Houten

Selecteer Pagina

“Pas achteraf realiseer je je dat het misschien niet zo onschuldig was”

“Pas achteraf realiseer je je dat het misschien niet zo onschuldig was”

Houten – Kopballen is een vast onderdeel van het voetbalspel. Maar steeds vaker klinken er geluiden over de risico’s voor de hersenen, vooral op de lange termijn. Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat herhaaldelijke kopballen kunnen leiden tot hersenschade, met mogelijk ernstige gevolgen zoals geheugenverlies, concentratieproblemen en zelfs dementie op latere leeftijd. We spreken met Luna van Boogaard, 23 jaar oud, oud-voetbaltrainer van een meidenteam bij SV Houten. Ze heeft zelf jarenlang gevoetbald en kijkt met een kritische blik naar hoe de sport omgaat met kopballen, omdat ze zelf soms last had van het koppen.

Jij hebt zelf gevoetbald én een meidenteam gecoacht. Hoe kijk jij aan tegen het onderwerp kopballen?
“Ik moet eerlijk zeggen dat ik me daar als jonge speelster nauwelijks bewust van was. Koppen hoorde er gewoon bij. Als je een corner kreeg, moest je er staan. En als je hoofdpijn had na een wedstrijd, dacht je: ach, dat hoort erbij. Maar als je nu leest wat die herhaalde klappen met je hersenen kunnen doen, dan schrik je wel.”

Heb je zelf klachten gehad na het koppen?

“Ja, zeker. Vooral op de middelbare school had ik na wedstrijden soms moeite met concentreren, vooral als ik veel had gekopt. Maar ik legde toen niet de link met voetbal. Pas achteraf realiseer je je dat het misschien niet zo onschuldig was.”

Hoe ging je als trainer met kopballen om bij je team?
“Ik trainde een meidenteam van rond de 14 jaar. Toen ik begon, werd er nog niet echt over nagedacht. Maar later, toen er meer berichten kwamen over de gevaren, ben ik ermee gestopt om koppen te trainen. We oefenden het nog tactisch, maar zonder echt de bal te koppen. Zeker op jonge leeftijd moet je daar heel voorzichtig mee zijn.”

Vind je dat er genoeg aandacht voor is in de jeugdopleidingen?
“Nee, nog lang niet. Er is wel wat bewustwording gekomen, vooral bij clubs die hoger spelen, maar op amateurniveau zie je nog vaak dat koppen gewoon standaard is. En dan heb ik het niet alleen over wedstrijden, maar juist over trainingen. Daar krijgen spelers tientallen ballen per week op hun hoofd.”

Wat zou er volgens jou moeten veranderen?
“Er zou op z’n minst een leeftijdsgrens moeten zijn voor kopballen, net zoals in Engeland en de VS al het geval is. En trainers moeten geschoold worden over de risico’s. Het is geen kwestie van bang maken, maar van informeren. Je kunt kinderen niet goed laten kiezen als ze de gevolgen niet kennen.”

Maar koppen is toch een belangrijk onderdeel van voetbal?
“Dat is waar. Het is ook niet zo dat je kopballen helemaal uit het spel moet halen. Maar het moet anders. Je kunt techniek en timing ook trainen zonder steeds een bal tegen je hoofd te krijgen. En in wedstrijden moet je gaan nadenken: is dit risico het waard? Zeker bij jonge spelers vind ik van niet.”

Zie je dat meiden anders omgaan met dit onderwerp dan jongens?
“Dat is een interessante vraag. Ik denk dat meiden iets sneller geneigd zijn om aan te geven dat ze zich niet goed voelen na een botsing of een harde bal. Maar ze willen net zo graag winnen en erbij horen, dus vaak zeggen ze ook gewoon niets. De druk om ‘stoer’ te zijn is bij beide groepen groot.”

Wat zou je tegen jonge spelers willen zeggen die twijfelen?
“Luister naar je lichaam. Hoofdpijn, wazig zien, concentratieproblemen. Dat zijn geen signalen om te negeren. En praat erover met je trainer of je ouders. Kopballen lijkt misschien stoer, maar je hersenen heb je nog je hele leven nodig.”

En tegen coaches?
“Kijk verder dan het resultaat op korte termijn. Natuurlijk wil je wedstrijden winnen, maar je hebt ook een verantwoordelijkheid voor de gezondheid van je spelers. Als wij als trainers niet ingrijpen, wie dan wel?”

Over de auteur

Thomas Neele

Mijn naam is Thomas Neele. Ik ben 21 jaar en ik woon in Montfoort. Ik ben sinds 2024 student aan de School Voor Journalistiek in Utrecht. Ik kom zelf graag in Utrecht en het is een leuke stad om te studeren. Ik ben erg geïnteresseerd in de maatschappij en in de mensen met een mooi verhaal en daar schrijf ik graag over.