Houten

Selecteer Pagina

Oekraïense vluchtelingen ook in gemeente Houten te weinig psychologische hulp

Oekraïense vluchtelingen ook in gemeente Houten te weinig psychologische hulp

FOTO: Redlef Kok, kinderspeelruimte opvanglocatie de vuurtoren

HOUTEN- Uit onderzoek van Opora blijkt dat Oekraïense vluchtelingen in verschillende gemeenten niet de psychologische hulp krijgen die ze eigenlijk nodig hebben door hun ervaringen in de oorlog tussen Oekraïne en Rusland. Marjolein Storm, coördinator maatschappelijke opvang voor Oekraïense vluchtelingen in de gemeente Houten vertelt in de stille gezamenlijke woonruimte van opvang locatie de Vuurtoren: ‘Ik vrees dat het in Houten allemaal ook niet zo vreselijk goed loopt’.

Volgens Storm is de psychologische zorg voor Oekraïners in de gemeente Houten ook niet goed geregeld omdat Oekraïners van nature niet houden van psychologische hulp. Ze willen hun trauma graag zelf uitzoeken en niet laten merken dat er problemen zijn aangezien ze weinig mensen vertrouwen. ‘Op dat gebied hebben mensen een Oostblok-mentaliteit. Ze zijn heel erg wantrouwend’. Aldus Storm. Ondertussen rent een 3 jarig jongetje genaamd Tim luid lachend langs met zijn moeder erachteraan die hem probeert weg te houden uit de gezamenlijke ruimte. Nadat de gemeente Houten Nederlandse psychologen had ingezet voor Oekraïense vluchtelingen en dat niet werkte in verband met het wantrouwen, heeft de gemeente een Oekraïense psycholoog aangenomen.

Maryna Kuznetsova is de psycholoog van 6 Oekraïners. Dat getal is laag aangezien er 200 Oekraïense vluchtelingen in Houten verblijven. Zij voert gesprekken met de mensen en zorgt dat mensen zichzelf veilig voelen in Houten. Kuznetsova biedt hulp aan op de locatie waar de Oekraïners wonen. Er zijn meerdere Oekraïense vluchtelingen geweest die de hulp van Kuznetsova hebben afgewezen. Voor deze mensen werd de hoeveelheid hulp en druk te heet onder de voeten. Deze vluchten dan verder naar bijvoorbeeld Spanje en Portugal.

In de gemeente Houten zijn op dit moment 4 locaties waar Oekraïense vluchtelingen opgevangen kunnen worden. De opvanglocaties bevinden zich in oude kantoorpanden. De kantoorpanden zijn opgedeeld in kleine kamers waar één gezin per kamer woont. Er zijn verschillende soorten kamers en ze gaan op hoeveelheid personen. Er zijn eenpersoons, tweepersoons en familiekamers. De kamers zijn niet meer dat veertien vierkante meter voor families en nog kleiner voor een- of twee personen. De kamers zijn gemaakt door dunne bijzetwanden. Als je in een van de kamers staat hoor je, je buren in de kamer ernaast praten en kan je naar heel het gesprek luisteren. Als er gekookt wordt in het gebouw ruik je dat ook door heel de ruimte. Omdat het een oud kantoorpand is ruikt het er muf. Niet alle kamers zijn voorzien van een raam en de kamer kan vaak niet gelucht worden. Bij een deel van de kamers waar wel een raam zit, kan het raam niet open. In de gezamenlijke ruimte is het kaal. Er staan 2 tafels en een bank, maar niemand zit in de woonkamer. De Oekraïense vluchtelingen delen de keuken, douches, toiletten, en speelruimte voor de kinderen. ‘Omdat het een omgebouwd kantoorpand is waar de Oekraïense vluchtelingen nu in leven, zijn er vaker dingen die fout gaan. Zo valt soms de elektriciteit uit, of is er ineens geen warm water meer’. Aldus Storm.

Naast het praten met een psycholoog zijn er meerdere activiteiten die georganiseerd zijn door de gemeente voor de Oekraïense vluchtelingen. Zo waren er op het begin inloop bijeenkomsten op de locaties waar de Oekraïners nu wonen. Deze organiseerde Storm zodat de mensen haar zouden leren kennen. Hier deed volgens Storm bijna niemand aan mee. ‘Mensen snapte de cultuur hier in Nederland niet’. Aldus Storm. Daarom ging de gemeente ook ouderschapscursussen aanbieden over het opvoeden van hun kind in Nederland, daar was wel veel belangstelling voor. Voor kinderen zijn er ook activiteiten. Zij kunnen meedoen aan het speeluur. Ander halfuur spelen waar ze in de gaten worden gehouden door vrijwilligers en ook hun verhaal bij de vrijwilligers kwijt kunnen. Daarnaast is er voor jonge kinderen een taal atelier waar ze versneld de Nederlandse taal leren en in de gaten worden gehouden door pedagogische medewerkers. Sommige kinderen spreken al heel goed Nederlands en hebben het taal atelier niet eens meer nodig.

Over de auteur

Merle Beekman

Merle Beekman is 17 jaar en komt uit Culemborg. Ze heeft hiervoor de HAVO afgerond en is nu eerstejaars student aan de School van Journalistiek op de Hogeschool Utrecht.