Houten – Het personeelstekort in de ouderenzorg is een groeiend probleem in Nederland. Door de toenemende vergrijzing en het afnemend aantal beschikbare zorgmedewerkers, dreigt de kwaliteit van zorg voor ouderen onder druk te komen staan. Gemeenten zoals Houten merken deze gevolgen ook op lokaal niveau. Het is een ingewikkelde uitdaging die vraagt om zowel beleidsmatige als praktische oplossingen. Om een goed beeld te krijgen in de twee perspectieven, hebben wij twee mensen gevraagd om hun visie op het probleem: Adam Hadi, fractieassistent bij de VVD in Houten, en Theo Castrop, bestuurslid van bejaardentehuis Het Vertrouwde Dorp. Hun visies tonen niet alleen de veelzijdigheid van het vraagstuk, maar ook een gedeeld gevoel van urgentie.
“Het personeelstekort in de ouderenzorg is absoluut een urgent vraagstuk,” begint Adam Hadi, fractieassistent van de VVD in Houten. “We zien dat de vergrijzing sneller toeneemt dan het aantal mensen dat in de zorg wil werken. Dat is op lange termijn niet houdbaar. “Volgens Hadi ligt een deel van het probleem bij de aantrekkelijkheid van het beroep. “De werkdruk is hoog, de beloning vaak matig en doorgroeimogelijkheden zijn beperkt. Dit ontmoedigt veel mensen, zeker jongeren, om voor een zorgcarrière te kiezen,” aldus Hadi. Hij geeft aan dat het tijd is om zorgpersoneel meer perspectief te bieden, zowel financieel als professioneel.
De VVD-fractie ziet hierin een taak voor zowel de overheid als de zorginstellingen zelf. “Wij pleiten voor administratieve verlichting zodat zorgpersoneel meer tijd heeft voor échte zorg. Tegelijkertijd willen we dat de gemeente samenwerkt met opleidingsinstituten om stageplekken en leer-werktrajecten in Houten te stimuleren,” legt Hadi uit. Volgens hem zijn jongeren vaak wel bereid om in de zorg te werken, maar haken ze af zodra ze zien wat er allemaal bij komt kijken.
Wat betreft oorzaken noemt Hadi ook de bureaucratische rompslomp die zorgverleners tegenkomen. “Als je mensen hoort die per dienst een uur of langer kwijt zijn aan papierwerk, dan weet je dat het systeem inefficiënt is. Dat moet anders.” Op de vraag welke gevolgen het tekort in Houten heeft, antwoordt hij: “We zien dat mantelzorgers steeds zwaardere lasten dragen, en dat zorginstellingen soms niet alle diensten kunnen leveren die ze zouden willen. Dat raakt direct de kwaliteit van leven van ouderen.”
Hadi benadrukt dat de VVD kiest voor realistische oplossingen. “We geloven niet in het blindweg pompen van geld in het systeem, maar in slimmere organisatie en samenwerking. Technologie kan ook een rol spelen, bijvoorbeeld met domotica en digitale zorgondersteuning. “Volgens Hadi is het tijd om zorg op een andere manier te organiseren: “Zorg hoeft niet altijd fysiek te zijn. Als iemand op afstand een medicatieherinnering kan krijgen via een app of een videoverbinding, kan dat werkdruk verlichten.”
Tot slot ziet hij kansen in regionale samenwerking. “Het is essentieel dat gemeenten in de regio samenwerken om personeel aan te trekken en behouden. Als we gezamenlijk opleiden en inzetten, profiteren we daar allemaal van. Denk bijvoorbeeld aan gedeelde stageprogramma’s en intergemeentelijke wervingscampagnes.”
In het rustige Houten ligt Het Vertrouwde Dorp, een kleinschalig bejaardentehuis waar Theo Castrop als bestuurslid de dagelijkse realiteit van het personeelstekort ervaart. “Het is elke maand weer een puzzel om de roosters rond te krijgen,” verzucht hij. “We willen onze bewoners de aandacht geven die ze verdienen, maar daar heb je simpelweg handen voor nodig.”
