Leidsche Rijn

Selecteer Pagina

Droomdekentjes maken in buurtcentrum de Weide Wereld

Droomdekentjes maken in buurtcentrum de Weide Wereld

Iedere maandagochtend van 9.30 uur tot en met 12.30 uur komt een groep vrouwen samen in buurtcentrum De Weide Wereld in Vleuten-De Meern om dekentjes te naaien, te haken of te breien. Deze dekentjes worden ‘Droomdekentjes’ genoemd. Via de stichting Regenboog worden de dekentjes geschonken aan kinderen die in een moeilijke situatie terecht zijn gekomen door bijvoorbeeld een ziekte, een lastige thuissituatie of huiselijk geweld. Het idee achter een Droomdekentje is dat een kind onder het dekentje een veilige droomplek voor zichzelf heeft. Deze groep bestaat sinds vorige week precies acht jaar en wordt mede georganiseerd door Oda van Groen.

Gezellig samen aan de slag

Aan een tafel zitten ongeveer tien dames. Op tafel liggen allerlei stukken stof in allemaal verschillende kleuren. Er liggen klossen garen op tafel, verschillende scharen, gekleurd wol en allerlei naalden. Voor alle vrouwen is er koffie of thee ingeschonken en zijn er genoeg koekjes. De een is aan het breien, de ander aan het haken of aan het naaien. Iedereen werkt aan een eigen dekentje met een eigen unieke kleur en patroon. Een van de vrouwen vraagt advies aan Van Groen over haar dekentje. Er worden stofjes uitgewisseld en de dames laten hun werk zien aan elkaar. De ruimte wordt gevuld met gelach en geklets. 

Unieke dekentjes gemaakt in het buurtcentrum

De groep is begonnen in bibliotheek Vleuterweide, daar moesten ze weg. Een van de organisatoren destijds, waar Van Groen later bij was aangesloten, kende de beheerster van het buurtcentrum de Weide Wereld en zo zijn ze op deze locatie beland. Binnen de groep maken de vrouwen dekentjes voor heel jonge kinderen die bijvoorbeeld in de couveuse liggen, tot mensen van twintig jaar oud. Van Groen vertelt dat voor elke leeftijd van de kinderen andere eisen aan de dekentjes worden gesteld. Zo moeten de dekentjes voor kleine kinderen van katoen zijn, vaak maken zij voor jongere kinderen quiltdekens. Deze dekens bestaan uit drie lagen die op elkaar worden gestikt, vertelt Van Groen. Zodra de dekentjes worden gedoneerd kunnen de ouders een dekentje kiezen voor hun kind en dat mogen zij dan hebben. De vrouwen die de dekentjes hebben gemaakt krijgen dan via de stichting te horen dat hun dekentje terecht is bij een kindje. Geen dekentje is hetzelfde, ieder dekentje is uniek.

Hobby met een doel

De mooie verhalen die Van Groen soms terughoort, en het idee dat er kinderen zijn die veel steun hebben aan de dekentjes, geeft haar de motivatie om de dekentjes te maken. ‘Ze krijgen even iets vrolijks in een heel nare situatie.’ vertelt Van Groen. Van Groen doet wat ze leuk vindt, ze voert haar hobby uit, en ze beeldt zich een blij kindje in. Marja Gorter, die aan tafel een geel met roze dekentje aan het haken is, vertelt waarom zij de dekentjes maakt: ‘mijn kinderen en kleinkinderen waren voorzien, in de kast vind ik het ook zonde, en dit is een ontzettend goed doel’, vertelt ze. Zij vindt het fijn dat ze met haar hobby iets nuttigs kan doen. Gorter maakt al zo’n dertig jaar gewone quilt. Ria van Doorn en Geja van Doorm, die allebei dekentjes maken, zijn het eens met Gorter: ‘Je hebt nu een doel’, vertelt Van Doorn. Zij vertellen ook dat hun kleinkinderen al genoeg dekentjes hebben: ‘Je bent op een gegeven moment je afzetgebied kwijt, je wilt toch iets doen’, vertellen zij. 

Acht jaar lang gezelligheid

De stichting Droomdekentjes in buurtcentrum de Weide Wereld bestaat sinds vorige week acht jaar, maar hoe houden zij het leuk voor zichzelf in die acht jaar? Van Groen vertelt dat het een gezellige groep is. Sommige van de vrouwen kunnen zich soms eenzaam voelen, maar door samen koffie te drinken en sociaal te doen, maken ze er voor henzelf echt wat leuks van. ‘Soms kom je niet helemaal uit je ontwerp en dan geven we elkaar advies’,vertelt Gorter, ‘Het is hier echt heel gezellig.’ Aan tafel zijn de dames nog steeds lekker met elkaar aan de klets, drinken ze koffie en blijven ze elkaar helpen.

In totaal hebben de vrouwen al achthonderd dekens gemaakt, geen een van de dekens lijkt op een andere. Sommige vrouwen hebben meer dekentjes gemaakt dan anderen, met andere technieken en verschillende patronen. Gorter, die bezig was met het haken van haar geel met roze dekentje, staat op van haar stoel. ‘Hij is af!’ zegt ze, terwijl ze het dekentje omhoog houdt. De rest van de dames kijkt naar het dekentje en geeft Gorter allerlei complimenten over het gehaakte exemplaar. Dekentje nummer acht honderd en één is af, en klaar om aan een nieuw kind te worden gedoneerd.

Isa Hiemstra heeft een audio reportage gemaakt:

Over de auteur