De inwoners van Houten staan in een rij om een volkstuin te bemachtigen. De groente- of bloementuin blijkt in Houten geen tijdelijke coronatrend, maar een blijvend onderdeel van het dagelijks leven voor een groeiende groep inwoners. De wachtlijst is met tachtig namen nog altijd lang en vooral jonge mensen ontdekken de voordelen van zelf groente verbouwen.
Wachtlijst blijft groeien
Steeds meer mensen willen een tuin bij de Volkstuindersvereniging Houten. De vereniging telt momenteel zo’n 240 leden, verspreid over een groot tuincomplex aan de Rietplas. Elk jaar vertrekken er gemiddeld vijftien leden, maar hun plekken worden direct weer opgevuld. Daardoor blijft de wachtlijst onverminderd lang: zo’n tachtig mensen wachten momenteel op een tuin, soms wel jarenlang. ‘Dat zegt wel iets,’ vertelt voorzitter Michel Wiering. Volgens hem is tuinieren in de afgelopen jaren structureel populairder geworden. ‘Niet alleen door corona, maar ook door bredere maatschappelijke ontwikkelingen. Mensen willen weten wat ze eten, zijn bewuster bezig met gezondheid en zoeken rust in de natuur.’
Hoewel er veel nieuwe aanmeldingen zijn, is tuinieren volgens Wiering niet voor iedereen weggelegd. ‘Het is geen kwestie van een zaadje in de grond stoppen en afwachten. Je moet wieden, water geven, oogsten en opnieuw beginnen. Dat vraagt tijd en aandacht.’ Hij merkt dat jongeren het werk soms onderschatten. ‘Oudere leden hebben vaak meer ervaring of hebben het tuinieren van huis uit meegekregen. Jongeren beginnen met veel enthousiasme, maar komen er dan achter dat het best intensief is.’
Jonge tuinder leeft maandenlang van eigen oogst
Een van de jonge tuinders die serieus werk maakt van zijn moestuin is Rajco van Wijk (31). Samen met zijn vriendin woont hij in een appartement in Houten en heeft sinds vier jaar een tuintje bij de vereniging. ‘We stonden drieënhalf jaar op de wachtlijst, maar het is het meer dan waard. Afgelopen zomer hoefden we drie tot vier maanden lang geen groenten uit de supermarkt te halen. We eten het hele jaar knoflook en uien uit onze tuin.’
Voor Van Wijk is het verbouwen van eigen voedsel geen hobby, maar een bewuste keuze. ‘We willen gezonder eten, duurzamer leven en minder afhankelijk zijn van de supermarkt. “De kosten vallen mee, vindt Van Wijk: ‘Voor €70 per jaar heb je honderd vierkante meter grond. Een zakje zaad van €1,50 levert zo acht bloemkolen op.’” Van Wijk kweekt zijn groenten volledig zelf op en maakt ook zijn eigen compost. ‘We proberen zo natuurlijk mogelijk te tuinieren. En we kiezen bewust voor ‘vergeten groenten’, die je niet zomaar in de winkel vindt, zoals postelein en pastinaak.’
Na zijn werkdag op kantoor gaat hij vaak meteen door naar zijn tuin. ‘Zeker in de zomer moet je er bijna elke dag zijn. Maar het werkt ontspannend. Je bent buiten, bezig met je handen. En het geeft voldoening als je kunt koken met wat je zelf hebt verbouwd.’
Niet alleen maar een coronahype
Hoewel veel mensen in de coronatijd begonnen met tuinieren, zijn volgens Wiering vooral de blijvers interessant. ‘Sommigen zijn na een paar seizoenen weer gestopt. Ze ontdekten dat het toch niets voor hen was. Maar degenen die gebleven zijn, hebben er echt iets van gemaakt.’ De vereniging ziet ook oudere Houtenaren terugkeren naar het tuincomplex. ‘Veel ouderen verhuizen naar een appartement en missen hun tuin. Een volkstuin biedt dan een mooie oplossing.’
De voorzitter verwacht dat de belangstelling voor volkstuinen voorlopig aanhoudt. ‘Het is niet meer weg te denken. Mensen willen meer controle over hun voedsel, ze willen buiten zijn en ze zoeken iets tastbaars in een digitale wereld. De volkstuin biedt dat allemaal.’