Castrop is open over de gevolgen: “Soms moeten we familieleden inschakelen voor taken die eigenlijk bij ons personeel horen. Niet omdat we het willen, maar omdat we niet anders kunnen. We moeten voortdurend keuzes maken tussen noodzakelijke zorg en aandacht. “Volgens hem is het tekort niet alleen een kwestie van aantallen, maar ook van het type personeel. “We hebben mensen nodig met een zorghart. Iemand die meer doet dan alleen taken afvinken, maar echt contact maakt met bewoners. Die zijn schaars.”
Wat betreft oorzaken wijst Castrop op de werkdruk, maar ook op de beeldvorming rondom de ouderenzorg. “Veel jongeren zien het als een sector waar je alleen luiers verschoont en bedden opmaakt. Terwijl het juist enorm dankbaar werk is. Je bouwt echt een band op met mensen. “Het Vertrouwde Dorp probeert ondanks de uitdagingen creatief te zijn. “We werken samen met MBO-scholen om stagiairs binnen te halen, en we kijken naar herintreders en zij-instromers. Maar het blijft lastig om ze vast te houden.”
Op de vraag of de gemeente genoeg doet, antwoordt Castrop diplomatiek: “Er is contact, en er is bereidheid, maar het mag sneller en daadkrachtiger. We hebben nu actie nodig, niet pas over twee jaar. “Een veelbelovende ontwikkeling vindt hij het gebruik van technologie. “We hebben sinds kort een systeem waarmee bewoners via een tablet contact kunnen hebben met familie of met zorgverleners op afstand. Dat scheelt tijd en biedt toch nabijheid.”
Castrop ziet ook kansen in het verbeteren van de interne organisatie. “Wij kijken nu hoe we onze roosters flexibeler kunnen maken. Misschien is het voor sommige medewerkers prettiger om kortere diensten te draaien, of bijvoorbeeld alleen ochtenden te werken. Dat moet bespreekbaar zijn. “Volgens Castrop is samenwerking de sleutel. “Zorginstellingen, gemeente, onderwijs, en zelfs bedrijven moeten samen dit probleem tackelen. Alleen dan kunnen we het hoofd bieden aan de vergrijzing.”
Wat opvalt in beide gesprekken is de gedeelde erkenning van de ernst van het probleem. Zowel Hadi als Castrop benadrukken dat het tekort structureel en urgent is. Ook in de oplossingsrichtingen zijn er overeenkomsten: beiden noemen samenwerking, innovatie, en administratieve verlichting als belangrijke instrumenten. Beide gesprekspartners zien ook het belang van het verbeteren van de beeldvorming van de ouderenzorg. Er moet meer waardering komen voor het werk dat zorgmedewerkers doen.
Toch zijn er accenten die verschillen. Waar Hadi meer spreekt vanuit het systeemdenken en beleidskaders, legt Castrop nadruk op de menselijke maat en de dagelijkse realiteit. Hadi denkt in termen van regionale aanpak en efficiëntie; Castrop hamert op persoonlijke aandacht en waardering voor het vak. Hadi gelooft in technologische oplossingen als structureel onderdeel van zorginnovatie, terwijl Castrop technologie vooral ziet als ondersteuning van het persoonlijke contact.
Daarnaast kijkt de VVD vooral naar het verminderen van regelgeving en het stimuleren van marktwerking, terwijl Castrop juist pleit voor stabiliteit en continuïteit binnen teams. “Iedere keer dat iemand vertrekt en er een nieuw gezicht verschijnt, moeten onze bewoners weer wennen. Dat geeft onrust.”
Een ander verschil zit in het vertrouwen in beleidsveranderingen. Hadi is optimistisch over de mogelijkheden van gemeentelijk beleid en samenwerking met regionale partners. Castrop daarentegen is realistischer of zelfs sceptischer: “De intentie is er wel, maar het systeem verandert traag. Wij hebben nu mensen nodig, niet over drie jaar als een subsidie eindelijk rond is.”
Beide perspectieven zijn waardevol. Het laat zien dat beleid en praktijk elkaar moeten versterken. Zonder goede beleidskeuzes geen werkbare omstandigheden, maar zonder praktijkinbreng ook geen realistische beleidsvoering. De gesprekken tonen dat een integrale aanpak noodzakelijk is.