De Hilversumse Meent telt al jaren veruit het hoogste aantal ouderen in de stad. Meer dan 1300 bewoners zijn 65 jaar of ouder. Daarmee is het niet alleen de meest vergrijsde wijk van Hilversum, maar valt de Meent ook op door het grote verschil met omliggende buurten, zoals Trompenberg-Noord en -Zuid. Wat zegt deze scheve bevolkingssamenstelling over de wijk en over de toekomst?
Uit cijfers van het CBS blijkt dat de vergrijzing zich niet gelijkmatig verspreidt over Hilversum. In de Hilversumse Meent zijn meer dan 1300 van de 4145 inwoners 65 jaar of ouder, dat is 31 procent van de bevolking. In Trompenberg-Zuid zijn dat er 310 van de 810, oftewel 38 procent. Trompenberg-Noord telt 145 ouderen op 670 bewoners (22 procent). Maar het grote verschil zit niet alleen in het percentage: in absolute aantallen heeft de Meent meer ouderen dan Trompenberg-Noord en -Zuid bij elkaar opgeteld. Daarmee is het vergrijzingsprobleem in deze wijk structureel groter dan elders in Hilversum.
Zelfs als alle buurten even groot zouden zijn, zou de Meent nog steeds het hoogste aantal ouderen per hectare hebben. Per hectare wonen er bijna 13 ouderen, terwijl dat in Trompenberg-Noord nog geen 4 is.
De laatste jaren lijkt het aantal ouderen in de Meent iets te dalen. In 2019 telde de wijk 1385 ouderen, in 2024 zijn dat er 1305. Een afname van ongeveer 6 procent. Maar die daling verandert niets aan de koppositie van de wijk, de Meent blijft de meest vergrijsde wijk van Hilversum, zowel het totaal aantal ouderen als het percentage ouderen ten opzichte van het totale aantal inwoners.
Arianne Vos, Recruiter Fysieke Leefomgeving, is gevestigd in Hilversum en begeleidt werving voor senior-adviseur rollen op het gebied van fysieke leefomgeving. Ze werkt voor bvng, ze noemt dat de oorzaak in het verleden van de wijk ligt. ‘De Meent is gebouwd in de jaren zeventig als gezinswijk. Veel van die gezinnen zijn er blijven wonen en zijn inmiddels op leeftijd. Omdat er weinig doorstroming is en het woningaanbod ook beperkt is, blijft het aandeel ouderen hoog.’
‘Het lijkt alsof de vergrijzing iets stabiliseert,’ zegt Vos, ‘maar dat betekent nog niet dat de druk op voorzieningen of zorg afneemt. Sterker nog, die druk wordt nu juist zichtbaarder. We zien dat ouderen steeds langer zelfstandig blijven wonen, en daar komt vaak een toenemende vraag naar zorg bij kijken.’
Wijken zoals Trompenberg-Noord en -Zuid kennen een veel evenwichtigere leeftijdsopbouw. Dat komt volgens Vos vooral door het woningaanbod. ‘In Trompenberg vind je meer appartementen en koopwoningen in het middensegment. Die trekken jonge stellen en gezinnen aan. In de Meent zie je vooral grondgebonden woningen met trappen en tuinen. Dat is minder aantrekkelijk voor starters, omdat dit nou eenmaal minder betaalbaar is.’
De scheve opbouw van de bevolking leidt volgens haar tot verschillende behoeften in dezelfde stad. ‘In de Meent is vooral behoefte aan zorg en mobiliteit. In jongere wijken eerder aan kinderopvang en scholen. Dat stelt beleidsmakers voor een ingewikkelde puzzel.’ Om de wijk leefbaar te houden, werkt de gemeente aan verschillende maatregelen. ‘We zijn gestart met een zogenoemd doorstroomproject,’ legt Vos uit. ‘Dat houdt in dat we ouderen stimuleren om te verhuizen naar geschikte woningen, bij voorkeur binnen hun eigen wijk. Dat helpt ook om gezinswoningen vrij te maken voor jonge mensen.’
Of de Meent op termijn weer een gemengde wijk wordt, is nog de vraag. ‘Vergrijzing hoeft geen probleem te zijn, zolang je er op tijd op anticipeert,’ zegt Vos. ‘Dat vraagt om beleid op maat, samenwerking met woningcorporaties en oog voor de sociale samenhang. Vilans, de landelijke kennisorganisatie voor langdurige zorg, concludeert dat omdat de woningmarkt muurvast zit er nieuwbouw nodig is gericht op de senioren om doorstroom te stimuleren.