Houten

Selecteer Pagina

“Het is nu 80 jaar na de oorlog en ik vind nog steeds niets veranderd”

“Het is nu 80 jaar na de oorlog en ik vind nog steeds niets veranderd”

Maria Da cruz Pinto is 10 maanden oud wanneer er oorglog uitbreekt, ze is het tiende kind in een gezin van uiteindelijk vijftien kinderen. Ze kijkt terug op haar herinneringen van de oorlog maar denkt vooral veel na over de toekomst.

“Ik was tien maanden oud toen de oorlog begon dus veel heb ik er niet van mee gekregen. Dus veel van de verhalen heb ik van mijn ouders of oudere broers en zussen gehoord. Wij woonden in het dorp Nederhorst den Berg, en dat hele dorp zou bewust onder water worden gezet door de regering om de Duitsers tegen te houden. Mijn ouders hadden toen al tien kinderen, en met die tien kinderen kregen ze de opdracht om te evacueren. We moesten weg uit het dorp. Toen zijn we met z’n allen met de trein helemaal naar Wochnam gebracht. Omdat we zo’n groot gezin hadden, zouden we eigenlijk gesplitst worden. Maar mijn vader zei: ‘Nee, ik ga mijn gezin niet splitsen. We moeten bij elkaar blijven.’ En dat is gelukt. Uiteindelijk kwamen we terecht in een café, dat heette ‘De Stoomboot’. Daar zijn we twee weken gebleven. Toen we terugkwamen, hadden we geluk ons huis stond op een klein heuveltje, dus daar was geen waterschade. Maar de wasserij van mijn familie stond helemaal onder water. Die was de hele oorlog onbruikbaar. Dat betekende geen inkomen en daardoor hebben we schulden gemaakt. Mijn vader en oom hebben de wasserij later nog gebruikt als schuilplek. Duitse soldaten namen af en toe mannen mee om te werken in fabrieken in Duitsland. Mijn vader verstopte zich dan in de ketel van de wasserij. Soms urenlang. Als hij terugkwam, zat hij helemaal onder het roet, haast niet te herkennen.

Het was echt een heftige tijd. We mochten niet eens naar de radio luisteren. Maar dat deden we stiekem wel vooral mijn oudere broers en zussen, en mijn ouders ook. Ik heb me gelukkig nooit echt onveilig gevoeld, maar zelfs als klein meisje voelde ik dat er iets niet klopte. Wat ik me van de bevrijding kan herinneren? Ja, dat kwam via de radio, de Fouchet-radio dat de oorlog voorbij was. De Duitsers zouden weggaan. Toen zijn we met al mijn broers en zussen boven op het dak van de fabriek gaan staan, want er kwamen vliegtuigen over. Canadese vliegtuigen. Ik weet nog dat we hoorden: ‘Als je naar de hoofdweg gaat, dan liggen daar pakketten met chocola, sigaretten en voedsel.’ Wij gingen meteen. Ho, ho, ho zo enthousiast renden we daarheen. Vooral mijn broers verzamelden van alles. Iedereen was zó blij. De volgende dag gingen we naar het dorp daar werd het Wilhelmus gezongen, het was een echt feest.

Ik heb dus zeker feestelijke herinneringen aan 5 mei. Maar wat mij al er lang dwarszit, is dat we op 4 mei herdenken onder het motto: dit mag nooit meer gebeuren. En toch, 80 jaar later, herdenken we nog steeds de Tweede Wereldoorlog en de Jodenvervolging, terwijl er nu een heel volk vervolgd, vermoord en verjaagd wordt. En met dat volk bedoel ik natuurlijk de Palestijnen.”

Over de auteur

Alexandra Wilkes

Mijn naam is Alexandra Wilkes, ik zit in mijn eerste jaar van de school van Journalistiek. Ik heb een passie voor verhalen vertellen door middel van beeld en audio. Ik hoop dat ik met mijn werk een maatschappelijk rol speel en trots kan zijn op mijn werk.