlage. ‘Bovendien kunnen zij fungeren als een verbindende schakel tussen gemeenschap en beleid, zeker op plekken waar het gesprek over het slavernijverleden nog niet vanzelfsprekend wordt gevoerd’.

Ook Nour vindt dat de bibliotheek een plek moet zijn waar belangrijke thema’s aan bod komen. ‘We zijn een plek van ontmoeting, dialoog en ontwikkeling’, zegt Nour. ‘Voor een bibliotheek is het belangrijk om in te spelen op maatschappelijke thema’s. Keti Koti hoort daarbij, ook als het nog niet vanzelfsprekend is’.

Of het programma volgend jaar wordt herhaald, is nog niet zeker. ‘We gaan gewoon evalueren: wat werkte? Wat kunnen we misschien volgend jaar anders doen?’, vertelt Nour. Ze hoopt dat het initiatief kan groeien. ‘Misschien met scholen of andere samenwerkingen erbij, maar dit is alvast een start’.

Over de auteur

Joyce van 't Hart

Hi, ik ben Joyce van ’t Hart, een 23-jarige studente aan de School voor Journalistiek. Ik ben altijd nieuwsgierig en vind het leuk om nieuwe verhalen te ontdekken en te vertellen. Mijn interesses liggen voornamelijk bij de maatschappelijke en politieke thema’s, maar elk verhaal is voor mij een boeiend verhaal! Naast journalistiek ben ik veel bezig met fitness en creativiteit. Ik kijk er erg naar uit om mij verder te ontwikkelen in dit boeiende vak!