In de ochtend van 7 januari hebben meerdere vrijwilligers zich in Buurtcentrum bij de Buren ingezet voor het maken van Droomdekentjes. De Droomdekentjes zijn er voor kinderen die deze om wat voor reden dan ook nodig hebben. De vrijwilligers doen hun werk vanuit de stichting de Regenboogboom.
Het begint vroeg in Buurtcentrum bij de Buren. De vrijwilligers bevinden zich in een lange ruimte met grote tafels en kleurrijke stoffen die over de ruimte hangen. De vrijwilligers zijn nog net begonnen met het opzetten van de tafels, maar grappen er al op los. Dan begint het, een grote lap stof wordt aan de tafel vastgeplakt en overdekt met een zachte vulling die de deken haar warmte geeft. Daaroverheen komt vervolgens nog een tweede laag stof, die zorgvuldig wordt vastgespeld. Het afwerken kan beginnen, één van de vele die tijdens deze dag met liefde worden gemaakt.
Het idee van de Droomdekentjes is afkomstig van stichting de Regenboogboom die in 1992 een visie kreeg vanuit een zesjarig meisje genaamd Holly. Holly leed aan leukemie en vertelde over haar Regenboogbos: een magische plek waar ze zich veilig en krachtig voelde, ondanks haar ziekte. Dit verhaal kwam uiteindelijk terecht bij Renée en Evert-Jan van Zandvoort en inspireerde hen om de Regenboogboom op te richten. ‘De symboliek van de Regenboogboom biedt kinderen een veilige, persoonlijke plek in hun verbeelding, waar ze zich sterker voelen, ongeacht de omstandigheden’, vertelt oprichter en directeur van de Regenboogboom Renée van Zandvoort.
Het grootste deel van de Droomdekentjes gaat naar kinderen in ziekenhuizen in heel Nederland, maar ook voor kinderen in revalidatiecentra of hospices ontvangen regelmatig de dekentjes. Sommige dekentjes zijn door ouders of verzorgers zelf aangevraagd. Dit zijn vaak kinderen die chronisch ziek zijn, een trauma hebben meegemaakt of leven met een beperking. De stichting krijgt daarnaast ook veel bestellingen vanuit pleegzorgorganisaties of gezinnen die extra steun nodig hebben, denk dan bijvoorbeeld vanwege een plotselinge crisis. ‘Wat opvalt is dat de kinderen de dekens vaak meenemen naar medische afspraken, behandelingen of andere stressvolle momenten. Het dekentje wordt een tastbaar item dat veiligheid biedt en hen helpt om zich weer beter te voelen’, vertelt Renée.
Renée ziet de vraag naar de Droomdekentjes, mede door de impact van oorlogen, zoals in Oekraïne toenemen: ‘Vooral de toestroom van vluchtelingen naar Nederland heeft geleid tot meer aanvragen voor Droomdekentjes, omdat deze kinderen vaak getraumatiseerd zijn en behoefte hebben aan een gevoel van veiligheid’. Naast Oekraïne zijn er ook kinderen uit andere conflictgebieden, zoals Syrië, Afghanistan en Jemen die via opvangcentra of hulporganisaties bij de stichting in beeld komen.
De Regenboogboom merkt dat de toewijding van vrijwilligers hoog is, maar ziet ook een wisselend patroon in de beschikbaarheid van hen. Na de corona pandemie zag de stichting namelijk een groeiende groep mensen die op zoek is naar zinvolle manieren om het verschil te maken, maar ook creatieve mensen die hun talenten willen inzetten voor een goed doel. Tegelijkertijd merkt de Regenboogboom ook dat sommige vrijwilligers het moeilijk vinden om hun inzet structureel te maken. ‘Dit vraagt van ons dat we flexibele mogelijkheden blijven bieden om vrijwilligers aan ons te binden. Vrijwilligers vormen het hart van onze organisatie. Zij zijn essentieel om onze missie te realiseren’.
Joke, een van de vrijwilligers die haar laatste speld in het dekentje zet, vertelt wat haar hier bracht: ‘Ik maak deze dekentjes voor kinderen die het moeilijk hebben. Het prachtige eraan is dat elk dekentje uniek is. Als je op de site kijkt staan er enorm veel, maar nooit dezelfde en dat maakt het zo speciaal’, aldus Joke.
LuAnn deed verslag: