In Houten lijkt het gebruik van sociale voorzieningen in de ene wijk een stuk hoger te liggen dan in de andere. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. Wat opvallend is aan deze cijfers is dat het percentage van de jongeren die gebruik maakt van jeugdzorg evenredig lijkt op te lopen met het aantal personen dat bijvoorbeeld in de bijstand zit. Will stoof; coördinator samenleving bij de gemeente Houten, legt uit hoe de voorzieningen in het sociale domein van Houten precies geregeld zijn.
Sociale Zekerheid in Houten
De gemeente Houten is niet verantwoordelijk voor alle soorten uitkeringen. De AOW, WW en de WO gaan bijvoorbeeld via het UWV. Waar gemeentes wel verantwoordelijk zijn is onder andere de jeugdwet, de WMO en het bestaanszekerheid deel met betrekking tot werk en inkomen; de bijzondere bijstand bijvoorbeeld.
In Houten wordt gewerkt in de gemeenschappelijke regeling: Werk en Inkomen Lekstroom. Dat is een samenwerking tussen de gemeenten Nieuwegein, IJsselstein, Lopik en Houten. Daar zitten onder andere de bijstandswet en uitkeringen in geregeld, maar dit betekent dus ook dat je je in Nieuwegein moet melden als je een uitkering wil aanvragen in Houten.
Voorzieningen zoals de WMO en jeugdvoorzieningen worden ook in samenwerking met bovenstaande gemeenten gedaan, daarvoor bestaat het “RBL” (Regionale Backoffice Lekstroom), daar worden alle aanvragen met betrekking tot deze voorzieningen gedaan en afgehandeld en in tegenstelling tot de regeling Werk en Inkomen Lekstroom is de gemeente Vijfherenlanden hier ook bij aangesloten.
De cijfers
Opvallend aan de cijfers is is dat het gebruik van jeugdzorg en sociale voorzieningen in de wijk Houten Noord-Oost en stuk hoger lijkt te liggen dan in andere wijken, terwijl het totaal aantal inwoners in deze wijken nagenoeg gelijk, of zelfs minder is. “Dit klinkt misschien een beetje stom, maar voor een groot deel zijn deze cijfers demografisch bepaald. Je kan je voorstellen dat er in bepaalde wijken allemaal dure huizen staan waar twee geldverdieners wonen die samen ook veel geld verdienen, en die ook geen kinderen hebben, dus geen jeugdzorg, of ze lossen hun problemen zelf op. Ze hebben de sociale voorzieningen simpelweg niet nodig en hebben een beter vangnet.” Aldus Will Stoof.
Volgens Stoof is de demografie van de wijk dus een belangrijk gegeven. Een voorbeeld is is dat als er in een wijk veel mensen wonen die onderdeel zijn van de beroepsbevolking, is het logisch dat er daar meer gebruik wordt gemaakt van de WW dan in een wijk waar veel pensioengerechtigden wonen; daar zal het gebruik van de AOW een stuk hoger liggen.
Hoe doet Houten het in vergelijking met andere gemeentes?
Volgens Will Stoof is Houten als je kijkt naar de cijfers op zichzelf best een welvarende gemeente, zo ligt de werkeloosheid en het gebruik van bijstand een stuk lager dan het landelijke gemiddelde en de inkomens een stuk hoger dan het landelijke gemiddelde.
Hij maakt zich dan ook geen zorgen over de het verschil in cijfers tussen wijken. “het gebruik van sociale voorzieningen is als gemeente altijd wel goed te verklaren, en goed om je sociale zekerheid op in te kunnen richten.”
Stoof voegt er zelf nog aan toe dat hij het te gek zou vinden om als gemeente ook de mensen die gebruik maken van landelijk geregelde voorzieningen te leren kennen en die persoonlijker weer verder kan helpen en bijvoorbeeld naar werk toe te begeleiden.
Jeugdzorg in Houten
Landelijk kampt de jeugdzorg al tijden met een capaciteitsprobleem, ook in houten is dit merkbaar. Het lastige aan dit probleem is dat de jeugdzorg weliswaar lokaal geregeld wordt, maar de financiering ervan van hogerop moet komen. Vanuit het sociaal team in Houten wordt wel naar tussenoplossingen gezocht om de te overbruggen wachttijd in de jeugdzorg niet erger te maken dan deze al is. Zo wordt er bijvoorbeeld gekeken naar andere vormen van leren of tijdsbesteding die een kind zou kunnen doen tot het professionele hulp kan krijgen.
“We lossen daarmee het probleem in de jeugdzorg niet op, want de wachtlijsten blijven staan, wel kunnen we ervoor zorgen dat de problemen binnen de jeugdzorg niet groter worden en kunnen we het kind in beeld blijven houden”. Stoof stelt zichzelf wel de vraag of deze vorm van preventieve zorg op de lange termijn niet zal zorgen voor dubbel werk.
“Op Koers” Houten
Als iemand aanspraak maakt op een bepaalde sociale voorziening, heeft diegene vaak ook recht op voorzieningen uit een andere tak van zorg. In Houten is daarom het programma “op koers” opgericht. “Op koers” zorgt ervoor dat inwoners met Multi problematieken waar ze zelf niet verder mee komen hulp kunnen krijgen met het uitzoeken van gepaste hulp. Bij “op koers” worden alle mensen van verschillende partijen aan tafel gezet om samen te kijken hoe iemand verder geholpen kan worden. Stoof geeft het volgende voorbeeld: We voeren een bepaald beleid uit omdat dat via de jeugdwet nou eenmaal zo moet, idealiter zou dit niet de beste oplossing zijn en via de wet werk en inkomen zouden we deze inwoner wel verder kunnen helpen.”